Uit: De Filosoof, de Hond en de Bruiloft van Barbara Stok

Interview

Filosofieles in stripvorm met Hipparchia, een vrouwelijke filosoof in het oude Griekenland

Barbara Stok De nieuwe strip van Barbara Stok vertelt hoe de jonge Hipparchia zich ontwikkelt tot een van de eerste vrouwen die filosoof werd. „Ze moet heel dapper en intelligent zijn geweest.”

‘De meeste mensen hebben steeds weer wat nieuws te wensen. Altijd mankeert er iets. Te warm, te koud, te klein, te oud. Het is een bodemloze put. Want zolang je innerlijk niet verandert, zal alles nooit genoeg zijn.”

Het is een van de relativerende wijsheden van de Griekse filosoof Crates uit de prikkelende, nieuwe strip De Filosoof, de Hond en de Bruiloft van Barbara Stok. Het boek is de opvolger van haar wereldwijd geprezen en verkochte stripbiografie Vincent uit 2012, over het leven van schilder Vincent van Gogh. Binnen een dag na verschijning vorige week werd een tweede druk in gang gezet en er komen edities in het Spaans, Koreaans, Frans en Engels.

Crates is de leermeester van de filosoof uit de titel: Hipparchia, die geldt als een van de eerste vrouwelijke filosofen. Stok tekent en beschrijft hoe de jonge Hipparchia naar Athene reist om kennis te maken met een rijke man die huwelijkskandidaten keurt, maar in de ban raakt van Crates, een filosoof die op straat leeft en lak heeft aan bezit en maatschappelijke conventies. Het is een verhaal over een nieuwsgierige, onderdrukte vrouw die zichzelf weet te bevrijden en doet wat ze wil.

Fantasie

Filosofie heeft altijd haar interesse gehad, vertelt Stok over de telefoon vanuit haar woonplaats Groningen. „Ik hou van Socrates, van Epicurus. Maar na Vincent wilde ik een onbekender iemand als hoofdpersoon, zodat ik meer mijn fantasie kon gebruiken. In het boek van Carolien Ceton over vrouwelijke filosofen las ik over Hipparchia. Ik zag er meteen een verhaal in.”

Over Hipparchia is weinig bekend. „In het beroemde boek met biografieën van Griekse filosofen door Diogenes Laërtius, uit de derde eeuw, staat een paragraaf van één pagina over haar. Dat is alles. Maar er is genoeg bekend over de filosofie die zij en Crates aanhingen. Over haar broer en Crates zijn anekdotes. Die kennis vormt het skelet van mijn verhaal.”

Ter voorbereiding reisde Stok naar Griekenland, met haar man Ricky, die haar lezers kennen uit de autobiografische strips waarmee ze haar naam vestigde. Ze bezochten Maroneia in Noord-Griekenland, de geboorteplaats van Hipparchia. „Vroeger een grote havenstad, nu een gehucht met piepklein haventje. Wat me opviel waren de vele straathonden. Dat gegeven heb ik in mijn boek gebruikt. Zo hoort het leven van een hond te zijn. Vrij, niet aan een riem.”

Het glooiende Griekse landschap krijgt ruim baan in de strip. Dat was geen bewuste keuze. „Nee joh”, werpt ze tegen. Ze had het liever gelaten: „Wat een werk!” Het schrijven van het scenario doet haar meer plezier dan het tekenen, bekent ze. „Uitzoeken hoe het verhaal soepel loopt, natuurlijk aandoende dialogen vinden, een lekker ritme. Daar beleef ik meer plezier aan.”

In eerste instantie probeerde ze dan ook een geschreven boek met alleen illustraties te maken. „Maar dat werd niet mooi.” Grappend: „Ik zit vast aan de strip, tegen wil en dank.”

Begeerd

Stok schetst de ontwikkeling van Hipparchia tegen de achtergrond van haar poging om in het huwelijk te treden. Zij doet haar best als kandidate, zelf van goede komaf, bij de rijke Kallios. In werkelijkheid werd ze zelf begeerd. Stok: „Het verhaal gaat dat zij het was die huwelijkskandidaten afwees die knap en rijk waren. De omkering gebruik ik om de afhankelijke positie van vrouwen in die tijd te schetsen. Vrouwen werden beschouwd als inferieur. Net als de slaven werden ze niet tot de officiële inwoners van Athene gerekend. Ze mochten ook niet alleen over straat. Ze werden opgeleid voor huishoudelijke taken. Leren schrijven was om boodschappenlijstjes te kunnen maken.”

