Opeens was India in Glasgow de boeman. Tijdens de pauze, ingelast voordat zaterdag na dagen en nachten onderhandelen eindelijk een klimaatakkoord zou worden getekend, werd op het laatste moment een cruciale frase aangepast. Beloofden landen voor de pauze steenkool uit te faseren (phase out), plots was de tekst afgezwakt naar afschalen (phase down). Dit tot ontsteltenis van veel aanwezigen, die dachten dat de finale tekst was beklonken.
De gang van zaken verdiende niet de schoonheidsprijs, verontschuldigde voorzitter Alok Sharma zich tegenover de zaal terwijl hij zijn tranen probeerde te bedwingen. Maar, herhaalde hij later tegen journalisten, zonder dat compromis was er mogelijk geen deal geweest. China en India, na de Verenigde Staten ’s werelds grootste vervuilers, dreigden anders namelijk niet te tekenen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data78566070-28abb9.jpg)
De twee grootmachten, normaal geenszins politieke vrienden, waren samen opgetrokken om Sharma tot de afzwakking te bewegen. Maar het was de Indiase minister van Milieu die de nieuwe tekst voorlas. In de storm van kritiek die volgde, van delegaties en in nieuwskoppen wereldwijd, werd dan ook vooral met verwijtende vingers naar India gewezen. Het akkoord was voor velen al een teleurstelling en deze last minute knieval maakte het nog erger.
Klimaatexperts in India zien dat anders: verwachtingen en verplichtingen kunnen simpelweg niet pasklaar hetzelfde zijn voor rijke landen, historisch gezien de grootste CO2-uitstoters, en een ontwikkelingsland als India, waar honderden miljoenen mensen in armoede leven en waar steenkool voor 70 procent van de energievoorziening zorgt. De komende twintig jaar wordt verwacht dat de vraag naar energie nergens ter wereld zo hard zal stijgen.
Olie en gas
„Ieder land kan meer doen, maar het feit dat India haar handtekening heeft gezet onder een akkoord waarin de afbouw van steenkool wordt beloofd, is een big deal”, zegt Sandeep Pai, die namens het Amerikaanse Center for Strategic & International Studies onderzoek doet voor hun Just Transition Initiative. „Het is alsof de VS zeggen: ‘we gaan olie en gas verminderen’, waarvan zij in grote mate afhankelijk zijn voor hun energiezekerheid.”
Die vergelijking maakt Pai niet zomaar. In de onderhandelingen in Glasgow had India bepleit dat in het akkoord kwam te staan dat alle fossiele brandstoffen uitgefaseerd zouden worden, dus ook olie en gas. Maar wat aan het einde overbleef was een passage waarin ‘slechts’ steenkool werd genoemd – en niet eens alle steenkool, maar alleen die steenkool waarvan de broeikasgassen niet worden opgevangen en onder de grond gestopt.
Dit tot frustratie van de Indiase delegatie. Die vond dat de compromissen vooral van ontwikkelingslanden moesten komen, terwijl waar zij om vroegen - financiële steun voor transitie, adaptatie en verlies en schade – werd gereduceerd tot excuses en beloftes van beterschap: vanaf 2023 kunnen zij écht rekenen op de 100 miljard dollar (ruim 87 miljard euro) aan steun die ontwikkelingslanden eigenlijk vanaf 2020 jaarlijks zouden krijgen.
Klimaatfinanciering
Bij de opening van de klimaattop, twee weken geleden, wees premier Narendra Modi erop hoe „hol” die beloftes in het verleden waren gebleken. Ontwikkelde landen moesten „zo snel mogelijk” duizend miljard dollar aan klimaatfinanciering vrijmaken, betoogde hij. In die toespraak deed de premier ook een aantal belangrijke toezeggingen. Zo beloofde Modi dat India in 2070 klimaatneutraal zou zijn, na maandenlang categorisch te hebben geweigerd een dergelijke net-zero pledge te doen.
Ook daarover klonk in het Westen vooral teleurstelling, want de mondiale streefdatum is 2050. Maar volgens de modellen van Indiase klimaatwetenschappers is dit het meest realistische scenario. De regering zet sterk in op duurzame energiebronnen als zon en wind, nu goed voor zo’n zeventien procent van het energieverbruik. In Glasgow beloofde Modi dat in 2030 de helft uit duurzame bronnen zal komen.
Het is alsof de VS zeggen: ‘we gaan olie en gas verminderen’, waarvan zij in grote mate afhankelijk zijn voor hun energiezekerheid
Sandeep Pai Center for Strategic & International Studies
Alleen, dan is de vraag naar energie in India ook alweer een stuk groter. Door bevolkingsgroei en steeds meer Indiërs die toegang krijgen tot apparaten als koelkasten en airconditioners. Netto zal dan nog altijd veel uitstoot van vervuilende kolencentrales komen. Sterker, er liggen nog enkele uitbreidingsplannen. Want voor ontwikkeling is infrastructuur nodig. Dat betekent onder meer: staal en beton, lastig en kostbaar te verduurzamen industrieën die nu draaien op steenkool.
En dan heb je het niet alleen over een technische transitie, zegt onderzoeker Sandeep Pai. „Dit gaat ook over zeven tot acht deelstaten die enorm afhankelijk zijn van de inkomsten die zij nu uit de steenkolenindustrie krijgen. Dit gaat over miljoenen banen, direct en indirect. Over de Indiase Spoorwegen, de levenslijn van ruim een miljard mensen, die goedkope treinkaartjes subsidiëren door meer te rekenen voor kolentransport.” Pai wil maar zeggen: zo simpel is het niet.
Nieuwe bestemming
Dat brengt de discussie terug tot de financiële (en technische) steun waar ontwikkelingslanden als India om vragen. Kort voor de klimaattop in Glasgow kondigde het ministerie van Steenkool aan dat het met hulp van de Wereldbank de komende vier jaar wil onderzoeken hoe kolenmijnen te sluiten en een nieuwe bestemming te geven. Onduidelijk is om wat voor bedrag het daarbij gaat.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78335605-c19fae.jpg)
Toch lijkt het niet waarschijnlijk dat de regering-Modi bereid zal zijn zover te gaan als Zuid-Afrika, dat in Glasgow met de VS, het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie een miljardendeal sloot om de overgang van steenkool naar duurzame energie te versnellen.
Dat wordt een interessante case study, volgens Pai, die recent een onderzoek publiceerde waarin hij de transitiemogelijkheden van een kolenregio in Zuid-Afrika vergeleek met Jharkhand, één van India’s meest van kolen afhankelijke staten. „8,5 miljard dollar (het afgesproken steunbedrag, red.) is natuurlijk een schijntje, daar kun je een hoogstens een paar fabrieken mee sluiten”, stelt hij. Máár: het kan wel als een goed voorbeeld dienen dat zo’n eerlijke transitie mogelijk is.
Pai: „Als de donorlanden hun beloftes dit keer nakomen, en bijvoorbeeld niet weer met leningen in plaats van geld over de brug komen, kan dat helpen het geschade vertrouwen te herstellen.”