Het nieuwe kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie trekt 60 miljard euro uit om klimaatverandering en de stikstofcrisis aan te pakken. Dat geld wordt via fondsen verdeeld. Ook wil het kabinet de kloof tussen burger en politiek kleiner maken, onder meer door het toeslagenstelsel af te schaffen en de controlerende taak van de Tweede Kamer te versterken.
Dat staat in het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ van VVD, D66, CDA en ChristenUnie, dat woensdagmiddag door de informateurs Johan Remkes en Wouter Koolmees is aangeboden aan Tweede Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Hiermee komt het einde van de langste kabinetsformatie in de parlementaire geschiedenis in zicht. Donderdag zal de Tweede Kamer zich over het akkoord buigen, en – naar verwachting – demissionair premier Mark Rutte (VVD) aanwijzen als formateur. Hij zal dan zijn vierde kabinet kunnen samenstellen.
Informateur Remkes zei bij de presentatie dat „het geduld van samenleving en politiek danig op de proef is gesteld”. Hij riep daarom op tot „zelfreflectie” en „een stevige evaluatie” van de Tweede Kamerfracties over de politieke cultuur.
Coalitie wil andere cultuur
In het akkoord staat dat de partijen „een andere politieke cultuur” nastreven, waarbij ze zich zullen richten op „constructieve partijen”. Hiermee worden middenpartijen als PvdA, GroenLinks, Volt of SGP bedoeld. In het akkoord staat ook: „Wij keren ons af van retoriek die is gericht op het beschadigen van personen en zullen ons uitspreken tegen kwetsend en dreigend taalgebruik.”
De kabinetsformatie verkeerde maandenlang in een impasse. Het derde kabinet-Rutte, dat uit dezelfde partijen bestaat als het nieuwe kabinet, viel in januari om de Toeslagenaffaire. De aanjager van deze kwestie, toenmalig CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, bleek onderwerp van gesprek in de formatie. De vertrouwenscrisis tussen politiek en maatschappij duurt tot de dag van vandaag voort. D66, CDA en ChristenUnie steunden op 1 april een motie van afkeuring tegen Rutte, en met name de ChristenUnie was scherp in de afwijzing van de premier, die als het gezicht van een oude bestuurscultuur werd gezien.
De aanstaande coalitiepartijen beloven in het akkoord de kloof tussen burger en overheid te verkleinen, bijvoorbeeld door het toeslagenstelsel af te schaffen en „rust en duidelijkheid” te bieden aan ouders die getroffen zijn door de Toeslagenaffaire. Maar: de compensatie van getroffenen „zal zeker tot 2023 lopen, en mogelijk langer”.
Demissionair premier Rutte erkende bij de presentatie dat „het vertrouwen in overheid en politiek laag is”, onder meer door de Toeslagenaffaire en de afhandeling van de gaswinning in Groningen. Rutte wil dat „in het brede politieke midden” scherper én constructiever debat wordt gevoerd.
Er moet „een duidelijker scheiding tussen Kamer en kabinet” komen, staat in het akkoord. Juist op het gebrek aan dualisme in Rutte III was de laatste jaren veel kritiek. De coalitie belooft de bestuurscultuur te verbeteren, onder meer door meer samenwerking te zoeken met de oppositie, beter informatie te delen met de Tweede Kamer en meer bevoegdheden voor de toezichthouders, zoals de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.