Met één klik op z’n scherm en een belletje kan Willem Brouwer (60) een trein stil laten staan. Duizenden mensen kunnen dan niet verder reizen. Op zijn bureau staat een telefoon met vier kleine schermpjes en tientallen witte knopjes. Daarachter staan acht computerbeeldschermen. Op de ene zijn reeksen groene cijfers te zien. Op een ander een wirwar van witte en gekleurde lijntjes. „Kijk, die groene lijnen, dat zijn de rijwegen. Die gele lijnen zijn treinen.” Voor Brouwer kennen de systemen allang geen geheimen meer: hij werkt al veertig jaar als treinverkeersleider.
Brouwer is een van de 120 treinverkeersleiders op de verkeerspost Utrecht van spoorwegbeheerder ProRail. Zij zorgen er 365 dagen per jaar voor dat de treinen op trajecten rondom Utrecht zonder problemen kunnen rijden. Utrecht is het hart van het Nederlandse treinnetwerk: de grootste van twaalf landelijke posten, waar totaal 750 mensen werken. Treinverkeersleiders zijn het eerste aanspreekpunt bij problemen op het spoor.
Op de ‘post Utrecht’ oogt de sfeer ontspannen deze donderdag. Er zijn zo’n achttien treinverkeersleiders bezig. Samen hebben ze het gezellig, zeggen ze. Maar op de achtergrond speelt onvrede over het beleid van ProRail. De spoorwegbeheerder kampt al geruime tijd met een personeelstekort, waardoor treinen diverse keren niet konden rijden. Momenteel is er een landelijk tekort van zestig verkeersleiders. In Utrecht bestaat daarnaast ook een hoog ziekteverzuim, zo'n 15 tot 20 procent. Vorige week waren er veertien zieken, een week daarvoor negentien. Bovendien heerst er onvrede onder de medewerkers: ze voelen zich niet gehoord door de directie.
Tussen rust en calamiteit
De dienst van een treinverkeersleider is onvoorspelbaar. Soms gebeurt er lange tijd niets en kunnen ze achterover leunen. Maar als er plots een telefoon gaat, of iets verandert op het scherm, moeten ze in actie komen. Bijvoorbeeld voor een kapotte bovenleiding, of een wisselstoring. Bij een calamiteit, zoals een aanrijding of een omgewaaide boom op het spoor, gaat een alarm af. Dan schiet iedereen direct in de houding. Die afwisseling, dát is de uitdaging van het werk. „Je moet tegen onderbelasting en overbelasting kunnen”, omschrijft treinverkeersleider Bert Schipper.
Wat het werk zwaarder maakt, zijn de onregelmatige werktijden. Treinverkeersleiders werken in wisseldiensten: vroeg, laat of nacht, ook in de weekenden. Elke donderdag trainen met je voetbalteam is er dus niet bij. Toch zit hier ook voordeel aan. Soms heb je doordeweeks vrij en kun je met je zoon naar de Efteling, zoals Bert Schipper deed.
Door de aanhoudende personeelstekorten ontstaan er ook gaten in het rooster. Pepijn Oosterlaar (29), die sinds twee maanden in Utrecht werkt, beheert vandaag ‘het baanvak’ Utrecht-Den-Bosch, maar hij kan tijdens zijn dienst van acht uur geen pauze nemen.
Hij werkt vandaag met drie collega's terwijl dat er normaal vijf zijn. Nu is er geen treinverkeersleider voorhanden voor ondersteuning bij calamiteiten en is er geen ‘aflosdienst’, waardoor collega's af en toe even kunnen rusten. Het gebrek aan pauze compenseert ProRail met broodjes, die achter het bureau worden gegeten.
Oosterlaar was tot voor kort storemanager bij outdoorsportwinkel Bever, maar hij zocht meer uitdaging, een „intellectuele prikkel”. De opleiding voor treinverkeersleider was zwaar, zegt hij. Of eigenlijk was het traject vóór de opleiding vooral zwaar. „Ik moest moeilijke IQ-testen doen, gesprekken voeren met psychologen en rollenspellen doen.”
De opleiding tot treinverkeersleider is een struikelblok, erkent ProRail. Van de honderd mensen die beginnen met het voortraject, stromen er maar twee door naar de opleiding, die negen maanden duurt: daarvan behaalt er eentje het diploma. Bovendien is de opleiding kostbaar, bevestigt een woordvoerder. De precieze kosten wil hij niet delen. Volgens meerdere treinverkeersleiders betaalt ProRail ongeveer een ton per student.
Begonnen als perronopzichter
Toen collega Peter Bransen (56) dertig jaar geleden zijn opleiding deed, was alles nog anders, zegt hij peinzend. De mensen die toen treinverkeersleider werden, zegt hij, waren een ander type. „Ik heb alleen m’n havo-diploma. Ik begon bij het spoor als perronopzichter, daarna werd ik assistent-treinverkeersleider en toen klom ik op naar treinverkeersleider. Dat was een erebaan.”
Nu is de functie voor de nieuwe, jonge verkeersleiders het begin van hun carrière. Ze stromen snel door naar een hogere functie. ProRail wil vooral hbo’ers aantrekken, zegt Bransen. „Maar jongens zoals hij” – hij wijst naar collega Oosterlaar – „Die gaan hier geen tien jaar werken. Ze hebben meer in hun mars.” De afgelopen twaalf maanden stroomde 7 procent van het totale aantal medewerkers uit of door naar een andere functie, blijkt uit cijfers van ProRail.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data78206786-ecbe44.jpg)
Waar medewerkers zich ook aan ergeren is dat het zo moeilijk is om verlof te krijgen. De verlofaanvragen voor een heel jaar moeten in één keer in oktober gedaan worden. Stel, iemand gaat trouwen of er is een feestje, dan kun je geen verlofdag opnemen. Ook is er frustratie dat er de afgelopen jaren veel managers zijn bijgekomen, die hoge salarissen krijgen. „Er zijn bijna meer managers dan treinverkeersleiders”, zegt verkeersleider Joop van Kuijk (64) spottend.
Naast het grote verloop, dreigen er ook tekorten door vergrijzing: tientallen treinverkeersleiders gaan de komende jaren met pensioen. Een van hen is de 64-jarige Van Kuijk, een man die veel lacht, met felblauwe ogen.
Dat er nu tekorten zijn door medewerkers die met pensioen gaan, vindt hij de schuld van het management. „Dit hadden ze al jaren kunnen zien aankomen.” Zelf gaat hij volgend jaar september met pensioen. „Er is me al gevraagd of ik niet toch langer kan blijven, maar dat ga ik niet doen.” De voornaamste reden is te zien op zijn beeldscherm: een foto van een tweeling in hetzelfde oranje-wit gestreepte pakje. Van Kuijk werd afgelopen mei opa. Als hij met pensioen gaat, heeft hij meer tijd voor Bibi May, Leia May en ‘zijn Wendy’.