Iedereen die weleens een BHV-cursus heeft gevolgd, weet dat je in een crisissituatie vooral jezelf eerst in veiligheid moet brengen. Als een auto te water raakt, heeft niemand wat aan een reddende engel die niet blijkt te kunnen zwemmen en zelf verdrinkt. Zo is te begrijpen waarom westerse landen in de eerste fase van de coronapandemie vaccins hamsterden. Nederland bestelde tot begin dit jaar in totaal 85 miljoen vaccins: goed voor bijna vijf prikken per Nederlander. Dat waren er zoveel omdat, toen de contracten vorig jaar werden afgesloten, nog onbekend was welke vaccins goedgekeurd zouden worden.
Ter vergelijking: in februari 2021, dezelfde maand waarin Nederland 8 miljoen Moderna-vaccins bestelde, beschikte Suriname, het land waar mijn ouders zijn geboren, pas over slechts zijn eerste duizend vaccins. Het was al te laat: toen de gammavariant het land dit voorjaar bereikte, lagen de gangen van de ziekenhuizen vol met patiënten.
Is dit waar Thomas Hobbes het over had, toen hij de natuurstaat van de mens in zijn werk Leviathan beschreef? Ieder voor zich, en het leven is „solitary, poor, nasty, brutish and short”?
We zitten allang niet meer in de acute, eerste crisisfase, waarin we enkel aan onszelf moeten denken. Het lijkt er steeds meer op dat het gehekelde ‘nieuwe normaal’ ook echt normaal wordt. De Verenigde Naties lieten al eerder de boodschap uitgaan: waak voor vaccinnationalisme, want in deze fase is niemand meer veilig totdat we allemaal veilig zijn.
Nederland krijgt volgend jaar elk kwartaal 7,5 miljoen vaccins erbij; in 2023 gaat het om 5,15 miljoen vaccins per kwartaal, zo blijkt uit cijfers van juni dit jaar. Daarmee kun je alleen al volgend jaar alle Nederlanders van 12 jaar en ouder twee (!) boosterprikken geven. Daartegenover staat dat Nederland sinds vorige maand versneld vaccins doneert aan VN-programma Covax.
Covax alleen volstaat echter niet: daarmee is pas volgende zomer 60 procent van het Afrikaanse continent gevaccineerd. Dat is nog optimistisch, gezien de moeizame informatievoorziening daar. Ook sloeg Unicef vorige maand alarm wegens een tekort aan spuiten om de vaccins mee toe te dienen.
De Australische filosoof Peter Singer legt in Famine, Affluence and Morality uit dat het moreel niet uitmaakt of je financiële hulp verleent aan de buurman om de hoek die je al tien jaar kent, of een anonieme Bengaal tienduizend kilometer verderop wiens naam je nooit zult kennen. Immers verminder je met geen van beide daden je eigen welzijn op dezelfde significante manier waarmee je andermans welzijn verhoogt: bovendien hoef je niet die tienduizend kilometer zelf te reizen.
Datzelfde gaat ook op voor de wereldwijde vaccinatiecampagne. Waarom heeft een rijke westerling het recht op meerdere boosters, als er elders in de wereld mensen zijn die nog niet eens kans maken op een enkele vaccinatie? Slechts 11 procent van de Afrikanen heeft minstens één dosis van het coronavaccin gekregen, terwijl dat voor de gehele wereldbevolking 54 procent zo is. In enkele van de armste Afrikaanse landen, zoals Niger, Madagaskar, Tsjaad en Burundi, ligt de vaccinatiegraad nog op of onder de 2 procent.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data79254556-a96cee.jpg)
Voor ‘vaccinsolidariteit’ pleiten is overigens ook welbegrepen eigenbelang. De kans dat het virus overleeft, is vele malen groter in een omgeving waar weinig vaccinaties zijn toegediend en dus weinig resistentie is opgebouwd. En omdat we in een hevig geglobaliseerde wereld leven, is die variant in no-time per boot of vliegtuig overgewaaid naar Parijs, New York of Amsterdam. Voor je het weet zitten we dan in een intelligente-, gedeeltelijke- of avondlockdown.
Als we dit allemaal weten, hoe lang blijven we dan nog doorgaan met ons vaccinnationalisme?