Het afgelopen jaar zijn weer veel goede en interessante taalboeken verschenen. Boeken die ik ernstig tekort doe door ze hier slechts te signaleren als potentiële cadeaus voor de feestdagen, maar het is niet anders.
Het deze week verschenen taalboek is meteen het kloekst: germanist Jelle Stegeman beschrijft in twee dikke delen de Grote geschiedenis van de Nederlandse taal (Amsterdam University Press, 1.282 blz., € 79). Nog in 1930 kondigde de Nieuwe Rotterdamsche Courant de ondergang van onze taal aan, maar het liep anders: tegenwoordig spreken ruim 24 miljoen mensen Nederlands. Prachtige biografie van onze taal, toegankelijk geschreven en mooi uitgegeven.
Net zo fraai uitgegeven is Vertalen in de Nederlanden. Een cultuurgeschiedenis (Boom, 656 blz., € 49,95). Verschillende auteurs laten zien hoe ongelooflijk belangrijk vertalingen zijn geweest voor de vorming van onze cultuur en maatschappij: van de Middeleeuwen tot nu. Niet eerder werd de vertaalgeschiedenis in Nederland en Vlaanderen zo grondig uit de doeken gedaan.
In het lexicon Woorden van kleur (De Nieuwe Vaart, 250 blz., € 24,60 incl. verzending) brengt de socioloog Buck Goudriaan een van de gevoeligste taalontwikkelingen van dit moment in kaart: racisme en antiracisme in onze woordenschat.
Een vrolijker onderwerp vinden we in De grappigste taalfoutjes in de klas (Ploegsma, 160 blz., € 14,99) van ‘Meester Mark’. Appnormaal, iebietsaa, aaipet, oomijkot – heerlijk!
W.F. Hermans
De coronapandemie ontwricht niet alleen onze maatschappij, maar zorgt ook voor een explosie aan nieuwe woorden. Vivien Waszink en Veronique de Tier beschrijven die op een onderhoudende en degelijke manier in Knuffelcontact & Waterwappie (Scriptum, 174 blz., € 14,99).
Een verrassend boek vind ik Achterhaalde waarheid? Zin en onzin van spreekwoorden (In Boekvorm, 152 blz., € 20,00). Vanuit verschillende disciplines onderzoeken jonge wetenschappers de waarheid achter twintig bekende spreekwoorden. Maken zachte heelmeesters inderdaad stinkende wonden? Fraai geïllustreerd, met een voorwoord van Erik Scherder.
Liefhebbers van W.F. Hermans – dit jaar honderd jaar geleden geboren – kunnen hun hart ophalen bij ‘Er is maar één werkelijk woord.’ W.F. Hermans als taalmaker (De Weideblik, 104 blz., € 12,50) van Ton den Boon. Hermans was een eigenwijze taalbeschouwer met een groot talent voor het verzinnen van pakkende boektitels. Gevleugeld werden onder andere Uit talloos veel miljoenen, Onder professoren en Het sadistisch universum.
Ook voor de liefhebbers van Drs. P. is het een goed taaljaar: onder redactie van Jaap Bakker verscheen Het Wel en Wee van Drs. P. (Noblesse Uitgevers, 216 blz., € 25,99). Auteurs als Wim Daniëls, Ivo de Wijs en Erik van Muiswinkel buigen zich over de creativiteit van deze woordkunstenaar. Met diverse foto’s van de drs.
De koningin van de historische taalkunde is sinds lang Nicoline van der Sijs. Dit jaar liet zij twee boeken het licht zien: Taalwetten vinden en maken (Sterck & De Vreese, 622 blz., € 39,95): een prachtstudie over het ontstaan van het Standaardnederlands. En, bij dezelfde uitgever: Wat gebeurt er in het Nederlands?! (320 blz., € 24,95) een bundel met bijdragen van zestig onderzoekers uit Nederland, Vlaanderen en Suriname over taal, frequentie en variatie.