Geld in zee gooien

Hipparchia en Crates behoren tot de cynici, een term die toen een minder zwartgallige betekenis had. Stok: „Wat me aanspreekt is dat de cynici erop hameren dat conventies illusies zijn, waanideeën. Algemeen aanvaarde normen en waarden moet je bevragen, en waanideeën moet je doorprikken.”

De afgelopen jaren is de tegenstem alom manifest geworden, in vele gedaantes. Stok: „Maar de cynici zeggen wel: kijk naar wat de waarheid is. De filosofie is de moeder van de wetenschap. Mensen die geloven in wat er in onzinnige artikelen op Facebook wordt beweerd, moeten wel verder kijken.” Met een lach: „Ik geloof in corona!”

Ontmasker het waardestelsel, zegt Crates in de strip. Stok: „Dat gaat nog steeds op. Het klinkt misschien hoogdravend, maar dat maakt dit een urgent boek: het idee dat we anders naar de wereld moeten gaan kijken. Minder de mens centraal stellen, zou ik zelf zeggen.”

Gevraagd naar een voorbeeld, zegt ze: „Kijk naar de manier waarop wij een geldsysteem en een kapitalistische economie overeind houden. Mensen die weinig geld hebben worden uitgesloten van activiteiten. Waarom verdient een aandelenhandelaar meer dan een schoonmaker? Ons wordt ingeprent dat meer hebben, een groter huis, ook beter is. Het is moeilijk weerstand te bieden aan dat idee.”

Uit: ‘De Filosoof, de hond en de bruiloft’ Barbara Stok

Crates leefde zijn filosofie: hij was rijk, maar koos ervoor op straat te leven. Hij had zijn bezittingen weggedaan. Stok: „Over de manier waarop doen verschillende verhalen de ronde. Hij zou zijn landerijen aan herders hebben gegeven en zijn geld op straat of in zee hebben gegooid. Op straat leven was voor cynici een training in onafhankelijk worden van luxe. Crates droeg expres een dikke mantel in de zomer en een dunne in de winter om zich te harden. Als je veel kunt hebben, dan ben je vrij, was de gedachte. En dan kun je overal tevreden mee zijn.”

Auto de deur uit

Probeert ze dat anders denken ook zelf toe te passen? „Laat ik ja zeggen. Door Hipparchia en Crates heb ik bij het maken van dit boek de auto de deur uitgedaan. Ik koop geen nieuwe kleren meer. Als ik in een winkel sta dan denk ik: wat doe ik hier? Wat is dit voor onzin? Ik heb genoeg kleren voor de komende tien jaar.”

Maar ze koopt misschien nog wel boeken? „Klopt. Daar doe ik geen afstand van.” De vraag komt over als een verwijt. „Dat krijg je dan. Dat mensen gaan zoeken naar zogenaamde overtredingen. Vegetariërs krijgen ook vaak commentaar op hun leren schoenen. Als je idealen hebt, moet je kennelijk perfect zijn. Een idiote gedachte.”

Lees ook: Interview met Barbara Stok over haar boek over kunstenaar H.N. Werkman

Hipparchia verzet zich in de strip van Stok onder meer tegen het houden en mishandelen van „slaven”, mensen die de pech hebben tot slaaf te worden gemaakt. De haar opgelegde beperkingen doorbreekt ze door zich als man te verkleden om de lessen van Crates te kunnen volgen. Dat rebelse past bij haar, zegt Stok. „Uit haar levenskeuzes blijkt dat ze heel dapper en intelligent moet zijn geweest.”

Uiteindelijk maakt Hipparchia in de strip de belangrijkste keuze: van stiekem lezen en praten over filosofie naar het in de praktijk willen brengen van haar ideeën. „Dan kijkt ze niet alleen meer op tegen Crates, maar worden ze gelijkwaardige gesprekspartners.”

Hoger doel

Al dat filosoferen van de personages dient een hoger doel: een goed en gelukkig leven leiden. Stok: „Wat de cynici zochten was gemoedsrust. Geluk stond voor hen voor niet uit het veld geslagen worden door tegenslag en je niet laten meeslepen door voorspoed. Je niet laten beïnvloeden door omstandigheden waar je geen grip op hebt.”

Dat neigt al naar het stoïcisme, waar het cynisme een voorloper van was. Crates was de leermeester van Zeno, de grondlegger van het stoïcisme. Stok: „Toen ik die link ontdekte, wist ik zeker dat ik dit boek wilde maken. Stoïcijns probeer ik al mijn hele leven te zijn.”