In de week dat de directeur van voetbalclub Feyenoord zijn viool aan de wilgen hing vanwege de ernst van bedreigingen aan zijn persoon en zijn adres kwam het rapport van de ‘Adviescommissie toekomstbestendig stelsel bewaken en beveiligen’ uit. Dat klinkt niet echt opwindend, maar belangrijk is het wel.
Het moet immers antwoorden geven op de vraag wat de overheid aan moet met de voortdurende bedreigingen van ministers, politici, bestuurders, gemeenteraadsleden, diplomaten, chirurgen, huisartsen, RIVM’ers, gemeente-ambtenaren, journalisten, columnisten, schooldirecteuren, docenten, vaxers, antivaxers, advocaten, rechters, officieren van justitie, directeuren van bedrijven die het criminelen lastig maken, directeuren van voetbalclubs, directies van bedrijven die windmolens plaatsen, vrouwen die door ex-partners bedreigd worden, politiemensen, getuigen van misdrijf.
Ik noem er maar een paar. Als je er goed naar kijkt zijn we langzamerhand in een gruwelijke situatie terecht gekomen. Bedreiging werkt. Het werkt uitstekend, het is inmiddels wijdverbreid en dat succes leidt tot verdere groei. Het is niet duidelijk wat er aan te doen is.
Vliegwerk
Het ‘stelsel’ waarmee de overheid die dreiging te lijf gaat is zo’n twintig jaar geleden opgezet om bescherming te bieden bij het toen beperkte aantal bedreigingen. Op de versterking ervan richt het rapport zich. Het maakt weinig woorden vuil aan de tekortkomingen van de bestaande situatie. Verstandig omdat dat voorkomt dat de discussie in de Kamer wordt gedomineerd door zwartepieten en niet is gericht op de aanpak van het probleem.
Maar aan de andere kant blijft de situatie die in het huidige stelsel is ontstaan, waarin veel kunst, vliegwerk en wanhoop te noteren zijn en waarin roofbouw is gepleegd op mensen, buiten beeld.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/07/anp-429453567.jpg)
De voorstellen die de commissie doet betekenen ontegenzeggelijk een verbetering van het stelsel. Geen neventaak meer maar hoofdtaak, beter georganiseerd, professioneler, meer coördinatie tussen instanties. Ongetwijfeld gaat het ook veel meer kosten. Om hoeveel geld en mensen het moet gaan en waar de minister dat vandaan moet halen, weet nog niemand. Hoge kosten en een onvermijdelijke professionalisering, maar geen idee of het probleem moet worden opgelost.
Kostbaar
Het belangrijkste probleem van het rapport is dat het de asymmetrie van de bedreiging niet aanpakt. Een dreiging is goedkoop, hij vraagt soms maar enkele anonieme acties op het internet, een brief, telefoonberichten die niet te traceren zijn, een handgranaat aan een deurklink, een paar keer quasi onschuldig in de buurt van een minister-president komen. Het is snel gedaan en het kost weinig. De reactie van overheden en bedrijven daarentegen is uiterst kostbaar: controle-, inlichtingen- en analysearrangementen, verkenningen en dreigingsbeelden, beveiliging en beveiligingssystemen, safehouses, snelle en gepantserde voertuigen, voertuigdrills, hooggekwalificeerd personeel, bomverkenners, camera’s, wapens, training, observatie faciliteiten, helikopters etc.
Ga eens op een veiligheidsbeurs kijken: je weet niet wat je ziet. De kosten van bescherming tegen dreiging zijn heel hoog, een gegeven dat uit de hoek van de asymmetrische oorlogvoering (terrorisme en guerrilla) bekend is. Een stelsel van bewaken en beveiligen is onvermijdelijk, want je moet iets. Tegelijkertijd is het een levensgrote valkuil, duur, steeds duurder en nog immer wordt het probleem niet opgelost.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/data36686076-79313a.jpg)
Het treurige is, dat drie terrorisme-experts van de Leidse universiteit in het rapport wijzen op de slechte voorspelbaarheid van de meeste dreigingen en aanslagen. Je hebt, zo valt te vrezen, dan niet zoveel aan een betere analysecapaciteit en hoge professionaliteit. En bovendien zijn analisten die in die slecht voorspelbare wereld van bedreigingen hun analyses maken, op hun beurt weer onvermijdelijk risico-afkerig. Zij dragen de kosten niet. Heel Nederland vol wachthuisjes ben ik bang, en een doodlopende weg.
Omdraaien
Zijn er alternatieven? Wellicht. Wat de commissie bijvoorbeeld niet deed is bezien hoe de dreiging om te draaien is. Niet de bedreigde maar de dreiger loopt het risico. Dreigen kan dan heel riskant worden en heel duur: grote pakkans, consequente bestraffing. Dat kan op veel manieren en het lastige is natuurlijk dat een deel van de denkbare maatregelen de privacy aantasten. Het internet op, de identiteit van de dreiger snel vast stellen is een van de meest voor de hand liggende acties, maar raakt aan de privacy. Dat ligt terecht gevoelig. Maar de discussie over de grenzen ervan moet ook rondom het thema van de bedreiging hoog nodig gevoerd worden.
Wat verder weg nog, maar zeker de moeite van het noemen waard, ligt in overheidsbeleid als bron van boosheid en reden tot bedreiging. Slecht overheidsbeleid kan bijdragen aan dreiging. Kim Putters , net weg bij het SCP, zei over de ontoereikendheid van beleid en de gevolgen daarvan onlangs zinnige dingen.
Een goed rapport dus, maar ik kijk uit naar het vervolg dat ingaat op de mogelijkheden om de dreigingen te verminderen. En waarin natuurlijk ook wordt ingegaan op de oorzaken van de dreigingsexplosie.
De Veiligheidscolumn wordt geschreven door deskundigen uit de politiewereld. Piet van Reenen was politieman, onderzoeker, directeur van de Politieacademie en hoogleraar politie en mensenrechten