Necrologie

Stephen Sondheim: de geestigste en intelligentste musicalcomponist

Necrologie Stephen Sondheim (1930-2021) Stephen Sondheim maakte meesterlijke musicals voor gevorderden in een bij uitstek commerciële genre. Kassuccessen bleven uit, maar het regende waardering voor de belangrijke musicalvernieuwer.

Foto Charles Krupa / AP

Stephen Sondheim was de belangrijkste musicalvernieuwer van de afgelopen halve eeuw. Niet de meest succesvolle – lang niet. Hij schreef tekst en muziek voor zo’n vijftien musicals waarvan er niet één een echt kassucces is geweest. Maar hij was wel de beste – de verrassendste, de intelligentste, de geestigste, de meest inventieve. In het bij uitstek commerciële genre van de musical was Sondheim de meester van de niet-commerciële variant. Hij maakte musicals voor gevorderden.

Stephen Sondheim, geboren in 1930 in New York, overleed 26 november op 91-jarige leeftijd.

De enige Sondheim-song die ooit een hit werd, is ‘Send in the clowns’. Maar zelfs Barbra Streisand, Judy Collins, Shirley Bassey en Frank Sinatra, die er goede zaken mee deden, hebben weleens toegegeven dat ze de tekst, eerlijk gezegd, nauwelijks hadden begrepen. Sondheim schreef specifiek voor de personages die de nummers in zijn musicals zongen. Zo wemelt ‘Send in the clowns’ van theaterjargon omdat de song in de musical A little night music (1973) het wrange relaas is van een oudere actrice die eindelijk denkt dat ze haar liefdesgeluk heeft gevonden, maar te horen krijgt dat haar minnaar zojuist voor een veel jongere vrouw heeft gekozen: „Making my entrance again with my usual flair / sure of my lines / no one is there…” En in die context krijgen ook de clowns hun betekenis.

Dat zijn songs vooral moeten bijdragen aan de karaktertekening van zijn musicalpersonages, is voor Sondheim altijd een eerste vereiste geweest. Dat verklaart ook de zelfkritiek die hij menigmaal heeft geuit op het kokette ‘I feel pretty’ uit West Side Story (1957) – een vindingrijke tekst vol binnenrijmen („It’s alarming how charming I feel”), maar juist daarom niet passend. Een eenvoudig meisje uit Puerto Rico dat nog maar net de Engelse taal beheerst, zou haar blijdschap nooit zo eloquent verwoorden. „Daar had ik mijn tekstschrijversijdelheid moeten onderdrukken”, aldus Sondheim.

West Side Story was zijn eersteling op Broadway. Eigenlijk had hij meteen willen debuteren met een musical waarvan hij tekst én muziek had gemaakt. Maar de kans de songteksten te mogen schrijven voor de briljante muziek van de grote Leonard Bernstein wilde hij niet laten lopen. En terecht: het overweldigende succes van West Side Story maakte de 27-jarige beginneling niet alleen beroemd, maar ook bemiddeld.

Sindsdien heeft Sondheim echter bijna altijd zijn eigen muziek geschreven. Soms waren daarin nog de vinnige ritmes te horen die bij vlagen aan Bernstein deden denken, maar ook was hij een meester in het maken van muziek in de sfeer van het tijdvak of de locatie waarin de voorstelling zich afspeelde. Zelf sprak hij van ‘pastiche’ – alsof hij niets meer dan een vakkundig parodist was. In werkelijkheid leidde die muzikale lenigheid vaak tot een overtuigend samengaan van drama, tekst en muziek met een authentieke klankkleur.

Behaagziek was Sondheim allerminst. Daarvoor waren zijn songs vaak te grillig – hij schreef geen melodielijnen waarin de spelers zich wellustig konden neervlijen. En voorts hadden zijn musicals zelden een happy end. Of het happy end had zich, zoals in Into the woods, al voltrokken in de pauzefinale, waarna de tweede helft liet zien welke levensgrote risico’s kunnen voortkomen uit het in vervulling gaan van ondoordachte wensen.

Sondheims musicals waren in veel opzichten onvoorspelbaar. De eerste waarvoor hij tekst én muziek schreef, was A funny thing happened on the way to the Forum (1962), naar de oud-Griekse kluchten van Plautus. Latere musicals gingen onder meer over een New Yorkse dertiger die onder druk staat van zijn getrouwde vrienden om een vaste relatie te beginnen (Company), de pijnlijke reünie van vrouwen die in de jaren dertig showmeisjes waren (Follies), de opmars van de westerse invloed in het negentiende-eeuwse Japan (Pacific Overtures), een negentiende-eeuwse barbier in Londen die seriemoordenaar wordt (Sweeney Todd), het gefantaseerde wordingsverhaal van het pointillistische schilderij Un dimanche après-midi à l’Île de la Grande Jatte van Georges Seurat (Sunday in the Park with George) en een – uiteraard imaginaire – samenkomst van de negen mannen die in de laatste anderhalve eeuw een aanslag op een Amerikaanse president hebben gepleegd (Assassins).

Stephen Sondheim was boven alles een theatermaker. Losse nummers schreef hij zelden. Een uitzondering vormde het door Madonna gezongen ‘Sooner or later’ uit de film Dick Tracey (1990) dat hem een Oscar voor de beste filmsong opleverde. Dat was zo ongeveer de enige prijs die hij nog niet eerder had ontvangen. Terwijl hij toen al acht keer was bekroond met een Tony Award voor zijn theaterwerk – geen enkele andere musicalmaker ontving ooit zo veel eerbewijzen als hij. Op zijn tachtigste werd in New York zelfs een theater naar hem vernoemd. Wegens zijn onschatbare betekenis voor een makkelijk te onderschatten theatergenre.