Dit dier lust Aziatische duizendknoop en verder niks

Biologie Woekerende Aziatische duizendknopen geven veel overlast. Ze zijn moeilijk te bestrijden. Kan de Japanse bladvlo het wel?

De Japanse bladvlo op een blad van de Aziatische duizendknoop.
De Japanse bladvlo op een blad van de Aziatische duizendknoop. Foto #uitde1000knoop

Een exoot met een exoot bestrijden: dat klinkt wellicht niet slim. Die exotische bestrijder kan immers zelf ook een plaag worden. Toch kreeg een consortium in Nederland een vergunning om een natuurlijke vijand van een Aziatische plant uit Japan te importeren en hier los te laten. Het gaat om de Japanse bladvlo, die moet helpen Aziatische duizendknopen in toom te houden. De sapzuigende insecten van twee millimeter groot overleven hier de winter, planten zich voort en remmen de groei van duizendknopen. Dat maakte het consortium, genaamd #uitde1000knoop, deze week bekend.

Voor terreinbeheerders zijn ze een nachtmerrie: Aziatische duizendknopen. Twee soorten kwamen in de afgelopen twee eeuwen vanuit Azië in Europa terecht – de Japanse en de Sachalinse duizendknoop. Door kruising ontstond hier de bastaard- of Boheemse duizendknoop. Alle drie doen ze het goed in ons land. „Veel te goed”, zegt Suzanne Lommen van de Universiteit Leiden en Koppert Biological Systems. Zij coördineert het project met de Japanse bladvlo. „De Aziatische duizendknopen behoren tot de meest invasieve plantensoorten ter wereld. Ze groeien razendsnel, verdringen andere planten- en daarmee ook diersoorten, en kunnen met hun groeikracht bestaande scheuren in beton en asfalt groter maken.”

Elektriciteit of kokend water

Beheerders gebruiken nu verschillende methoden om de plant te bestrijden: begrazing, maaien, afgraven, en het doden van de wortels met elektriciteit of kokend water. „Maar al die methoden zijn duur en arbeidsintensief”, zegt Lommen. „Bovendien werken ze niet goed genoeg. Vaak komt de duizendknoop in alle hevigheid terug nadat je hebt geprobeerd hem te verwijderen.”

Dat komt onder meer doordat er uit piepkleine stukjes wortel weer nieuwe planten kunnen groeien. Het bewerken of verplaatsen van grond zorgt dus onbedoeld voor extra verspreiding van de exoot. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij bouwprojecten en bij de herinrichting van natuurgebieden. „Dat is waarschijnlijk ook de reden dat de Aziatische duizendknoop pas de laatste decennia echt een probleem is”, zegt Lommen, „terwijl hij toch al anderhalve eeuw in ons land is.”

Daarnaast groeien de exotische duizendknopen langs sloten en kanalen en op dijken. Waterschappen hebben er last van: de planten kunnen buizen verstoppen en dijken verzwakken. Maar ook gemeenten maken zich zorgen. „Uit die twee hoeken kwam dan ook de vraag: is er niet een andere oplossing?”, vertelt Lommen. „We hebben een consortium gevormd met een aantal onderzoeksinstellingen en financierende partijen, waaronder achttien waterschappen, een paar grote steden, maar ook bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en ProRail.”

We moesten alle mogelijke risico’s uitwerken

Suzanne Lommen

In 2019 vroeg het consortium bij het Rijk een ontheffing aan om de Japanse bladvlo te mogen inzetten voor bestrijding van Aziatische duizendknopen. Lommen: „Het duurde maanden voordat de vergunning rond was: we moesten uitgebreid laten zien wat we van plan waren, en alle mogelijke risico’s uitwerken.”

Zo gek is het niet om exoten met exoten te bestrijden, vindt Lommen. Iedereen heeft het schrikbeeld in zijn hoofd van het Aziatisch lieveheersbeestje, dat in Europa werd uitgezet om bladluizen te bestrijden, maar sindsdien vooral veel overlast geeft in gebouwen, inheemse soorten wegconcurreert en schade toebrengt aan wijngaarden. „Veel mensen weten niet dat zulke verhalen echt uitzonderingen zijn”, zegt de onderzoekster. „Al meer dan honderd jaar gebruiken mensen natuurlijke vijanden bij de bestrijding van exotische planten, en dat gaat vrijwel altijd goed.”

