In een half jaar moeten deze twee Rotterdamse wethouders zich inwerken, hun stempel drukken én de campagne leiden

Stadsbestuur Kort voor verkiezingen begonnen Christine Eskes en Vincent Karremans als wethouder én werden lijsttrekker. Zijn die verschillende rollen te verenigen? „Wat ik hier op het stadhuis doe is allemaal voor de stad.”

Wethouders Christine Eskes (CDA, volksgezondheid, ouderen en sport) en Vincent Karremans (VVD, handhaving, buitenruimte, integratie).
Wethouders Christine Eskes (CDA, volksgezondheid, ouderen en sport) en Vincent Karremans (VVD, handhaving, buitenruimte, integratie). Foto Camiel Mudde

Achter de grote, ovale vergadertafel in het kantoor van wethouder Vincent Karremans (VVD, handhaving, buitenruimte, integratie) staan twee flip-overs. Op een daarvan staat met rode letters: reach, impact, confidence en effort. Een managementmethode om prioriteiten te bepalen. „Ik zat hier met een groep mensen die actief zijn in dierenwelzijn”, zegt hij. „Ik vroeg hun welke concreet, afgekaderde dingen we de komende zes maanden in gang kunnen zetten of afronden. Ze kwamen met een hele lijst – zonder prioriteit. Toen heb ik uitgelegd hoe we dat in mijn bedrijf deden: hoe bereik je het meest als je kijkt naar de tijd en kosten die je erin stopt. Daar komt een score uit. Met het plan met de hoogste score ga je eerst aan de slag.”

Karremans was ondernemer en mede-oprichter van Magnet.me, een online netwerk dat studenten en pas afgestudeerden aan een baan helpt. Niet alleen de taal nam hij mee vanuit zijn vorige functie, ook de werkwijze. Zoals recentelijk bij het regelen van extra opvangplekken voor asielzoekers op een boot aan de Persoonskade in Feijenoord. „Bam bam bam. Dat moest allemaal in een dag geregeld worden. Dan vegen we de agenda leeg en zetten we alle belangrijke mensen die erover gaan aan deze tafel. We hadden een soort warroom en samen vinkten we zo, hup, alle punten af.” Soms is die voortvarende aanpak nog wennen voor de ambtenaren die met hem samenwerken, erkent hij. „Maar ze vinden het ook fijn omdat ik duidelijk maak wat ik wil.”

Stempel drukken

Begin september werd Karremans geïnstalleerd als wethouder, hij volgde partijgenoot Bert Wijbenga op. Een maand later, nog geen half jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen, schoof er weer een nieuwe wethouder aan in het college. Christine Eskes (CDA, volksgezondheid, ouderen en sport) nam de plek over van Sven de Langen. Ook zij zegde haar baan op om enkele maanden wethouder te worden.

Twee wethouders in blessuretijd – en beiden verkozen tot lijsttrekker van hun partij. In een half jaar moeten ze zich inwerken, hun stempel drukken op hun portefeuille én de campagne leiden. Lukt dat? En zijn die verschillende rollen te verenigen?

De combinatie van wethouder en lijsttrekker vindt directeur John Bijl van het Periklesinstituut – debattrainer van gemeenteraden, wethouders en politici – ongewenst. „Een wethouder spreekt namens het hele college. En ook namens zijn en haar voorganger. Dat betekent concessies doen en compromissen sluiten.” De rol van lijsttrekker is juist een heel andere. „Daarbij ben je het bekendste gezicht van de campagne en benadruk je de verschillen met andere partijen.” Dat kan bijten.

Als wethouder kun je wel werken aan je bekendheid. „Een raadslid wordt gekend door gemiddeld 1,5 procent van de inwoners, een wethouder door 30 procent”, zegt Bijl.

Kritiek

„Mijn prioriteit ligt bij het wethouderschap”, vertelt nieuweling Eskes. „Maar vanaf januari zullen nog maar enkele onderwerpen politiek behandeld worden.” Het aantal vergaderingen zal teruglopen en zo ontstaat meer ruimte om de laatste periode voor de verkiezingen van 16 maart actief campagne te voeren, verwacht ze.

Dat tijdspad leverde voor haar installatie als wethouder kritiek op van de Partij voor de Dieren en 50Plus. Want dit zou betekenen dat ze effectief slechts 2,5 maand wethouder is om daarna, met een salaris van wethouder op zak, campagne te voeren. Eskes spreekt dat tegen. „Ook al zijn er straks minder politieke vergaderingen, nog steeds zullen er vragen en knelpunten in mijn mailbox of op mijn telefoon binnenkomen. Dat gaat voor. Het grootste deel van mijn tijd zal ik, ook tijdens de campagne, besteden aan het wethouderschap.”

Eskes wil de komende maanden meer vrijheid regelen voor de wijkteams, teams met zorgprofessionals die inwoners ondersteunen bij opvoed- en psychische problemen. „Tijdens een pilot zagen we dat dit goed werkte. Zo waren er kinderen van wie beide ouders in het ziekenhuis waren opgenomen. Normaal komt zo’n kind in de pleegzorg terecht. Nu kon het wijkteam tickets bekostigen naar opa en oma in het buitenland. Fijn voor de kinderen, maar het voorkomt ook andere zorg.”

Ook kon een gezin met huisvestingsproblemen door een wijkteam tijdelijk worden ondergebracht in een leegstaand pand van de gemeente. „Normaal onmogelijk, maar door het wijkteam meer vrijheid te geven, kwamen er betere oplossingen.”

Verkapte sollicitatie?

Wethouders Richard Moti (PvdA) en Judith Bokhove (GroenLinks) zijn eveneens lijsttrekker. „Afgesproken is dat we geen zichtbare campagne voeren tot in februari, kort voor de verkiezingen”, zegt Eskes. Verder wil Karremans steeds duidelijk vermelden wanneer hij ergens aanwezig is als wethouder of als lijsttrekker. „Wat ik hier op het stadhuis doe is allemaal voor de stad. Wat ik daarbuiten doe met flyers en bitterballen, is voor de VVD. Aan de andere kant ben ik wel dezelfde persoon. Onvermijdelijk zullen mensen beide rollen met elkaar verweven.”

Een logische gedachte is dat ze hun huidige functie zien als een verkapte sollicitatie voor het wethouderschap in een nieuw college. Dat is het niet, zegen ze beiden. „Binnen mijn partij is al lang bekend wat ik kan”, zegt Karremans. Maar een tweede, volledige periode sluiten ze niet uit. „Politiek is zo grillig. Je kunt er geen carrière op maken”, zegt Karremans.

Hoe verschillende functies door elkaar kunnen lopen, bleek in zijn geval. Als raadslid diende hij een motie in om billboards met daarop slachtoffers van liquidaties te plaatsen bij festivals – om het drugsgebruik te ontmoedigen. Ruim twee jaar later zijn die er nog steeds niet. „Nee, dan kan ik in een collegevergadering niet vragen of ze willen opschieten met die motie. Dat houden we gescheiden. Ik app dan [Pascal Lansink-Bastemeijer, fractievoorzitter VVD] of hij het onderwerp onder de aandacht wil brengen. Dat is best een schizofrene bedoeling, maar goed te managen als je rustig blijft nadenken.”