Een wonderbaarlijke musical, Annette. De Franse regisseur Leos Carax bundelt zijn krachten met de broers Ron en Russell Mael, alias Sparks. Sinds hun glamrockhit ‘This Town Aint Big Enough For the Both Of Us’ (1974) speelde hun loopbaan zich vlak buiten mijn ooghoeken af, maar hun operateske dadaïsme blijkt een goede match voor Carax’ ongrijpbare vreemdheid. Annette is een niet geheel geslaagde, maar unieke musical vol echo’s van #MeToo, Beauty and the Beast, A Star is Born en Tommy.
In Annette beleeft shock-comedian Henry McHenry (Adam Driver) een amour fou met sopraan Ann (Marion Cotillard). Henry’s testosteronact – hij komt op als bokser – zaait twijfel: is zijn agressie echt of gespeeld, weet hij zelf het verschil? Zijn nieuwe liefde Ann „sterft, sterft, sterft en buigt, buigt, buigt daarna”, constateert Henry duister: diva’s sterven erop los in de opera.
Na hun idylle – Cotillard wist ons in Cannes te melden dat zij en Driver tijdens hun gesimuleerde cunnilingus live moesten zingen – baart Ann een baby. Een marionet eigenlijk, al valt niemand dat op. Daarna gaat het bergafwaarts. Zes exen betichten Henry van seksueel geweld. Het publiek pikt zijn provocaties niet langer. Hij broeit.
Dit eerste deel van Annette is fenomenaal: wervelend, vervreemdend, soms bizar mooi. De prachtige ouverture waar cast, regisseur en Sparks richting camera marcheren met de oorwurm ‘So May We Start’, Henry’s nare stand-up act, de woeste cruise die voor de film, en zeker voor Ann een kantelpunt is. Daarna verplaatst de focus zich naar baby Annette, die met haar zangtalent de wereld aan haar voeten krijgt. En op rivaliteit tussen alfa Henry en zijn beta: Anns zachtaardige begeleider (Simon Helberg), die stiekem verliefd op haar was.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78737573-5c8990.jpg)
Helaas loopt in dit tweede deel de lucht wat uit de ballon. Je mist Ann, nu godin der wrake in Henry’s geweten. Toch blijft Annette een memorabel weirde musical. Wat betreft toxische masculiniteit waagt Annette zich onbevreesd op glad ijs: Anns doodsdrift lijkt te matchen met Henry’s sadisme. Haar liefde voor een fatale man die alles vernielt wat hij liefheeft heeft een masochistische component. Maar niet gevreesd; Henry krijgt zijn trekken thuis.