Moet mijn dochter meer ondernemen?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.

Illustratie Martien ter Veen

Moeder: „Mijn oudste dochter (18) is na een paar maanden gestopt met haar studie. Het ging haar duidelijk allemaal iets te snel en ze besloot toch een tussenjaar te nemen. Ze werkt een dag of twee, drie per week, ze vindt het erg leuk. Daarnaast is ze veel bij vriendinnen. Ze lijkt niet ongelukkig. Ik denk: laat haar maar even, ze gaat vanzelf weer iets doen. Maar mijn ex (haar vader) is helemaal klaar met het gehang en vindt dat ze meer moet ondernemen en iets moet opsteken van dit jaar. Wie heeft er gelijk?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.)

Planmatig oriënteren

Wim Meeus: „Voor de meningen van beide ouders is iets te zeggen. De dochter mag best een tijdje de ruimte krijgen om het tussenjaar in te vullen zoals de moeder meent. Maar het idee van de vader is ook niet slecht. Na een maand of vier bijvoorbeeld zou de dochter moeten gaan nadenken over wat ze het komende jaar gaat doen. Oriënteren op nieuwe opleidingen, open dagen bezoeken.

Zo’n planmatige georganiseerde manier van uitzoeken is op zich al een waardevol leerproces. Jongeren die planmatig handelen en georganiseerd zijn, doen het gemiddeld beter dan jongeren die dat niet doen of zijn. Ze voelen zich beter, hebben minder last van verschillende vormen van psychosociale problemen en doen het beter in hun opleiding.

„Daarnaast is het belangrijk dat moeder en vader bereid zijn om ondanks hun verschillende standpunten tot een gemeenschappelijke wens voor hun dochter te komen. Als de dochter merkt dat de beide ouders het niet eens zijn, is het waarschijnlijker dat ze haar eigen gang gaat en zich weinig van de ouders aantrekt. De ouders doen er goed aan die gemeenschappelijke mening eerst in overleg met elkaar te bepalen voordat ze die aan hun dochter overbrengen.”

Zorg voor uitdaging

Loes Keijsers: „Dat ze niet studeert, wil niet zeggen dat ze nu niks leert, integendeel: ze leert wat het betekent om te werken, om met autoriteit van andere volwassenen om te gaan, op tijd te komen, er verzorgd uit te zien. Dat zijn belangrijke vaardigheden. Ook leert ze vriendschappen onderhouden, een belangrijke ontwikkelingstaak tijdens de adolescentie: hoe maak je het gezellig samen, hoe ben je zorgzaam, hoe los je conflicten op?

„Hoewel het niet allemaal nuttig hoeft te zijn, is het wel goed om in je achterhoofd te houden dat jongeren op deze leeftijd heel veel kunnen leren en dat ze het meest leren van uitdagende zaken. Het is jammer om dat niet optimaal te benutten. Als ze niet studeert, is het goed andere verantwoordelijkheden te oefenen, zoals wat een moeite het kost om economisch zelfstandig te worden, en voor jezelf te zorgen. De gemiddelde student werkt zo’n zeventien uur naast de studie, het aantal werkuren in een tussenjaar zou hoger kunnen liggen. Ook zou ze een deel van de huishoudelijke taken voor haar rekening kunnen nemen.

„Het is een mooi moment voor haar om te gaan exploreren wie en wat ze wil worden. Ouders kunnen daarbij helpen. Er is in deze kwestie geen goed of fout, maar praat er liefst met uw ex-partner over, voor jullie met haar in gesprek gaan. Mochten jullie verschillende standpunten houden, dan kunnen jullie die, met respect voor het standpunt van de ander, aan haar ter overweging meegeven.”

Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar opgevoed@nrc.nl

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.