Brieven

Vertrek Shell is slecht voor groene transitie

Illustratie
Illustratie Cyprian Koscielniak

Het vertrek van Shell uit Nederland reikt veel verder dan de paar topbestuurders die zich in Londen gaan vestigen. De EU verliest een belangrijke partner die nodig is voor de transitie van fossiel naar groen. Dit markeert een pyrrusoverwinning van de milieubeweging: nadat eerst de rechtbank in Den Haag besliste dat Shell de CO2-uitstoot moest terugbrengen en het ABP zich terugtrok uit de fossiele industrie, en dus ook uit Shell, vertrekt Shell nu uit Nederland. Daarmee kan Shell, uitgezonderd bij EU-vestigingen, EU-milieumaatregelen negeren.

Onder de aandeelhouders zullen kleine beleggers en institutionele beleggers, die weinig om het milieu geven, achterblijven. Prikkels om te vergroenen geven zij niet, blijkt uit recent onderzoek. ‘Groene’ invloed op Shell zal dan via wetgeving van de overheid moeten komen; maar EU-wetgeving kan Shell in het Verenigd Koninkrijk ontlopen. Het VK beheerst de kunst van beleidsconcurrentie als geen ander en zal dus minder eisen opleggen dan de EU. Nu al ontloopt Shell regelgeving rond Europese milieurapportages die in het VK nog moeten worden ontwikkeld.

De enorme concentratie aan kennis bij Shell, die nodig is voor de energietransitie, zal nu onbenut blijven. Onmiddellijk na de aankondiging van het ABP om beleggingen in fossiele energie te beëindigen legde activist Third Point de eis op tafel dat Shell zich opbreekt in een fossiel (bad) en een niet-fossiel (good) maar financieel leeggezogen bedrijf. Het vertrek naar Londen wijst meer op maximalisering van winst uit fossiele brandstoffen dan op overgang naar groen.

Het vertrek van Shells hoofdkantoor verkleint sowieso de kansen op groene investeringen door Shell. Uit onderzoek blijkt dat hoofdkantoren het moeilijker vinden om investeringsvoorstellen te weigeren die uit de nabijheid komen. Voorstellen van managers uit nabijgelegen vestigingen kunnen beter door de top worden beoordeeld dan voorstellen uit het buitenland. Bestaand onderzoek laat ook zien dat hoofdkantoren minder makkelijk investeringen afbouwen bij divisies die dichtbij het hoofdkantoor liggen. Divisies die op grotere afstand van het hoofdvestiging liggen maken een grotere kans te worden gesloten dan bedrijfseenheden nabij het hoofdkantoor. Ook het nabijheidseffect geeft dus reden om het Shell hoofdkantoor in Nederland te willen houden.

Als we de groene transitie in de EU willen stimuleren doen we er geen goed aan om bedrijven in fossiele energie de EU uit te drukken. Hopelijk is het vertrek van Shell in dat kader een wake-up call. Als we de transitie willen bevorderen moeten we de aandacht verleggen van politieke druk naar samenwerking met bedrijven.


hoogleraar accounting (UvA)