Klimaat
Rutte IV blijft de klimaat- verandering niet voor
Ieder nieuw kabinet is weer een stukje ambitieuzer en concreter over klimaatverandering dan het vorige. Rutte III was een grote stap vooruit vergeleken bij Rutte II, en ook Rutte IV maakt weer een stap. Maar al rent het nieuwe kabinet nog zo snel, de klimaatverandering achterhaalt het wel. De ambitie lijkt wel altijd achter te lopen bij de ernst van klimaatverandering. Weer meer rampen en gebroken weerrecords, weer een hoger urgentiegevoel bij bevolking en regering, weer een hogere ambitie, meer maatregelen en geld, enzovoort. Er is vooruitgang, maar die blijft achterlopen bij de realiteit.
Hoe komt dit? Ten eerste wordt, ook nu, het ambitieniveau te laag gelegd. 80 procent CO2-reductie in 2040 kan niet in lijn zijn met de Europese Klimaatwet, die klimaatneutraliteit in 2050 voorschrijft, wat verder gaat dan CO2-neutraliteit. Voor klimaatneutraliteit in 2050 moeten we in 2040 of kort daarna netto al geen CO2-emissies meer veroorzaken.
Ten tweede zijn de maatregelen en vooral de investeringen fors, maar is het tempo niet hoog genoeg. We hebben zo lang gewacht met effectief klimaatbeleid dat de benodigde interventies niets minder dan transformatief moeten zijn. Een paar elementen zie ik terug in het regeerakkoord, maar die zijn niet genoeg om het klimaatprobleem voor te blijven. De systeemtransities in hoe we ons voeden, hoe we spullen gebruiken, hoe we ons vervoeren, hoe we wonen (en inmiddels ook waar): ik zie ze onvoldoende terug.
Hoe mooi en nodig de investeringen en de iets verhoogde ambitie ook zijn, wil de regering echt het initiatief terugpakken en de klimaatverandering voorblijven, dan zal het regeerakkoord zonder terughoudendheid moeten inzetten op systeemtransities.
Cultuur
Herstelplan voor de cultuursector: het is een beginnetje
Bijna veertig jaar geleden sprak toenmalig minister van cultuur Elco Brinkman (CDA) tegen de verzamelde ambassadeurs: „Graag bied ik de cultuur aan als wervend reclamemateriaal voor de BV Nederland.” De dubbele echo daarvan klonk nog luid door in het vorige regeerakkoord: „Cultuur draagt bij aan de economie van ons land, bijvoorbeeld door bij te dragen aan toerisme en een goed vestigingsklimaat”. Zo ontstond de benadering waarbij musea werden aangejaagd om hun succes jaarlijks af te rekenen in bezoekersaantallen. Tentoonstellingen waar bezoekers elkaar voor de voeten liepen vormden de vlag boven het klimaat waarin ook kunstenaars zich tot cultureel ondernemers moesten omvormen. Corona legde de armoe en lamlendigheid van dit beleid nog eens onbarmhartig bloot.
Het wordt een grote opgaaf voor het nieuwe kabinet om het Nederlandse cultuurlandschap te redden van deze sinds lang door het kabinet zelf opgetuigde visie, waarin kunst tegelijk wordt afgeknepen en beoordeeld als marketinginstrument.
Gaat dat herstel lukken?
„Cultuur is van wezenlijk belang voor onze samenleving en een investering in onze maatschappij”, luidt het nu. De „verbindende, inspirerende en prikkelende kracht van kunst en cultuur brengt mensen bij elkaar, daagt uit en biedt nieuwe perspectieven”. Dat is een mooie intentieverklaring, die zich in de praktijk moet bewijzen.
Lichtpunt is de verdwijning van het toerisme en het vestigingsklimaat uit de culturele opdracht. Er is de belofte van een herstelplan, en een structurele investering van 170 miljoen per jaar om dat herstel mogelijk te maken. Je kunt zeggen: weinig en laat. Maar het is een beginnetje.
Economie
Politiek succes zonder heldere economische visie
De positiefste bijdrage van Rutte IV is het pakket van 60 miljard euro voor klimaat- en stikstofbeleid. Daarmee wordt een grote bijdrage geleverd aan het stoppen van klimaatverandering. Het had echter veel minder geld gekost en was veel doelmatiger geweest om een CO2-belasting op alle uitstoot door te voeren.
Het is ook goed dat de onderwijsinvesteringen eindelijk worden verhoogd. Het rendement stijgt al decennia. Het is echter onverstandig om het sociaal leenstelsel af te schaffen. Het had geen invloed op de instroom van studenten. Dat geld had kunnen worden geïnvesteerd in meer en beter hoger onderwijs.
Rutte IV stelt teleur op structurele, diepe hervormingen van het belastingstelsel, de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Het toeslagenstelsel wordt nauwelijks hervormd, op de kinderopvangtoeslag na.
Het ontbeert Rutte IV aan een heldere visie op de macro-economie en de begrotingspolitiek. Alweer worden wazige investeringsfondsen met tijdelijk geld opgericht, terwijl publieke investeringen structurele financiering vereisen.
Coronabeleid ontbreekt geheel, terwijl corona de samenleving nog jarenlang kan ontwrichten. Nederland hoort te weten wat het kabinet vindt van 1/2/3G, vaccinatieplicht, schoolsluitingen, grondrechten, toegang tot de zorg voor corona- en niet-coronapatiënten, opschaling van de zorgcapaciteit, en het beleid voor nieuwe lockdowns en steunpakketten.
