Het kan niet op. Tientallen miljarden euro’s aan extra uitgaven wil het nieuwe kabinet doen. Soms eenmalig, soms structureel. Als alles loopt volgens plan, dan geeft het komende kabinet in zijn laatste regeringsjaar, 2025, bijna 28 miljard euro meer uit dan nu.
Aan onderwijs, aan defensie, aan kinderopvang, aan nieuwe infrastructuur, aan het oplossen van het stikstofprobleem, het tegengaan van klimaatverandering én aan het tekort aan woningen. Voor bijna elk probleem is er een pot geld in het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie.
Als iets het aanstaande kabinet kenmerkt, dan is het wel de immense uitgaven die het wil doen. Na Rutte I, dat broedde op bezuinigingen en struikelde toen de PVV daaraan niet meer mee wilde doen, volgde Rutte II, waarin VVD en PvdA de overheidsfinanciën ingrijpend saneerden. Daarna kwam Rutte III, dat weer mondjesmaat begon met uitgeven maar pas tijdens de coronacrisis echt de portemonnee trok. En nu is het de beurt aan Rutte IV, een kabinet dat met een doorgeladen bazooka vol geld de problemen te lijf wil gaan. Het is een ongeziene ommezwaai.
Fluwelen revolutie
Rutte IV moet een kabinet van grote ambities worden. De grote geldberg is het smeermiddel waarmee de vier coalitiepartijen hun grote plannen willen waarmaken zonder dat het iemand veel pijn doet. Dat resulteert in de twee fondsen die het coalitieakkoord aankondigt.
Het ene: een klimaatfonds van 35 miljard euro dat ruimhartig is voor bedrijven die hun gascentrales vergroenen, waterstof gaan gebruiken of kerncentrales willen bouwen en voor burgers die hun huizen willen isoleren. Het andere: een stikstoffonds van 25 miljard dat agrariërs een redelijke prijs moet gaan bieden om elders te gaan boeren.
Helemaal pijnloos zullen die twee transformaties niet worden. Wie broeikasgassen uitstoot, gaat ook gewoon meer betalen. Dwang zal bij het uitkopen van boeren soms onvermijdelijk zijn. Maar de grootste plannen uit het coalitieakkoord hebben meer weg van een fluwelen revolutie. Het kabinet belooft de groene doelen te verhogen en geeft een zachte landing aan degenen die daarvoor de hoogste prijs moeten betalen: de industrie in IJmuiden, de melkveehouder bij de Veluwe.
En het blijft niet bij de twee fondsen. Neem de pot geld waarmee de coalitiepartijen infrastructuur willen subsidiëren om de bouw van nieuwe woonwijken betaalbaarder te maken voor de bouwer: 7,5 miljard. Of het geld om een Lelylijn van en naar de noordelijke provincies te bouwen: 3 miljard. Voor onderwijs en defensie komt zelfs structureel miljarden vrij. Dat bedrag loopt de komende jaren steeds een beetje verder op: in 2025 hebben de ministeries elk 4,2 miljard extra te besteden.
Door de grootste uitgaven via fondsen en andere eenmalige potjes uit te geven, maakt het komende kabinet de eigen dadendrang ook voor zichzelf pijnloos. Ja, zal de nieuwe minister van Financiën straks erkennen, de staatsschuld stijgt, van 57,5 procent van het bbp naar 60,4 procent in 2025. Maar, zo zal het klinken, dat is een eenmalige hobbel. Als het geld op is, worden de fondsen opgedoekt, stijgt de staatsschuld niet verder en is de begroting weer als vanouds.
Zo kan het kabinet zich als een nette schatkistbewaarder presenteren - en toch op de turbo geld uitgeven.
Niet iedereen zal er gerust op zijn. Uitgerekend dit kabinet met al zijn grote plannen breekt met de traditie om het regeerakkoord direct te laten doorrekenen door de planbureaus. Er was geen tijd, zegt de coalitie. Daardoor blijft een onafhankelijke weging van de plannen nu achterwege. Een doorrekening door de economen van het Centraal Planbureau laat tot volgend jaar op zich wachten.
Die kan weleens kritisch uitpakken. Op Prinsjesdag was het CPB al sceptisch over de plannen voor grote, nieuwe uitgaven die toen rondzoemden onder politieke partijen. Niet voor alles zijn extra uitgaven nodig, zei het CPB toen: een nieuw kabinet kan bedrijven bijvoorbeeld ook normen opleggen als het om klimaatbeleid gaat. Waarom een zachte landing als harde regels volstaan?
Geld uitgeven is niet eenvoudig
Helemaal onbeperkt is het uitgavenpatroon van het coalitieakoord niet. De nieuwe coalitie is op één terrein niet royaal met extra uitgaven: de gezondheidszorg. Daar probeert het op de lange termijn de uitgavengroei juist te verminderen. Dat ligt gevoelig na de coronacrisis, maar past bij de waarschuwingen die al jaren klinken over de oplopende zorgkosten, onlangs nog van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Zonder scherpe keuzes zouden de kosten in 2060 verdriedubbeld zijn, voorspelt de WRR.
En al vallen de belastingen in het niet bij de extra uitgaven, ze gaan wel omhoog. Woensdag kondigden de coalitiepartijen bij de presentatie van het akkoord trots aan dat hun akkoord 3 miljard euro aan lastenverlichting bevat. Dat klopt, maar die wegen niet op tegen de lastenverzwaringen die Rutte III al voor de komende jaren in petto had. De slotsom, ook met de nieuwe belastingen meegerekend: aan het einde van de kabinetsperiode betalen bedrijven en burgers niet minder, maar meer belasting.
De grootste vraag is niet óf het kabinet wil uitgeven, maar of het ook lukt. Dat bleek voor het huidige kabinet-Rutte III al lastig, terwijl die regeringsploeg veel bescheidener plannen had. Extra probleem voor het nieuwe kabinet is de krappe arbeidsmarkt: de werkloosheid is laag, er zijn veel vacatures. Extra geld voor de kinderopvang is leuk, maar daar is nu al een tekort aan personeel. En zijn er wel vaklui te vinden om al die wegen en spoorlijnen aan te leggen, om de elektriciteitsnetten te verzwaren en huizen te isoleren?
In een economie die nu al met een tekort aan personeel kampt, kan al dat extra overheidsgeld bovendien de al gestegen inflatie verder aanjagen, waarschuwden de economen van het CPB ook op Prinsjesdag. Volgens de vier partijen is dat voor de overheidsfinanciën pas een probleem als de rente stijgt, schrijven ze in het akkoord. Dan moet de staat meer betalen voor al het extra geld dat het de komende jaren wil lenen.
Het kabinet begint onder gunstig gesternte. De economie groeit, de rente is laag, de plannen zijn ambitieus, de verhoudingen goed. De coalitie mag hopen dat dit perfecte plaatje zo blijft.