Interview

‘Ministers zouden moeten worden vervangen, net zoals coach van verliezend team’

Arjen Boin Hoogleraar publieke instituties

Het kabinet blijft maar doormodderen in de coronacrisis. Handel urgenter en creatiever, zegt crisisexpert Arjen Boin.

Maak van de coronabestrijding weer Chefsache met bijvoorbeeld weer een toespraak van de premier tot de natie. Erken daarin ruiterlijk dat die bestrijding heeft gefaald. Laat het leger overal in het land tenten klaarzetten waar mensen dag en nacht terecht kunnen voor een boosterprik. En ten slotte: doe nog een keer een stevig beroep op de bevolking solidair met elkaar te zijn tijdens een nieuwe, ingrijpende lockdown van pakweg een maand, tot vlak na de Kerst – en niet langer dan dat.

Dat is – kort samengevat – het antwoord dat Arjen Boin geeft op de vraag wat er moet gebeuren nu de ziekenhuizen vol liggen, besmettingscijfers recordhoogtes bereiken, het vertrouwen in de crisisaanpak bij de bevolking is geslonken en het kabinet terug bij af lijkt. Vrijdag geven premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge (CDA, Volksgezondheid) weer een persconferentie. Als het blijft bij de verwachte maatregelen als langere sluitingen van winkels, horeca en culturele instellingen, is dat „ontoereikend en meer van hetzelfde”, aldus Boin, expert in crisismanagement en hoogleraar publieke instituties en governance aan de Universiteit Leiden. Vorig jaar evalueerde hij de eerste maanden van de corona-aanpak van het kabinet, en schreef hij samen met collega’s een boek waarin ze het beleid van verschillende landen met elkaar vergelijken.

„Eigenlijk”, zegt de hoogleraar, „zouden er nu ministers en OMT- leden moeten worden vervangen, net zoals de coach vertrekt van een voetbalclub die maar blijft verliezen. Daarmee laat je als kabinet zien dat het je echt menens is, en dat je zelf offers wilt brengen in een tijd waarin je de burger ook om nieuwe, belangrijke offers vraagt. Maar dat gaat natuurlijk allemaal niet gebeuren.”

Schijnveiligheid

Zijn script met maatregelen is dan ook een second best-scenario. Het is mede gebaseerd op Boins analyse van wat met name het laatste halfjaar fout ging. Cruciaal moment daarin, doceert Boin, was eind september, begin oktober. Toen begon het hameren op het belang van vaccinatie en van het gebruik van de coronapas. „Met de roep om vaccinatie voor iedereen als dé oplossing werd er impliciet een probleem gedefinieerd: de ongevaccineerden”, zegt Boin. „Eerst gebeurde dat subtiel, maar al vanaf augustus voerde Ernst Kuipers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding de druk op.” Kuipers noemde de keuze om niet te vaccineren „mogelijk risicogedrag.” Boin: „Het kabinet volgde die lijn al snel.”

De promotie van de coronapas wekte voorspelbare weerstand, met name bij ongevaccineerden. Belangrijker nog, zegt Boin: „De coronapas kreeg een centrale plaats in de aanpak van het kabinet zonder dat überhaupt bewezen was dat die werkte om het aantal ziekenhuisopnames omlaag te brengen. Sterker: die aantallen stegen juist.”

Weliswaar werden gevaccineerden zelf veel minder ziek van corona dan ongevaccineerden. Maar zij konden corona wel aan anderen doorgeven. Die belandden alsnog in het ziekenhuis. Ook verzwakte het effect van de vaccins sneller dan het kabinet de burger had voorgespiegeld, aldus Boin. „De coronapas van het kabinet bood schijnveiligheid”, concludeert hij.

Lees ook: Met een nieuwe lockdown geeft het kabinet zijn eigen falen toe

Lolly als coronatest

Ongeveer in dezelfde tijd liet het kabinet een aanpak los die juist wél goed had gewerkt, constateert Boin: het aandringen op het dragen van een mondkapje en het in acht nemen van de anderhalve meter afstand. „Minister Grapperhaus nam niet alleen met een liedje feestelijk afscheid van het mondkapje, het kabinet als geheel delegitimeerde het dragen ervan ook”, zegt Boin. „Je zag heel weinig bewindslieden op tv mondmaskers dragen.”

In het buitenland gebeurde dat veel meer. „De Franse president Emmanuel Macron draagt het mondkapje meer wel dan niet.” Wat daarbij niet hielp, zegt Boin, was dat het Outbreak Management Team (OMT) aanvankelijk het dragen van een mondkapje had ontraden. In het hameren op het belang van de anderhalve meter is het OMT altijd wel consequent geweest.

Boin vreest nu een doormodderscenario van halfhartige maatregelen en diffuse signalen van een verzwakt demissionair kabinet en een OMT waarvan leden elkaar publiekelijk tegenspreken. Hij zegt: „Onder deze omstandigheden kun je onmogelijk tegen burgers zeggen: ‘U moet zich beter gaan gedragen.’ Daarvoor is echt veel meer nodig. Je moet iets collectiefs uitstralen: ‘Wij gaan als overheid nu snel iets doen zoals met die booster-shots, en u als burger helpt ons bijvoorbeeld door veel meer mondmaskers te dragen’.”

Boin raadt het kabinet verder aan meer naar het buitenland te kijken. „Daar zie je een mate van creativiteit die ik hier vaak mis”, zegt hij. „Zo distribueerde de Duitse en Oostenrijkse regering al vroeg coronatests in de vorm van lolly’s voor kinderen. In veel Franse steden had je op bijna elke straathoek een testlocatie. En in New York mocht de horeca zijn terrassen met warmtekanonnen op straat uitbreiden. Laten we van zulke voorbeelden leren.”