Sharon (26) uit Spijkenisse gooide bij de Rotterdamrellen met een stuk bloempot naar politiebussen. En nu, vijf dagen later, is ze met een busje van de penitentiaire inrichting naar de Rotterdamse rechtbank op Zuid gebracht, nog geen drie kilometer van de plaats delict, de Coolsingel. Haar bruine haren in een knot, zwarte trui en skinny jeans. Een zaal vol journalisten wacht haar op. „Probeert u zich daar zo min mogelijk van aan te trekken”, zegt de rechter.
Na rellen volgt de rechter, voor sommige verdachten al na een paar dagen. Al op zaterdagochtend, nog maar een paar uur nadat de gemoederen in Rotterdam waren bedaard, zei demissionair minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) dat relschoppers via snelrecht aangepakt zouden worden – hierbij worden verdachten binnen 17 dagen na hun arrestatie berecht. „We zullen elke cent schade op ze verhalen”, zei hij. „Dat zal ze leren.”
En zo lagen binnen een paar dagen twee dossiers klaar; het OM werkte een weekend door. Dat van Sharon, in opleiding tot vrachtwagenchauffeur. En van de Delftse zzp-lasser Terrence (29), die een uur later de rechtszaal binnenstrompelt. Na zijn arrestatie loopt hij slecht. Ook hij zou stenen hebben gegooid.
Simpel te onderzoeken
Ze kwamen volgens het OM in aanmerking voor het snelrecht omdat hun zaken simpel te onderzoeken waren: ze staan op camera, er waren getuigen, er hoeven geen ingewikkelde schadeclaims van slachtoffers berekend te worden. Ze zijn beiden eerder in aanraking met justitie geweest. Bij snelrechtzaken behandelt de enkelvoudige kamer de zaak in circa een uur, en doet onmiddellijk uitspraak.
„Een onmiddellijke terechtstelling, voor de bühne”, zegt de Utrechtse onderzoeker en universitair hoofddocent strafrecht Joep Lindeman. Hij doet al jaren onderzoek naar snelrecht. Veel zaken zijn er te complex voor, zegt hij. „De zaken die de minister voor ogen heeft, van aanstichters en mensen die veel schade hebben berokken, komen er helemaal niet in voor.”
In zijn laatste onderzoek, een evaluatie, noemden respondenten – advocaten, officieren van justitie en politierechters – het snelrecht een „politiek vehikel”. „Politieke druk is moeilijk te bewijzen”, zegt hij, maar „de politiek gaat in elk geval heel erg hard op het orgel om te laten blijken dat zij vindt dat relschoppers keihard aangepakt moeten worden.” Ook al is die „belofte vaak lastig waar te maken” – alleen al omdat via het snelrecht alleen de simpelere zaken behandeld kunnen worden. „De paradox is dat de rechter of het OM daar dan de schuld van krijgt.”
Geen mondkapjes of bivakmutsen
Sharon en Terrence droegen geen hoodies of mondkapjes of bivakmutsen. Sharon „was heel duidelijk herkenbaar, ze kijkt bijna in de camera”, zegt de officier van justitie. Te zien was hoe ze haar middelvinger opstak en bij de ‘Koopgoot’ een fiets in de lucht smeet. Wáárom? „Ik liet me meeslepen.” Ze zegt dat ze niet eens van plan was om te rellen, al is ze wel tegen de coronamaatregelen. „Het wordt ons moeilijk gemaakt.” De rechter, streng: „Mogen jullie dan de boel in de fik steken?”
„De burger wiens zaak bovenop de stapel ligt, heeft pech”, zegt Lindeman. Wie na de avondklokrellen, in januari, „meeging in het snelrechtverhaal” werd zwaarder gestraft. Het OM zei toen „maximaal in te zetten op celstraffen”, terwijl bij openlijke geweldpleging normaal gesproken taakstraffen worden geëist, zeker tegen first offenders. Er waren nieuwe „instructies” uitgevaardigd, zei de leiding van het OM toen, „met verhoogde strafeisen vanwege verzwarende omstandigheden”. Terwijl de zaken die vanwege extra onderzoeken langer bleven liggen, zegt Lindeman, anders werden afgehandeld – milder. „Na een tijd werd gedacht: wie hebben we hier eigenlijk op zitting? Sukkels, die makkelijk herkenbaar zijn op beelden.” En: het moment was voorbij. „De geest was niet meer uit de fles.” Daar zie je, zegt hij dat snelrecht „een strafopdrijvend effect” kan hebben. „Alleen maar om op dat moment een signaal af te geven.”
„Het is van groot belang”, zegt de officier van justitie tegen Sharon, „dat hier hard wordt tegen opgetreden”. En, wat ze later ook tegen Terrence zegt: „Bij zo’n uitbarsting van geweld moeten we paal en perk stellen. Om ervoor te zorgen dat dit wordt voorkomen.”
Impulsdaden
Of snelrecht na de rellen preventief werkt, daar is weinig bewijs voor, zegt Lindeman. Juist omdat het om impulsdaden gaat. „Denk je dat relzuchtige jongeren in het heetst van de strijd denken dat ze in de gevangenis komen als ze een steen gooien?” En de belangen van de samenleving dan? „Dat de samenleving het strafsysteem pas geloofwaardig vindt als je mensen binnen drie dagen veroordeelt, is ook niet aangetoond. Toch is ‘lik-op-stuk’ al tien jaar ‘een soort geloofsbelijdenis. Als je het vaak genoeg roept, wordt het vanzelf waar.”
Sharon krijgt vijf maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk. Ze moet meteen terug naar de cel. „Dat komt ook door het herhalingsgevaar dat ik zie”, zegt de rechter. Sharon moet ook duizend euro meebetalen aan schade aan een politiebusje. „Een taakstraf”, zegt de rechter een uur later tegen Terrence, „is een belediging voor mensen die hulp hebben willen verlenen, zijn gedwarsboomd en zich er met gevaar voor hun eigen leven hebben begeven.” Hij krijgt zes maanden, waarvan twee voorwaardelijk – ook omdat hij al meer geweldsdelicten op zijn strafblad heeft staan. En dat Terrence bij zijn aanhouding rugletsel opliep, „is iets wat u aan uzelf te danken heeft”, zegt de rechter.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/02/data67367769-4c6182.jpg)