Veel schoonmakers krijgen te maken met discriminatie op de werkvloer, blijkt uit onderzoek van vakbonden en werkgevers uit de schoonmaakbranche. Ruim een derde van de ondervraagde schoonmakers zegt in het onderzoek dat collega’s of zij zelf gediscrimineerd worden tijdens hun werk. Die discriminatie uit zich in gedrag zoals pesten, negeren, buitensluiten, grapjes maken of intimideren.
„De uitkomsten zijn schokkend”, zegt directeur van werkgeversorganisatie Schoonmakend Nederland Rob Rommelse. „Dit is niet wat je wil als werkgever.” FNV-sectorbestuurder Renate Bos noemt het aantal schoonmakers dat met discriminatie te maken krijgt „schrikbarend veel”. Tegelijkertijd vinden zowel Rommelse als Bos de uitkomsten „niet verrassend”. Beiden zeggen al langer signalen over discriminatie op te vangen uit de sector – het was één van de redenen dat het onderzoek werd uitgevoerd. Rommelse: „Als je het lef niet hebt naar discriminatie te vragen, is er geen vooruitgang mogelijk.”
Afkomst en huidskleur
De ondervraagde schoonmakers (bijna 300 mensen vulden de enquête in) zeiden voornamelijk discriminatie op basis van afkomst, huidskleur of religie tegen te komen. In de open antwoorden gaven mensen daarnaast aan ook te maken te krijgen met discriminatie op basis van klasse.
In het onderzoek worden verschillende (anonieme) schoonmakers geciteerd over hun ervaringen. Zo schrijft er één: „Sommige bedrijven waar ik werk, zien mij als een dom en arm mens, en zeggen dit ook tegen me.” En een ander schrijft: „Als mensen je minderwaardig vinden, omdat je een schoonmaakster bent, kun je daar niets aan veranderen. Het komt op grote schaal voor. Ik zit al 25 jaar in het vak en heb dit veelvuldig meegemaakt.”
In het onderzoek worden voorts verschillende situaties beschreven waarin schoonmakers met discriminatie te maken kregen. Zo werden twee uitzendkrachten naar huis gestuurd vanwege hun geloof. Andere vrouwen werden van de werkvloer weggepest – ze zouden ‘te oud’ zijn om het schoonmaakwerk nog aan te kunnen. Niet alleen klanten maken zich schuldig aan discriminatie, staat in het rapport – ook onder leidinggevenden en collega’s onderling komt het voor.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data60498162-768e8e.jpg)
Rooskleurig beeld
Waarschijnlijk geeft het onderzoek alsnog een te rooskleurig beeld, schrijven de onderzoekers. In de schoonmaaksector werken veel mensen die laaggeletterd zijn of geen Nederlands spreken. Zij zijn „een kwetsbare groep waar het discriminatie betreft”, maar er is een grote kans dat zij de enquête niet hebben ingevuld.
Vakbonden en werkgevers besloten in de jongste cao voor de schoonmaakbranche „een gezonde en veilige werkplek te bevorderen”, het onderzoek naar discriminerend gedrag op de werkvloer is daar deel van. Er vallen zo’n 125.000 werknemers onder die schoonmaakcao. Het onderzoeksrapport was een jaar geleden al af. Beide partijen besloten het onderzoek nu pas naar buiten te brengen omdat ze eerst een actieplan wilden hebben. Bos: „We wilden niet alleen ‘ach en wee’ roepen. Daar zijn de schoonmakers niet mee geholpen.”
Leidinggevenden kunnen nu online cursussen volgen, waarin ze onder meer leren discriminatie te herkennen en bespreekbaar te maken. Voor werknemers is er een website, waar ze met vragen over ongewenst gedrag terechtkunnen.