Opinie

Kinderen inenten: wacht niet langer

Covid-19 Nu kinderen nog onbeschermd zijn, krijgt een fors aantal het Multisystem Inflammatory Syndrome, ziet .
Een 11-jarig kind in Denemarken krijgt een coronaprik.
Een 11-jarig kind in Denemarken krijgt een coronaprik. Foto Olafur Steinar Gestsson/AFP

Momenteel bedraagt in Nederland het aandeel van de groep 5- tot 15-jarigen in het aantal Covid-19-besmettingen ruim 20 procent.

Dit is een gevolg van het feit dat in september alle kinderen weer naar school werden gestuurd, zonder vaccinatie. Binnen de kortste keren zat 30 procent weer thuis, vanwege contact met positief geteste leeftijdsgenoten of onderwijspersoneel. Daar hebben we voor een substantieel deel de huidige piek aan te danken.

Mijn kleinkind van 10 maakte dat mee: ongeveer zes weken geleden werd hij met negen andere kinderen uit zijn klas naar huis gestuurd, kreeg daar Covid-19 (matig ziek), en bezorgde zijn volledig gevaccineerde moeder een doorbraakinfectie.

Vier weken daarna kreeg hij koorts, buikklachten en overal rode vlekken – een week geleden is hij opgenomen met Multisystem Inflammatory Syndrome in Children (MIS-C) in het Franciscus Ziekenhuis Rotterdam en wordt daar nu behandeld door een team van specialisten. Dat team in dat ene ziekenhuis heeft sinds midden 2020 al meer dan dertig kinderen met MIS-C mogen behandelen. Ik hou mijn hart vast voor de incidentie in Nederland.

Wordt het niet tijd dat het OMT het negatieve standpunt over Covid-19-vaccinatie van 5-15 jarige kinderen herziet? Onderzoek over bijverschijnselen bij kinderen zou volgens het OMT nog ontoereikend zijn, maar 29 oktober publiceerde de Amerikaanse Food and Drug Administration een ‘emergency authorization’ voor kindervaccinatie met mRNA-vaccins (in aangepaste dosering), en 27 november is de goedkeuring afgegeven door de EMA.

Waar wachten we dan nog op? In feite wachten we al vanaf zomer 2020 op de ontwikkeling van ‘groepsimmuniteit’ bij onze ongevaccineerde kinderen – waarvoor de patiëntjes met MIS-C de prijs moeten betalen.

Jan D. van Gool, emeritus hoogleraar kindergeneeskunde, Institute of Computer Science in Medicine, Biostatistics, and Epidemiology, University Hospital Essen