Het heeft iets komisch, het tweepersoons terreinwagentje waarin bondscoach Louis van Gaal (70) heen en weer wordt gereden. Achter het stuur zit zijn assistent Henk Fraser, die ervoor zorgt dat zijn bijrijder met zijn neus bovenop de oefenvormen zit. Van Gaal draagt een fluit om de nek. Wanneer hij iets signaleert, komen de spelers bij het wagentje staan om naar hem te luisteren.
„Het gaat lichamelijk niet goed, maar het brein werkt nog steeds”, vertelt hij later. De bondscoach is een gehavend man. Eerder op de dag was al bekend geworden dat hij zondagavond ongelukkig ten val was gekomen, nadat hij met stafleden en zijn spelers van het trainingsveld naar het hotel was teruggefietst. Een breuk in de heup, constateerden ze in het ziekenhuis. Met als gevolg dat hij maandag niet fysiek maar via een televisiescherm de pers te woord staat. „Ik heb veel pijn”, zegt hij. „Als ik mijn bekken beweeg, heb ik veel last.”
Toch is hij nog bij de groep. De spelers en zijn collega’s hadden hem gevraagd te blijven. Toen Van Gaal dit vertelde bij de NOS, die hem wel live konden spreken, raakte hij zichtbaar ontroerd. „Dat zegt eigenlijk alles. Ik ben een emotioneel figuur.”
Kwetsbaar, dat ook. De bondscoach lijkt op zijn tanden te moeten bijten, terwijl hij deze middag met kenmerkende zelfverzekerdheid stelt dat het goed gaat komen. Dat WK-ticket, dat zaterdag tegen Montenegro nog uit zijn handen gleed, zal Nederland dinsdagavond toekomen. „Omdat wij meer kwaliteit hebben dan Noorwegen. En dat zullen we morgen laten zien.”
Het was het antwoord op de vraag hoe hij het land gerust zou gaan stellen. Die kwam niet als een verrassing, aangezien het gelijkspel van zaterdag nog altijd nadreunde en pessimisten het ergste doet vrezen voor het laatste groepsduel met Noorwegen. 0-2 voor. En toch 2-2. Had het Nederlands elftal gewonnen in Podgorica, dan was het nu al zeker geweest van deelname aan het WK in Qatar.
„Met zo’n kans je te kunnen kwalificeren, mag dit niet gebeuren”, erkent aanvoerder Virgil van Dijk, die maandag wel fysiek bij de persconferentie aanwezig was. Terugblikkend op die wedstrijd waarin Nederland in nog geen vijf minuten twee goals tegenkreeg, oordeelt Van Dijk dat meer spelers hadden moeten opstaan. De organisatie stond niet meer. Van Dijk: „De een ging druk zetten, de ander zakte in, waardoor ruimtes voor de tegenstander ontstaan.”
„Als je 2-0 voor staat, moet je slimmer spelen”, zegt Van Gaal. „Je staat op het WK … dan moet je de wedstrijd uitspelen.”
Zijn wissels. Daar sprak Van Gaal ook over. Met het inbrengen van Teun Koopmeiners voor Georginio Wijnaldum had hij in de tweede helft tegen Montenegro defensiever en compacter willen spelen, vertelde hij. Maar dat plan ging overboord toen vervolgens Frenkie de Jong gewisseld wilde worden, waarna Van Gaal met diens vervanger Ryan Gravenberch terugviel op aanvallender spel. „Daar kan het ook aan gelegen hebben. Dat weet je nooit.”
Hoogste podium
Gevolg is dat Nederland aan de vooravond staat van een van de meest cruciale wedstrijden in jaren. Noorwegen thuis, dinsdag in de Kuip. Het WK in Qatar, daar waar het allemaal om draait, is weliswaar een omstreden toernooi. Een waarvan verschillende media ook deze week nog de keerzijde hebben belicht, met verhalen over arbeidersleed. Maar tegelijk blijft het, zolang boycots door instanties als Amnesty niet zinvol worden geacht en de KNVB het hoogste nastreeft, een voetbalpodium waarop de nationale ploeg niet mag ontbreken.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78429169-108bf5.jpg)
Voor plaatsing moet tegen Noorwegen minimaal gelijk worden gespeeld. Dat de Noren überhaupt nog kans maken, na hun eigen sof van zaterdag tegen Letland (0-0), was een „cadeautje” van zijn team, zei Van Gaal. „Zij mogen heel blij zijn dat ze nog mee mogen doen, zullen ook zeer positief naar Nederland komen. Wij moeten in twee dagen een grote teleurstelling verwerken, om toch positief naar de wedstrijd toe te groeien.” Bewust had hij Montenegro-uit op zondag geëvalueerd, zodat zijn spelers maandag met een leeg hoofd aan de nieuwe week hadden kunnen beginnen.
En hijzelf dan? Wat zou erin zijn eigen hoofd omgaan, behalve pijnprikkels vanuit zijn heup? Dacht hij soms terug aan 2001, vroeg iemand hem vanuit de zaal. Het teleurstellende gelijkspel bij Montenegro leek immers veel op een sleutelduel uit de WK-campagne van twintig jaar geleden. Toen was Van Gaal ook bondscoach en zag hij eerst hoe Nederland een 2-0 voorsprong tegen Portugal weggaf (2-2). Niet veel later leed zijn ploeg een beslissende én beklijvende nederlaag bij Ierland (1-0), waardoor een streep door het WK van het jaar erop ging.
Net zoals de kwalificatiereeksen voor het gemiste EK 2016 en WK 2018 niet snel worden vergeten, doemt de campagne uit 2001 altijd op wanneer onheil dreigt, zoals nu. Toch spoken die ervaringen niet door zijn hoofd, zegt Van Gaal. „Ik heb er niet over nagedacht. Het is wel een herinnering in mijn hoofd. Maar ik denk niet dat het gaat gebeuren.”
Zijn ploeg heeft alles in eigen hand. Toch moet Van Gaal, op zijn leeftijd en met al zijn ervaring, gespannen zijn. Voor de man die zich afgelopen zomer als dé kandiaat zag om (voor een derde keer) bondscoach te worden, staat meer op het spel dan een WK-ticket. En dat is eer.