Het is goed dat Nederland eindelijk weer een regering heeft. Maar sterke politieke polarisatie maakt regeringspartijen bang om echte hervormingen door te voeren. Onderlinge politieke tegenstellingen zijn met miljarden afgekocht, en die zijn niet altijd even goed onderbouwd en doordacht. Het is politiek vermoedelijk het hoogst haalbare, maar Nederland heeft meer elan nodig.
Zorg
‘Breder kijken’, met een bezuiniging van 5 miljard
Wie had gehoopt dat de coronapandemie een nieuw kabinet zou aanzetten tot een integrale visie op een gezonde samenleving, komt bedrogen uit. In het gezondheidshoofdstuk is het zinnetje „Daarbij moeten we ook breder kijken naar gezondheid: onderwijs, sport, huisvesting, bestaanszekerheid en leefomgeving dragen allemaal bij”, opgenomen, en dat is het dan ook. De fundamentele rol die economische, sociale en psychische factoren spelen bij je gezond voelen en gezond kunnen leven, is volledig ondergeschikt gemaakt aan een beperkte opvatting van lichamelijke gezondheid.
Is dat erg? Ja. De pandemie heeft de grote sociale en economische verschillen in ons land in een schril licht gezet, en de kansenongelijkheden en achterstanden die daarmee samenhangen verder verscherpt. Wie serieus wil werken aan volksgezondheid, moet de medische, maatschappelijke, sociale en psychische domeinen structureel met elkaar verbinden. Maar die visie is er niet.
Wat er wel is: een bezuiniging van bijna 5 miljard. Er worden talloze voorstellen gedaan om dat bedrag te realiseren, waarbij er één opvalt: de „extra beleidsmaatregelen in de jeugdzorg”, zoals „(een combinatie van) een normering van de behandelduur of het introduceren van een eigen bijdrage”. Wat een gotspe, om na de bezuiniging die gepaard ging met de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten in 2015, nog te denken aan een eigen bijdrage. In 2013 werd die bijdrage na een jaar in de volwassenen-ggz juist afgeschaft, omdat ze leidde tot zorgmijding en daardoor tot een stijging van het aantal gedwongen opnamen en crisisbehandelingen.
Geen visie, een slecht geheugen en een flinke bezuiniging – is dat „omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst”?
Onderwijs
In het onderwijs moet het basisniveau omhoog
Het regeerakkoord bevat veel goede bedoelingen. Het is zeker een goede zaak dat er meer én structureler geld naar onderwijs gaat. Ook meer salaris voor de leerkrachten is absoluut goed. De nadruk op taal- en rekenonderwijs is prachtig.
Bijna elk probleem waarover we de afgelopen jaren in het nieuws hebben gehoord of gelezen, passeert de revue. Van gratis kinderopvang tot het bindend studieadvies – alles komt aan bod. „Burgerschap wordt een integraal onderdeel van het onderwijs en wordt gegeven door daartoe bevoegde docenten”, staat er bijvoorbeeld. Maar naar nut en noodzaak daarvan kunnen we alleen maar gissen.
Wat ik mis is focus, en daarmee voorzie ik ook de onderwijsproblemen voor de komende vier jaar: geen duidelijke prioriteiten stellen, geen pijnlijke en soms moeilijke keuzes maken, waardoor toch opnieuw de échte problemen niet grondig aangepakt kunnen worden. De kwaliteit van leerkrachten bijvoorbeeld. Of, dus, de toelatingseisen van de Pabo. De nieuwe coalitie pakt alles een beetje op, maar investeert nergens serieus.
En daarmee is dit coalitieakkoord ook weer een pijnlijke constatering dat er veel kansen gemist worden. Ik had liever gehad dat na deze ellenlang durende kabinetsformatie een nieuwe minister van Onderwijs zou zeggen: „Het basisniveau moet omhoog, en dáár ga ik mij de komende vier jaar mee bezighouden, en met niets anders.” Dan was ons wachten beloond en had ik ze het getreuzel en geneuzel met alle liefde vergeven. Maar helaas. Zelfs de warme maaltijd van D66 is gesneuveld!
Internationaal
Nieuw elan en meer geld, maar welke buitenlandkeuzes?
Het kabinet wil een „voortrekkersrol in de EU en multilaterale organisaties, via het versterken van de trans-Atlantische band en nieuwe partnerschappen”. De strenge toon en rode lijnen uit de Europapassage van het vorige regeerakkoord maken plaats voor een openheid voor Europese verdragswijziging, en actuele accenten zoals op „slimme Europese industriepolitiek”. Ook kopgroepen van gelijkgezinde landen worden niet geschuwd als het met 27 lidstaten niet lukt om tot overeenstemming te komen, bijvoorbeeld over een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid.
In het veiligheidsbeleid verrast het kabinet met institutionele vernieuwingen, zoals met onderzoek van „opties voor een Europese veiligheidsraad” en de oprichting van een nationale veiligheidsraad. Met dat laatste erkent de coalitie de toenemende verwevenheid van nationale en internationale veiligheid. Overigens is van zo’n geïntegreerde aanpak van veiligheid nog weinig terug te zien in het aparte hoofdstuk over „Veiligheid en sterke samenleving”, dat nog grotendeels nationaal is ingevuld.
De opstelling van landen als China en Rusland, de sterkere focus van de VS op Azië, en de instabiliteit rond Europa brengen de coalitie inzake defensie tot voortzetting van het klassieke tweesporenbeleid (NAVO en EU) met een zekere Europeanisering, en een forse verhoging van het defensiebudget: structureel 3 miljard erbij. Welke keuzes de coalitie gaat maken in de besteding van dat budget, is net als de koers inzake grote vraagstukken zoals de toekomstige relatie met Rusland en China onderbelicht. Een nationaal kompas wordt dus de grote opdracht voor het nieuwe kabinet.