Bomen koelen steden beter in Noord- dan in Zuid-Europa

Hitte Het planten van bomen is een populaire methode om hitte-overlast in steden tegen te gaan. Het werkt alleen niet altijd even goed.

Historische panden aan de lommerrijke Herengracht in Weesp.
Historische panden aan de lommerrijke Herengracht in Weesp. Foto ANP / Hollandse Hoogte / Berlinda van Dam

Boomrijke stedelijke gebieden blijven tot 12 graden Celsius koeler dan bebouwde gebieden – en blijven veelal ook koeler dan groene stedelijke gebieden zonder bomen. Het maakt wel uit waar op aarde die bomen staan. In hete, zuidelijke landen is het koelende effect een stuk kleiner dan in de landen in Midden- en Noord-Europa, vooral tijdens hittegolven. Dat blijkt uit een analyse van satellietgegevens over 293 Europese steden die Zwitserse onderzoekers vorige week in Nature Communications publiceerden.

Hitte kan veel overlast geven in steden. Met onder meer stadsinrichting wordt geprobeerd de overlast van hitte te beperken, en bomen zijn hierbij een belangrijk instrument.

Bomen beïnvloeden hun omgeving door schaduw, verdamping en reflectie. De temperatuur van grond en lucht kan in de schaduw aanzienlijk lager zijn dan buiten de schaduw. Het effect op de temperatuur door verdamping van bomen hangt deels samen met de boomsoort, maar ook met de samenstelling en vochthuishouding van de bodem. Als de grond te droog wordt, kan een boom minder water verdampen en koelt hij minder. Als bomen amper water verdampen, en wel donkerder van kleur zijn dan de straat eromheen, kan een boom zelfs zorgen voor méér warmte.

Hittegolven

Het koelend vermogen van bomen is afhankelijk van het achtergrondklimaat, zagen de onderzoekers. Vooral tijdens hittegolven is er een verschil te zien in verkoelend effect. In boomrijke gebieden in steden in Centraal- en Midden-Europa is de oppervlaktetemperatuur gemiddeld 8 tot 12 graden Celsius lager dan in bebouwde gebieden. Voor de meer zuidelijke landen is het verschil met bebouwde gebieden gemiddeld 0 tot 4 graden. In Zuid-Europa zijn boomloze groene gebieden tijdens hittegolven vaak zelfs warmer dan bebouwde gebieden.

Als verklaring noemen de onderzoekers ernstige droogte van de bodem in de zuidelijke landen, in combinatie met de relatief lichte kleur van de bebouwing die veel zonlicht weerkaatst en daarom koeler is. Verwacht wordt dat de droogte in Zuid-Europa verder toeneemt. Hiermee moet rekening gehouden worden als het gaat om het inrichten van steden, schrijven de onderzoekers.

„Het is interessant dat hier systematisch naar heel Europa is gekeken. Het was nog niet bekend dat bomen op verschillende plekken zo anders reageren op hitte”, zegt Gert-Jan Steeneveld, universitair hoofddocent meteorologie aan Wageningen Universiteit. „Je kunt dit soort onderzoek alleen met satellieten doen, maar deze manier van meten kent wel beperkingen. Oppervlaktetemperatuur is iets anders dan de luchttemperatuur. Ook is het lastig dat de satelliet maar één keer per dag overvliegt; deze metingen zijn allemaal iets na tienen in de ochtend gedaan.”

„Als je bedenkt dat het klimaat van zuidelijk Europa steeds verder opschuift naar het noorden, is dit ook voor ons relevant”, zegt Steeneveld. „Bomen plant je niet voor een paar jaar. Om voorbereid te zijn op het klimaat dat hier wellicht over dertig of veertig jaar heerst, is het verstandig om bomen te planten die beter met hitte om kunnen gaan.”

Blijven verdampen

Sanda Lenzholzer, hoogleraar landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit, zegt dat het Zwisterse onderzoek extra duidelijk maakt dat „als je iets met bomen doet, je ook moet zorgen dat de bewatering op orde is, zodat bomen kunnen blijven verdampen.” Bomen zijn niet automatisch goed, ook niet in onze steden, vindt ze. „Je moet ze slim plaatsen, zodat bijvoorbeeld ook de wind goed zijn werk kan doen. Anders kan warme lucht en luchtverontreiniging bij bomen blijven hangen.”