De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) heeft een kritisch advies uitgebracht aan minister Dekker (VVD, Rechtsbescherming) over korte detenties. „Ongeveer driekwart van alle detenties in Nederland duurt korter dan drie maanden. Dit is niet effectief en dient slechts voor een deel de doelen die met straf worden beoogd.”
Naar aanleiding van dit advies wordt binnenkort een congres gehouden, Daar zal ik onder de titel: ‘Strafoplegging en strafmotivering: stay woke!’ het boetekleed aantrekken, omdat het bijna altijd de strafrechter is die schuldig is aan korte detenties. Hier richt ik mijn pijlen op de regering als belangrijke partner in crime.
Taakstraf
In 1971 werd in Nederland de eerste taakstraf opgelegd. Nu honderdduizenden taakstraffen, vijftig jaar later en een Toeslagenaffaire verder, is de regering van plan om de strafrechter verder te beperken in zijn mogelijkheden om met taakstraffen maatwerk te leveren in kleine strafzaken.
Dit voorstel is een vervolg op de beperking van 2012. Sindsdien is het de strafrechter bij sommige strafbare feiten en bij opeenvolgende veroordelingen verboden om de taakstraf als op zichzelf staande straf op te leggen. Na uitbreiding geldt dat verbod ook voor (alle) vormen van mishandeling tegen publieke functionarissen (politie, ambulancemedewerker e.a). De strafrechter mag in al die gevallen een taakstraf alleen opleggen in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67283645-b93548.jpg)
Hier wringt de schoen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf heeft grote gevolgen voor de veroordeelde, omdat er eigenlijk altijd druk komt te staan op de drie W’s: ‘Werk, Wonen en Welke relatie dan ook’. Dit is met het oog op het voorkomen van herhaling een slecht en ongewild bijeffect. De taakstraf is dan hét alternatief in de lichte categorie strafzaken. Vaak wordt daarvoor gekozen als de verdachte voor de eerste keer bij de strafrechter is. Soms wordt er gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf. De taakstraf vormt dan dé lik-op-stuk straf.
Voordeel is namelijk dat deze snel na de veroordeling wordt uitgevoerd. Daarnaast heeft de taakstraf een belangrijke vergeldingscomponent. Er moet immers voor niks een substantieel aantal uren (tot zes weken fulltime aan de bak) worden gewerkt. Een ander voordeel is het ‘eens maar nooit weer effect’ dat de taakstraf voor veel veroordeelden heeft.
Uit onderzoek is gebleken dat de taakstraf een groter effect heeft op het voorkomen van herhaling dan de korte gevangenisstraf. In veel gevallen ziet een veroordeelde in dat hij door het uitvoeren van een taakstraf iets terug doet voor de samenleving en leert de veroordeelde dat hij deel uitmaakt van die samenleving. Kortom, met de taakstraf worden vele strafdoelen gediend.
Voorbeelden
Uit de praktijk van alledag geef ik drie voorbeelden waar de strafrechter door het taakstrafverbod wordt belemmerd om maatwerk te leveren. In alle gevallen is een op zichzelf staande taakstraf het allerbeste, maar mag deze door de strafrechter niet worden opgelegd.
l De politie krijgt een melding van geluidsoverlast. Een 45-jarige man doet de deur open en ziet de politie staan. Hij schrikt en duwt meteen de deur hard dicht waarbij de voet van de agent tussen de deur komt en hij schreeuwt het uit: ‘Au!’. De verdachte komt op zitting en zijn woonbegeleider is erbij. De verdachte blijkt te wonen in een project voor begeleid wonen. Dat is ook de plek van het incident. De verdachte die enigszins verstandelijk is beperkt vertelt dat hij schrok van de man in uniform en hij had zichtbaar spijt van het gebeuren dat hij ook nog eens uitvoerig met zijn begeleider had besproken.
2 In een winkel is babyolie gestolen. Op de zitting bekent de 23-jarige verdachte de diefstal. Zij stal de babyolie voor haar zoontje van vijf weken. De jonge moeder heeft een bijstandsuitkering en zit in de schulden. De vader van haar zoontje is in beeld, maar niet actief. De jonge vrouw woont met haar baby bij haar moeder in totdat er een zelfstandige woning voor het gezin beschikbaar komt. Uit haar strafblad volgt dat zij drie jaar geleden een taakstraf van twintig uur opgelegd heeft gekregen voor een soortgelijke winkeldiefstal.
3 In een café is gevochten en er zijn gewonden. Op de zitting blijkt dat de verdachte de broer is van een van de gewonden. De verdachte heeft de ambulanceverpleegkundige hardhandig weggetrokken bij een van de gewonden omdat hij wilde dat zijn broer ook geholpen werd. De ambulanceverpleegkundige had door het voorval een blauwe plek op zijn arm. De verdachte zag zijn broertje na de vechtpartij gewond op straat liggen en raakte in paniek. De verdachte heeft een blanco strafblad, werkt in de zorg en volgt een avondopleiding verpleegkunde.
Scherp debat
Natuurlijk is het de taak van de wetgever om piketpaaltjes te slaan om de grenzen van de straftoemeting af te bakenen. De strafrechter beslist alleen in het individuele geval. Kortgeleden stelde ik daarom een alternatief voor het taakstrafverbod voor: het wettelijk dringend taakstrafadvies. Dat kan in de plaats van het taakstrafverbod in de wet worden opgenomen.
In dat advies aan de strafrechter worden bepaalde strafbare feiten en/of gevallen beschreven waarbij als uitgangspunt geldt dat door de strafrechter géén taakstraf wordt opgelegd. De strafrechter kan van dat dringend advies alléén afwijken als hij daar goede redenen voor ziet. Wijkt hij af dan geeft hij in het vonnis uitleg waarom. Een belangrijk effect hiervan is dat op zitting een goed en scherp debat wordt gevoerd over de op te leggen straf en de vraag of taakstraf daarvan deel moet uitmaken. Dat komt de (menselijke maat in de) straftoemeting ten goede.
De Eerste Kamer stelde onlangs kritische vragen aan de regering en is kennelijk nog niet toe aan stemming over het wetsvoorstel. Een van die vragen richt zich op het wettelijk dringend taakstrafadvies. Uitgangspunt van de regering kan zijn: ‘de menselijke maat in het strafrecht moet terug in handen van de strafrechter’.
Wetsvoorstel intrekken, uithuilen en opnieuw beginnen. Het is niet mijn taak, maar ik heb wel een idee.
De Togacolumn wordt geschreven door een rechter, officier of advocaat. Jacco Janssen is senior (straf)rechter A in de rechtbank Rotterdam