‘Ik hang op een kruk nu. Niet ideaal. Het motortje van mijn zit-stabureau is stuk en het blad zit vast, net te laag om lekker aan te staan.” Ida Damen (1988) kocht voor haar thuiswerkplek nou juist de variant met motortje, omdat ze vreesde meer te zitten als ze het bureau handmatig moest verstellen. En hoe minder zitten, hoe beter. De afgelopen vier jaar deed Damen onderzoek naar hoe het kantoorleven actiever kan. 10 december promoveerde ze aan de TU Eindhoven.
Je onderzoek ging niet alleen over technologie, ook over menselijk gedrag. Hoe hangen die samen?
„Technologie is faciliterend. Of het kantoorleven actiever wordt, is uiteindelijk menselijk gedrag. Wij hebben gekeken naar de combinatie en gezocht naar dingen die missen qua technologie. Die is tot nu toe vrij eenzijdig. Het gaat over nummertjes en grafiekjes die je laten zien dat je te weinig beweegt, biepjes om je in actie te laten komen. Maar hoe maak je bewegen tijdens het werk makkelijker? Dat is de menselijke kant, waar technologie ook een rol in kan spelen.
„Bewegen wordt niet als productief gezien. Bijna alle technologie is gericht op bewegen als je niet aan het werk bent. Stappen zetten tijdens de lunch, stimuleren om de trap te nemen. Ik vond het frappant dat wij zo’n paradigma hebben van hoe werk behoort te zijn. Dat is deels te verklaren vanuit het verleden, het was een verworvenheid dat je naar kantoor mocht, mocht gaan zitten. Maar inmiddels weten we dat te lang zitten slecht is voor onze gezondheid.”
Gezond blijven is een abstract langetermijneffect
Werk zit voor velen nou eenmaal in een computerscherm. Dat laat zich lastig combineren met bewegen.
„Dat denken veel mensen. Maar ik kwam er steeds meer achter dat er dingen zijn die toch anders kunnen. In mijn eigen gedrag is de laatste jaren veel veranderd. Als ik iets nieuws wil gaan schrijven, dan orden ik mijn gedachten tijdens het wandelen en schrijf ik steekwoorden op in mijn telefoon. Telefonische vergaderingen kunnen ook vaak wandelend, al hangt dat wel af van de aard van het gesprek. Als ik iemand voor het eerst zie, wil ik die persoon wel kunnen aankijken, maar frequente teamvergaderingen kunnen vaak best buiten.
„Mensen die meededen aan ons onderzoek naar wandelend vergaderen, wij noemden dat een WorkWalk, kwamen ook wel obstakels tegen. Notities maken of presentaties geven zijn lastig tijdens het wandelen en met meer dan drie mensen valt het al gauw uiteen in groepjes. En er was een hiërarchische component, mensen nodigden niet gauw hun meerdere uit om te gaan wandelen. Maar ze zagen ook meteen voordelen. Ze genoten van het buiten zijn, er was meer creativiteit, lastige gesprekken gingen vaak beter en de sociale dynamiek verbeterde. Sommigen gebruikten de omgeving ook als timemanagement. Aan de route zagen ze hoe lang de vergadering nog duurde.
„Het ervaren van die goede effecten op de korte termijn is belangrijk. Gezond blijven is een abstract langetermijneffect, gedragsverandering is dan lastig. Echte couch potatoes krijg je toch niet aan het bewegen, maar als mensen die er wel in geïnteresseerd zijn direct positieve ervaringen hebben, blijven ze het hopelijk doen.”
Informatie over hoeveel stappen je zet, gaat wel over je gezondheid. Wil je dat aan je werkgever geven?
Wat is de rol van technologie bij wandelend vergaderen?
„Het helpt bijvoorbeeld als een wandeling ook als vergaderlocatie aangeklikt kan worden tijdens het inplannen van een vergadering in de agenda. In ons onderzoek hebben we ook hubs ontworpen die verspreid over de campus stonden, waar je bijvoorbeeld aantekeningen op kunt maken of een presentatie kunt laten zien. Je hebt natuurlijk geen hub nodig om te gaan wandelen, heel veel kan ook met je telefoon, maar het aanwezig zijn van een fysieke component bleek wel belangrijk. We plakten ook stickers met ‘verzamelplaatsen’ buiten voor de deur, en schilderden met stippen een route op de grond. Als iets zichtbaar is, wordt het sociaal acceptabeler en gaan mensen het eerder proberen.”
De agenda is voor veel kantoorwerkers belangrijk, is het laaghangend fruit om daar steuntjes in de rug aan toe te voegen?
„Aan de ene kant wel, omdat het in een systeem zit dat mensen al veel gebruiken. We experimenteerden in twee verschillende werkomgevingen vier weken met Tweak, een door ons ontworpen applicatie die onder meer zag wat er in de agenda’s stond, het weerbericht in de gaten hield en wist hoeveel stappen iemand al had gezet die dag. Op basis daarvan gaf de applicatie gezondheidssuggesties. Het werkte best goed, zeker als mensen er net mee begonnen. Maar er zijn belangrijke haken en ogen op het gebied van privacy. Informatie over hoeveel stappen je zet, gaat wel over je gezondheid. Wil je dat aan je werkgever geven? Daar moet je voorzichtig mee zijn.”
Fietsen of met het ov reizen levert voor veel mensen al wat beweging op
In je proefschrift zag ik vergaderruimtes met heel ongemakkelijke meubelstukken, is dat ideaal?
„Dat waren prototypes die studenten gemaakt hadden. Het zijn meubelstukken waar je niet gemakkelijk op zit, soms beter aan kunt gaan staan. Ze geven vergaderen een speels karakter. Gebruikers van die ruimte verplaatsen de blokken ook, ze gebruikten ze op verschillende manieren. Je hoeft niet alle vergaderruimtes daarmee in te richten natuurlijk. Wat ik daaruit haalde is dat een vergaderruimte niet altijd een tafel met stoelen hoeft te zijn. Actiever vergaderen kan in vele vormen gestimuleerd worden, staand vergaderen gebeurt al steeds vaker. Ik ga nu af en toe staan bij een lang overleg. Soms krijg ik dan gekke blikken, als je dat minder opvallend zou kunnen doen, zouden mensen daar denk ik sneller voor kiezen.”
Heeft Covid-19 en daarmee het vele thuiswerken invloed gehad op je onderzoek?
„Bijna al het onderzoek was al voor Covid-19 gedaan, in die zin dus niet. Maar het is duidelijk dat thuiswerken veel heeft veranderd. Uit meerdere onderzoeken die onlangs verschenen, blijkt dat er een grotere tweedeling is: er zijn mensen die nog minder zijn gaan bewegen, en mensen die meer zijn gaan bewegen. Covid heeft iedereen wel laten zien dat vergaderen niet per se met zijn allen in één ruimte hoeft. Die gewoonte is echt opengebroken. Helaas zitten veel mensen nu stil voor hun camera, er valt nog steeds veel te verbeteren.”
In je proefschrift haal je onderzoek aan dat zegt dat om gezondheidsschade te voorkomen twee tot vier uur beweging per werkdag het beste zou zijn. Is dat haalbaar?
„Misschien als je het woon-werkverkeer meetelt. Fietsen of met het ov reizen levert voor veel mensen al wat beweging op. Met vaak lunchwandelen en vergaderwandelen moet twee uur haalbaar zijn. Vier uur actief van de acht uur werken, dat wordt wel een uitdaging denk ik. Toch kan vaak meer dan mensen op het eerste gezicht denken.”