Illustratie Martien ter Veen

Interview

‘NCTV moet net als de geheime dienst onder toezicht worden gesteld’

Nico van Eijk | Toezichthouder geheime diensten

De toezichthouder op de veiligheidsdiensten wil ook dat de NCTV onder hem gaat vallen. Die gedraagt zich namelijk als een geheime dienst, vindt hij.

Terrorismecoördinator NCTV moet onder onafhankelijk toezicht worden gesteld. Dat zegt de voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), Nico van Eijk. De werkzaamheden van de terrorismecoördinator zijn volgens hem te veel op die van een geheime dienst gaan lijken, toezicht is daarom noodzakelijk.

Al jaren verzamelt de NCTV online privacygevoelige informatie van burgers en deelt deze met andere overheidsorganisaties, onthulde NRC eerder dit jaar. Met een nieuwe wet wil demissionair minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) deze werkzaamheden legaliseren, zodat de NCTV dit werk zo snel mogelijk kan hervatten. Bij de Tweede Kamer liggen drie wetsvoorstellen die de NCTV de mogelijkheid moeten bieden bijzondere persoonsgegevens te verwerken, zoals ras, geloofsbeleving of politieke voorkeur.

Lees ook: NCTV opereerde volgens eigen juristen in strijd met de wet, wist ook minister

Hoewel hem niet om advies was gevraagd, reageert CTIVD-voorzitter Van Eijk op de voorstellen met een kritische brief aan de Raad van State. De controleur van veiligheidsdiensten AIVD en MIVD vindt dat de NCTV ook onder zijn toezichtsregime zou moeten vallen. „Bij vergaande bevoegdheden horen extra waarborgen.”

Hij licht zijn brief toe in het streng beveiligde kantoor van de CTIVD aan een meterslange ovale tafel – al zijn vijftien medewerkers passen eromheen. Zijn medewerkers hebben toegang tot alle staatsgeheime systemen om het werk van de geheime diensten AIVD en MIVD te controleren. „Zodat de slager niet zijn eigen vlees keurt.”

Maar, zegt hij, dat is wél hoe Grapperhaus het nu bij de NCTV wil inrichten. Extra toezicht is volgens de minister niet nodig, omdat de NCTV geen inlichtingendienst wil zijn. De coördinator onderzoekt volgens Grapperhaus geen personen maar bekijkt slechts „open bronnen” om „trends en fenomenen” te beschrijven.

Rondneuzen op Twitter

Dat klinkt minder ingrijpend dan het is, zegt Van Eijk. Informatie uit open bronnen verzamelen, gaat veel verder dan wat rondneuzen op Twitter of het lezen van de krant. Het internet staat vol met gevoelige informatie: persoonlijke video’s op sociale media, maar ook data die gehackt of gelekt is. „Het kan vandaag gaan om een volledig ledenbestand van een kerk. Morgen over de medische gegevens van heel Nederland.”

Het online onderzoeken van ‘fenomenen’ kán bovendien niet zonder het verwerken van persoonsgegevens, zegt Van Eijk. Wie bijvoorbeeld het ‘fenomeen’ corona-activisme online volgt, móét zich wel baseren op wat de activisten daar zelf over zeggen en schrijven. „Zodra je hun uitingen op sociale media bekijkt, ben je al persoonsgegevens aan het verwerken.”

De NCTV vermengt bovendien informatie uit open bronnen met geheime informatie. Als uit zulke gegevens blijkt dat een persoon of organisatie een risico vormt voor de nationale veiligheid, zegt Van Eijk, „moet wel controleerbaar zijn hoe je tot die conclusie bent gekomen”. Bij de NCTV is dat volgens hem onvoldoende transparant geregeld. Ook ontbreekt volgens Van Eijk nu een onafhankelijke klachtenprocedure voor burgers. „Zoals die er bij de CVTID wel is.”

‘Surveillancemaatschappij’

Van Eijk staat niet alleen in zijn kritiek. Ook de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseren negatief over het wetsvoorstel. AP-voorzitter Aleid Wolfsen stelde dat de nieuwe wet „de deur open zet naar een surveillancemaatschappij”.

Na deze kritiek stuurde Grapperhaus vorige week een sterk aangepaste versie van het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Daarin staat dat de NCTV zich aan de AVG zal houden – dat is de algemene privacywet waar alle overheden, bedrijven en organisaties onder vallen. „Maar in het aangepaste wetsvoorstel mag de minister op wel tien punten van de AVG afwijken”, zegt Van Eijk. „Zo blijft er geen AVG meer over.”

Van Eijk begrijpt wel waarom Grapperhaus allerlei uitzonderingen op de privacywet voor de NCTV wil bedingen. „De AVG was nooit bedoeld voor organisaties die zich bezighouden met de nationale veiligheid. Daarom zeg ik: breng die NCTV nou onder in het stelsel dat we hier al voor bedacht hebben: de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten.”

Gebeurt dat niet, dan vreest Van Eijk dat de coördinator toch weer in „een grijs gebied” moet opereren. Dat ondermijnt volgens Van Eijk niet alleen het vertrouwen in de NCTV, „ook het imago van de inlichtingendiensten staat hierdoor onder druk”, zegt hij. „Een opeenstapeling van incidenten betekent dat er structureel iets mis is. Het heeft een uitstralingseffect, mensen denken: ‘Als het bij de NCTV niet goed geregeld is, zal het bij die andere diensten ook wel niet goed zijn’. Als toezichthouder vinden we dat zorgwekkend. Het vertrouwen van burgers in geheime diensten die waken over onze veiligheid mag niet worden aangetast door de discussie rond de NCTV.”