Vanuit de gelagkamer hadden we, toevallig, het beste zicht op wat zich afspeelde in het hotel in de Achterhoek waar we een nacht verbleven. Gasten kwamen binnen met mondkapjes op en lieten hun QR-code scannen. Een man die nog een tafel in het restaurant wilde boeken, kon rechtsomkeert maken. Vol. „Waarom komt iedereen op dinsdagavond eten?”, foeterde een dame in de bediening.
Onder het personeel en de gasten proefde je spanning en nervositeit. De bedrijfsleider vreesde afzeggingen vanwege de besmettingen en nieuwe maatregelen. Gasten hoorde je roezemoezen over reisbeperkingen in Oostenrijk.
De maatregelen (halfdown) van afgelopen vrijdag zorgen in elk geval voor drie weken zekerheid. Al zetten ze een domper op het herstel van individuele ondernemers.
De vraag in het verlengde daarvan is: leidt de halfdown tot een economische meltdown of ‘alleen’ een slowdown?
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/inflatiealt.jpg)
De economie stond er tot vrijdag in elk geval fantastisch voor als je naar de gebruikelijke maatstaven kijkt. Nederland bevindt zich in een economische hoogconjunctuur. De aandelenkoersen halen records. De koopwoningmarkt is oververhit. Faillissementen zijn er nauwelijks; in oktober waren er 109. Op het dieptepunt van de vorige economische crisis, in mei 2013, was dat cijfer 816.
Nog een hosannatrend. De krapte op de arbeidsmarkt is nijpend en wordt nog nijpender. Al maanden zie je vooral bedrijven in de industrie op een groeiend aantal vacatures rekenen. Ook in de bouw en commerciële dienstverlening zie je groei, groei, groei.
Achter de verhitte arbeidsmarkt gaan óók bedrijfstakken schuil waar het ploeteren is. ABN Amro publiceerde afgelopen week een gedetailleerd rapport over de financiële positie van negen bedrijfstakken. Daarin zie je wie de zwaarste klappen hebben gekregen – en mogelijk opnieuw krijgen als consumenten fysieke winkels mijden. De horeca. Kleding- en schoenenwinkels. Elektronicazaken.
Nederlanders bleven wel kopen tijdens de pandemie, maar ze deden dat bij webwinkels. Vandaar dat bol.com nu voor verdere expansie een beursnotering onderzoekt.
Kijk je iets breder dan alleen financiële kengetallen, dan zie je twee sectoren die van levensbelang zijn, maar vastlopen in een moeras van arbeidstekorten, onaantrekkelijke beloningen ten opzichte van andere sectoren en een overmaat aan administratie. Dat zijn de gezondheidszorg en het onderwijs.
Al met al een gemengd beeld: economisch sterk, maatschappelijk in mineur. Het economisch hoogtij laat zich eenvoudig verklaren: overheden en centrale banken zorgen voor permanent krachtige stimulansen. De centrale banken met hun ultralage rente, de overheden met steun- en stimuleringsbeleid waarvan het einde nog niet in zicht is.
Met zoveel financiële doping is het niet verwonderlijk dat de economie gaat zweten. De handel is verstoord geraakt. Rap oplopende inflatie toont dat de grenzen in zicht zijn. Is de hogere inflatie tijdelijk, zoals de Amerikaanse en Europese centrale banken denken?
Dat kan alleen als er een eind komt aan de permanente stimulering van de economie. Overheden maken daartoe geen aanstalten. Ook de gevolgen van de halfdown in Nederland zullen gesmoord worden in steun. De centrale banken dan? De Europese Centrale Bank blijft de economie stimuleren met ultralage rentetarieven. Dan resteert maar een conclusie: tijdelijke inflatie in een klimaat van permanente stimulering bestaat niet. Dat wordt permanente inflatie.