Kabinet geeft uiterste poging om Shell te behouden op

Dividendbelasting Om een vertrek van Shell te voorkomen, zocht het kabinet steun om de dividendbelasting toch af te schaffen. Dat mislukte.

De Shell-raffinaderij in Pernis. Het olie- en gasconcern wil op papier volledig Brits worden, maar het kabinet probeert dat tegen te houden.
De Shell-raffinaderij in Pernis. Het olie- en gasconcern wil op papier volledig Brits worden, maar het kabinet probeert dat tegen te houden. Foto Robin Utrecht

Een laatste poging om Shell in Nederland te houden is mislukt. Het demissionaire kabinet probeerde maandag steun te krijgen in de Tweede Kamer om de dividendbelasting alsnog af te schaffen. Bewindspersonen Stef Blok (VVD, Economische Zaken en Klimaat) en Hans Vijlbrief (D66, Financiën) hoopten zo Shell in Nederland te houden. Dat bevestigen bronnen rond het kabinet aan NRC.

De Kamerfracties van GroenLinks en de PvdA werden benaderd met de vraag of ze een afschaffing wilden steunen. „Het antwoord is nee”, meldde PvdA-fractievoorzitter Lilianne Ploumen maandagmiddag in een tweet. Ook GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver reageerde afwijzend. „Dat is geen oplossing, dat is je laten chanteren.” Binnen de coalitie ligt het afschaffen van de dividendbelasting gevoelig bij de Kamerfracties van de ChristenUnie en D66.

Maandagochtend kondigde het Brits-Nederlandse olie- en gasbedrijf Shell aan het hoofdkantoor te verplaatsen naar het Verenigd Koninkrijk. Een dag eerder was het kabinet door Shell op de hoogte gebracht. Blok liet weten „onaangenaam verrast” te zijn door het besluit.

Met staatssecretaris Vijlbrief ging hij daarna op zoek naar de mogelijkheden om Shell toch te behouden. De politiek omstreden afschaffing van de dividendbelasting zou daarbij kunnen helpen, redeneerde het kabinet.

Eenvoudig was dat niet: het kabinet is demissionair en in de Kamer ligt de maatregel gevoelig. Het kabinet beschikt bovendien niet over een meerderheid in de Eerste Kamer. „Als we iets zouden willen doen, dan moeten we overleggen”, zei een betrokkene. Oftewel: steun zoeken bij de oppositie. PvdA en GroenLinks hadden de coalitiepartijen aan een meerderheid in de senaat kunnen helpen.

De toenaderingspoging vanuit het kabinet was opvallend, omdat de twee linkse partijen zich eerder al fel tegen een afschaffing van de dividendbelasting keerden. GroenLinks haalde direct na het nieuws van Shell een eigen plan van stapel dat de aandeelhouders van gedachten zou moeten doen veranderen: geen tegemoetkoming, maar een ‘verhuisboete’. Zo’n vertrekheffing zou bij Shell kunnen oplopen tot enkele miljarden.

Shell wil zijn aandelenstructuur vereenvoudigen door als Britse vennootschap verder te gaan. Bij dat besluit speelde de dividendbelasting een grote rol, liet Shell-topman Ben van Beurden maandag aan Het Financieele Dagblad weten. In 2005 koos Shell ervoor een Brits bedrijf te worden met een hoofdkantoor in Nederland. „Toen was de verwachting, ook uitgesproken door de regering, dat de dividendbelasting in Nederland uiteindelijk zou verdwijnen”, aldus Van Beurden. In 2005 zei toenmalig staatssecretaris van Financiën, Joop Wijn (CDA) in de Eerste Kamer dat hij geen toekomst zag voor de dividendbelasting. „Het signaal voor het bedrijfsleven mag zijn dat wij op termijn deze belasting niet zien overleven.”

Afschaffen van de dividendbelasting was aanvankelijk ook het plan van het kabinet-Rutte III. Vooral Brits-Nederlandse bedrijven, zoals Shell, zouden zo behouden kunnen worden: in het Verenigd Koninkrijk geldt geen dividendbelasting. De afschaffing stond in 2017 in geen enkel verkiezingsprogramma, maar werd door het kabinet-Rutte III vervolgens wel in het regeerakkoord opgenomen, wat het kabinet direct op een storm van kritiek kwam te staan.

Nadat het eveneens Brits-Nederlandse Unilever in 2018 besloot toch voor het VK te kiezen, liet Rutte III het plan vallen. Het kabinet trok de voorgenomen afschaffing in. De coalitie klonk toen al langer verdeeld over de maatregel. Kamerleden van de ChristenUnie spraken van „een meloen” die de partij moest doorslikken.

Bekoeld enthousiasme

In de loop van Rutte III bekoelde het enthousiasme voor grote bedrijven verder, zelfs bij de VVD. Rutte sprak op boze toon bestuursvoorzitters aan toen de lonen in zijn ogen te weinig stegen, en het geld dat voor de afschaffing van de dividendbelasting was gereserveerd verschoof steeds verder weg van het grootbedrijf. Dat belandt in de begroting van 2022 onder meer bij veteranen en huurders.

De reacties van partijen op het vertrek van Shell zijn even fel als het debat over de dividendbelasting de voorbije jaren was. Kamerleden van VVD en CDA noemden de negatieve sfeer over grote bedrijven als reden voor het vertrek. Dit kan weleens de oogst zijn „van een politiek debat dat alleen maar negatief is over bedrijven”, zei CDA-Kamerlid Henri Bontenbal. „Een bedrijf continue [sic] bashen heeft consequenties, ook voor de energietransitie”, tweette VVD-Kamerlid Silvio Erkens maandagochtend direct.

Linkse partijen bekritiseerden vooral Shell. „Na jaren profiteren van sociale voorzieningen, subsidies en belastingvoordelen, vlucht Shell naar Londen. Stank voor dank”, tweette PvdA-europarlementariër Paul Tang. PvdA-Kamerlid Joris Thijssen verwijderde maandagochtend snel een tweet waarin hij het vertrek van Shell „een zegen voor het land” noemde. „Nu kan de Nederlandse regering zich richten op de belangen van de energietransitie in plaats van de fossiele belangen van Shell te verdedigen.”

Vijf vragen over verhuizing Shell pagina E4-5 Luister hier deze aflevering van Haagse Zaken uit 2018 waarin de dividendbelasting wordt uitgelegd