Ik eet geen friet maar groenten, dat stemt vrolijk

Koken heeft een moeizame verhouding met diëten, of anders gezegd: ze haat ze. Maar toen haar huisarts laatst het woord ‘overgewicht’ uitsprak, moest er toch iets gebeuren.

Foto Jessica Nap

‘Ben je nou nog steeds met die kooldraden bezig”, verzucht mijn man knorrig als ik in het dikke boek loer terwijl ik in een pan roer. Vlak na de verschijning van Janneke Vreugdenhils Koolhydraatarme bijbel kondig ik op de radio aan dat ik alle tweehonderdvijftig gerechten ga maken. Overmoedig misschien, maar wel met een reden: als ik dit hardop beloof, móét ik het waarmaken. Inmiddels staat de teller op zestien gerechten en dus vermoedt mijn man dat het ernst is.

Hij is kok en houdt net als ik van royaal eten zonder gekke fratsen, in ons culinaire universum komt geen chiazaad, quinoa of wilde rijst voor. Chiazaad heet bij ons thuis ‘zangzaad voor vogels’ en bij wilde rijst scanderen we ‘nep-rijst, nep-rijst!’ En dat klopt ook, wilde rijst is een Aziatische grassoort en heeft alleen het uiterlijk van rijst.

Ik heb een moeizame verhouding met diëten of anders gezegd: ik haat ze. Ik geloof er niet in, iets wat ik dan ook gevraagd én ongevraagd verkondig. Alles wat je afvalt, komt er later – zo gauw je niet meer streng oplet – weer aan, dus ontbering leidt alleen maar tot frustratie. Daar komt bij dat er tussen mijn zelfbeeld en de werkelijkheid een vervormend filter zit: ik ben in staat mijzelf slank te denken. Fijn voor mij natuurlijk, maar toen mijn huisarts mij laatst over zijn leesbril ernstig aankeek en het woord ‘overgewicht’ uitsprak, dacht ik even dat hij het tegen een ander had. Pas later daalde het in. Dus zoek ik nu naar een dieet dat geen dieet is, maar een levensstijl die ik kan volhouden tot mijn laatste snik.

Lees ook: Hoog tijd om een kookboek te wijden aan low carb, vond Janneke Vreugdenhil

Koolhydraatarm eten is op het eerste gezicht gemakkelijker dan je denkt. Het begint, en dat wordt nauwkeurig in de bijbel beschreven, met het schrappen van pasta, rijst, aardappels en brood en zo’n beetje alles waar ‘gewone’ suiker in zit.

Er zit ook een heel nest adders onder het gras: wijn is niets anders dan vloeibare koolhydraten en een banaan of mango zit vol met suikers, lees: koolhydraten. Soms dringt het gemis aan brood, taart en winegums zich hinderlijk op en er zijn zeker momenten dat ik zeker weet zonder niet verder te kunnen leven. Dan denk ik gauw na over hoe ik dit gemis kan compenseren zonder een greep in de snoeppot of een sprintje naar de bakker.

Wankelmoment

Zo’n wankelmoment vraagt om creativiteit en juist dan is de bijbel mij tot steun. Op momenten van vertwijfeling maak ik een paddestoelensoep met een dot crème fraîche, melanzane parmigiana met véél mozzarella, eggs benedict met hollandaise, tagliata – gegrilde entrecote met rucola en parmezaan – het gaat er allemaal in als zoete koek. Dit zijn gerechten die helemaal niet op dieetvoer lijken.

Er zit ook een heel nest adders onder het gras: wijn blijkt niets anders dan vloeibare koolhydraten

Ingewikkelder vind ik bijbelteksten die ik associeer met ‘supergezond’, alleen al dat woord pers ik er met moeite uit. Smoothie met limoen en rauwe boerenkool smaakt naar eh… rauwe boerenkool. En inderdaad, je kauwt je suf en het valt niet lekker. Smoothie van yoghurt en aardbei is een beproefd recept, maar het ingrediënt little gem (ja, sla) kan ik met de beste wil van de wereld niet rijmen.

Maar ik ga ook door de knieën, m’n persoonlijke doorbraak is het pannenkoekje van kikkererwtenmeel en courgetteslierten, dezelfde slierten waarvan ik ‘courgetti’, groene spaghetti, maak. Oké, het smaakt niet naar pasta, net als de ‘haricots frites’ uit het boek niet naar friet maar naar boontjes smaken. Maar, en dat stemt vrolijk, ik eet géén pasta of friet, maar groenten.

Alle begin is moeilijk zegt men, maar nu ik de index van Jannekes bijbel bekijk, blijkt dat ik het mezelf tot nu toe vooral gemakkelijk maak. Ik kies de gerechten die ik toch al vaak kook, juist omdat ze zo rijk, hartig en troostend zijn. Dus wordt het vanaf nu echt menens: ‘quinabouleh’ (Jannekes samensmelting van quinoa en tabouleh), proteïnebrood, nasi van witte kool, kikkererwtenpasta met boerenkoolpesto en een ‘oké pokébowl’ (met ‘rijst’ van broccoli)… Ik ga het allemaal maken!

Ik ben trouwens twee kilo afgevallen, dat ook.

Petra Possel is restaurantrecensent van deze krant en radiopresentator van het kook- en eetprogramma Mangiare!.