Voor het tweede jaar op rij zullen er op Oudejaarsavond geen vuurpijlen de lucht in gaan of rotjes en duizendklappers worden afgestoken. Met het oog op de toenemende druk op de gezondheidszorg heeft het demissionaire kabinet vrijdag besloten om opnieuw een verbod af te kondigen op de verkoop en het afsteken van consumentenvuurwerk. Door het hoge aantal coronapatiënten wordt het in de ziekenhuizen steeds drukker, waardoor reguliere zorg wordt uitgesteld. De verwachting is dat de ziekenhuisbezetting de komende weken verder stijgt.
„Alles wat je kunt doen om de druk op zorg te verminderen moet je willen doen”, verklaarde demissionair Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) na afloop van de ministerraad.
Het verbod vorig jaar leidde op Oudejaarsnacht tot een aanzienlijke daling van de opnames op de spoedeisende hulp. Er vielen nog altijd vierhonderd slachtoffers, vooral veroorzaakt door ongelukken met knalvuurwerk. Dat was een daling van ongeveer 70 procent ten opzichte van de 1.300 tijdens de jaarwisseling van 2019/2020. De meeste verwondingen werden veroorzaakt door het afsteken van knalvuurwerk. Met name door de zorg zelf en burgemeesters is het kabinet de laatste dagen onder druk gezet om het vuurwerk opnieuw te verbieden. Die breedgedragen anti-vuurwerklobby leek donderdag te mislukken, toen er berichten naar buiten kwamen dat er geen verbod zou komen. Het kabinet besloot vrijdag toch anders.
Opslag in bunkers
De vuurwerksector reageert boos en teleurgesteld. Leo Groeneveld, directeur van Lesli Vuurwerk en woordvoerder van de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) was donderdag nog in „juichstemming”. Maar vrijdag rond het middaguur sloeg dat om – nog tijdens de ministerraad lekte het verbod uit. Groeneveld schetst het probleem voor zijn sector. Alle vuurwerk – hij levert zelf aan vierhonderd winkels – moet naar alle waarschijnlijkheid weer terug naar de bunkers, waar het al een jaar opgeslagen ligt. „Het is de vraag of er nog plek is”, zegt hij, „want de huur loopt af.” Importeurs zijn nog maar net begonnen met leveren, en moeten hun waar nu weer ophalen. Bij Intratuin, fietsenmakers en een enkeling die uitsluitend vuurwerk verkoopt. De winkels betalen de importeur volgens afspraak pas in januari, dus de leverancier is „de pineut”.
Peter Neeskens van vuurwerkimporteur China Red, dat aan 1.300 winkels levert, noemt het verbod „symboolpolitiek”. „In vergelijking met 40.000 schaatsongevallen die we afgelopen winter hadden, is het aantal vuurwerkslachtoffers een lachertje”, zegt Neeskens.
Financiële compensatie
Net als vorig jaar heeft het kabinet meteen „passende” financiële compensatie aangekondigd voor gedupeerde handelaren en winkeliers. Verantwoordelijk staatssecretaris Steven van Weyenberg (Infrastructuur & Waterstaat, D66) sprak vrijdag van „een nette regeling, die vast veel gaat lijken op die van afgelopen jaar”. Toen heeft het Rijk voor ongeveer 40 miljoen aan steun voor de vuurwerksector uitgetrokken. Hoeveel het dit jaar wordt is volgens Van Weyenberg nog niet te zeggen. Hij gaat daarover in gesprek met de branche. Ook moet zowel het verbod als de compensatie nog instemming krijgen van de Europese Commissie.
Financiële compensatie of niet, Neeskens van China Red heeft er geen fiducie in. Dankzij de steunmaatregelen van vorig jaar heeft hij weliswaar alle werknemers in dienst kunnen houden, maar „het vet op de botten is weg”.
De sector als geheel had in afgelopen jaar een omzetverlies van 85 procent, zegt Groeneveld van de belangenvereniging. En nu zijn „miljoenen vuurwerkfolders opnieuw oud papier geworden”.
Het nieuwe verbod betekent niet dat op 31 december het oude jaar geheel geruisloos uitgeluid hoeft te worden. Het verbod geldt niet voor licht vuurwerk uit de zogeheten F1-categorie, zoals sterretjes, trektouwtjes en sierfonteintjes. En gemeenten hebben de mogelijkheid om eigen professionele vuurwerkshows te organiseren. Al zei het demissionaire kabinet er vrijdag meteen bij dat dit soort shows „afhangen van eventuele nationale vervolgmaatregelen”.