Snuitkevers en motten

In Noord-Amerika zijn er bijvoorbeeld goede ervaringen met bestrijding van het Europese jakobskruiskruid met de Europese jakobskruidaardvlo; ingevoerde snuitkevers en motten helpen de Zuid-Amerikaanse waterhyacint in Afrika te bedwingen. Lommen: „Europa is nog altijd heel huiverig met dit soort maatregelen.”

Voor hun vergunningsaanvraag zetten de onderzoekers nauwgezet alle mogelijkheden en risico’s op een rij. „In Azië hebben de duizendknopen duizenden natuurlijke vijanden”, vertelt Lommen. „Insecten, mijten, schimmels. Met literatuurstudie en jarenlange experimenten hebben we uitgezocht welke we daarvan het beste zouden kunnen gebruiken. Ideaal gezien eet de biologische bestrijder alleen die ene plantensoort.”

De Japanse bladvlo op een blad van de Aziatische duizendknoop. Foto #uitde1000knoop

Uit die uitgebreide analyse kwam de Japanse bladvlo als kandidaat naar voren. „Deze soort kan alleen overleven en een populatie opbouwen op de drie Aziatische duizendknopen”, stelt Lommen. Voor de zekerheid hebben onderzoekers getest hoe goed hij het doet op meer dan 140 Nederlandse planten, waaronder alle inheemse leden van de duizendknoopfamilie. Dat zijn onder meer adderwortel, perzikkruid, varkensgras en allerlei soorten zuring. „Op geen enkele daarvan kan de Japanse bladvlo zijn levenscyclus voltooien.”

Deze soort is extreem specialistisch

Suzanne Lommen bioloog

Het risico is nooit nul, benadrukt Lommen. Je kan bijvoorbeeld nooit uitsluiten dat een soort zich in de komende tienduizenden jaren evolutionair aanpast om toch te kunnen overleven op andere soorten. „Maar dat lijkt me heel onwaarschijnlijk, want deze soort is extreem specialistisch.”

Deze bevindingen waren voldoende voor een vergunning. Die kwam in juni 2020. En zo zetten de onderzoekers Aziatische duizendknopen vol met bladvlooien neer op drie proeflocaties waar veel duizendknoop groeit: op een afvalwaterzuivering in Zeist, langs een fietspad in Amsterdam-Zuid en op het landgoed Wellenseind in Lage Mierde in Brabant. En daar doen de insecten het prima, zo bleek in 2021. De overleving in de winter was goed en de bladvlooien planten zich voort. De onderzoekers vonden ze tot 375 meter van de plek waar ze waren uitgezet.

Wel drie meter hoog

Maar hoe goed zijn de piepkleine sapzuigers nu werkelijk in het aanpakken van planten die tot wel drie meter hoog kunnen groeien? „Als de planten eenmaal volgroeid zijn, dan kunnen de bladvlooien weinig meer uitrichten”, antwoordt Lommen. „Ze zuigen vooral aan de bladknoppen, heel jonge bladeren en scheuten.” Als ze met voldoende zijn, dan ontwikkelen de planten alleen misvormde blaadjes en wordt de wortelgroei geremd. Dan kun je dus voorkomen dat een groep planten zich uitbreidt. Terugdringen van een bestaande groep is waarschijnlijk niet realistisch.

Bladvlooien zijn dus niet dé oplossing, maar een aanvulling op andere methoden, benadrukt Lommen. Hoe effectief ze echt zullen zijn, zal afhangen van hoe snel de geïntroduceerde bladvlooien in aantal zullen toenemen en hoe snel zij zich zullen verspreiden. „Dat zullen we de komende jaren goed gaan monitoren. Dat moet ook, volgens onze vergunning.”

Het consortium hoopt bladvlooien ook op andere plekken te kunnen gaan uitzetten. „Beheerders zitten erom te springen. Ook in België. Daar waren al mensen die zeiden: mogen wij niet even wat bladvlooien komen halen van het landgoed in Brabant?”