Opinie

Brussel richt de bazooka op Big Tech

Marietje Schaake

Digitalisering staat steeds prominenter op de politieke agenda, en de EU neemt wereldwijd het voortouw. Een stemming in het Europees Parlement over een mammoetpakket aan wetgeving, afgelopen week, brengt baanbrekende nieuwe regels voor technologiebedrijven dichterbij. De Digital Markets Act (DMA) bepaalt de kaders waarbinnen de grootste technologieplatforms op de Europese markt mogen opereren. En daarnaast verheldert de Digital Services Act (DSA) welke verantwoordelijkheden bedrijven hebben als het gaat om wat online geplaatst en gedeeld mag worden.

Precies een jaar na aankondiging van dit wetgevingsduo door Margrethe Vestager, vicevoorzitter van de Europese Commissie, hebben de lidstaten en het Europees Parlement hun positie al vastgesteld. De snelheid waarmee dit is gegaan, zegt veel over het gedeelde gevoel van urgentie in Europa over de noodzaak de buitenproportionele macht van techbedrijven in te dammen. De zorgen strekken van misbruik van marktmacht tot schade aan de democratie zelf.

Niet eerder hebben techbedrijven, die zich onder de aanstaande wetten beter moeten gaan gedragen, zo hard gelobbyd. Samen geeft Big Tech bijna 100 miljoen euro per jaar uit om EU-beleid te beïnvloeden. Google, Facebook, Microsoft en Apple alleen al zijn goed voor ongeveer 20 miljoen daarvan. Je kunt geen Twitterfeed of krant openen of je ziet advertenties die vertellen hoezeer het midden- en kleinbedrijf van Facebook profiteert. Kennelijk denken reclamebedrijven dat die invalshoek de meeste sympathie wekt.

Europarlementariër Paul Tang (PvdA) verklaarde op Twitter trots dat de lobbymiljoenen niets opleverden: „Miljoenen spendeerden techjoekels het afgelopen jaar om Europese politici te lobbyen. Toch hebben we ons als parlement niet laten inpalmen door het grote geld, maar stemmen we vandaag over de Europese bazooka!”

Die bazooka moet meer transparantie over algoritmes bevorderen, fusies en overnames tegen het licht houden en minderjarigen beschermen tegen gerichte reclame. Ook moet er een verbod komen op dark patterns, waarbij gebruikers van sociale media slinks worden verleid te klikken op reclame of een bericht terwijl ze dat eigenlijk niet willen. De hoop is verder dat door afdwingen van samenwerking en standaarden grote techplatforms meer ruimte zullen bieden aan kleinere aanbieders, die consumenten dan beter kunnen bereiken.

De Franse president Emmanuel Macron wacht vol ongeduld op het Franse voorzitterschap van de EU, vanaf januari, om de onderhandelingen tussen Commissie, Raad en Parlement af te ronden. Zijn minister Bruno Le Maire (Economische Zaken) zei onlangs: „Digitale reuzen zijn niet gewoon aardige bedrijven waarmee we moeten samenwerken, ze zijn rivalen, rivalen van de staten, die onze economische regels niet respecteren. Daarom moeten ze worden gereguleerd.”

De regering-Biden is minder enthousiast. Hoewel ook Amerikaanse parlementariërs via wetsvoorstellen transparanter algoritmes, strengere mededingingsregels en meer aansprakelijkheid voor grote platforms bepleiten, waarschuwde minister Gina Raimondo (Handel) vorige week voor Europese regels die Amerikaanse bedrijven disproportioneel hard treffen. Je zou bijna vergeten dat die bedrijven ook buitenproportioneel groot en machtig zijn.

Het kersverse Nederlandse regeerakkoord bevat voorstellen voor een toezichthouder op algoritmes en beloftes „de marktmacht van grote tech- en platformbedrijven” aan te pakken. Daarvoor is nu in Brussel alvast een belangrijke stap gezet.

Marietje Schaake schrijft om de week op deze plek een column over technologie, beleid en economie.