Vrijheid heeft een kleur voor Fadua El Akchaoui: roze. Rijbewijsroze om precies te zien. In haar theatersolo Wrak vertelt ze aan de hand van auto’s waarin ze ooit gereden heeft, hoe ze is losgekomen van de mannen in haar leven.
Haar coming of age begint met de aanschaf van een tweedehands Opel Corsa – bouwjaar: 1992, kleur: duivenpoep en roest. Ze heeft net haar rijbewijs en deze ‘waggie’ staat voor vrijheid, ontsnappen aan haar ouders en aan haar dominante broer. Het eerste ritje in die nieuwe oude auto is exemplarisch: ze rijdt haar kersverse Opeltje meteen in puin.
Rondom een compact decor van rokende auto-onderdelen vertelt El Akchaoui met veel gevoel voor detail hoe ze – van (emotionele) crash naar (letterlijke) botsing – is geworden wie ze nu is: een stoere vrouw, die zelfverzekerd én kwetsbaar durft te zijn. Daarvoor stapte ze verschillende keren in de verkeerde auto of nam de verkeerde route. Het levert zowel vermakelijke als intens pijnlijke anekdotes op: met haar ouders verdwaalde ze in Frankrijk, in haar liefdesleven raakte ze het spoor ook bijster.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/05/data71291405-74c96a.jpg)
Wrak begint vrolijk, maar wordt gaandeweg een ontroerend egodocument van een vrouw die altijd op de vlucht is voor schuld, schaamte en spijt. In regie van Daria Bukvić is El Akchaoui brutaal en energiek, maar laat ze ook bij zich naar binnen kijken: even onomwonden als over de aanschaf van haar eerste autootje, vertelt ze hoe een jongen haar kwetste of hoeveel pijn het deed toen haar vader stierf.
De twintig jaar dat ze nu autorijdt, zijn bepaald geen schadevrije jaren geweest, niet qua auto’s, en zeker niet op emotioneel vlak. Dat El Akchaoui het publiek daar zo genereus deelgenoot van maakt, is ronduit moedig. Als (Marokkaans-Nederlandse) vrouw hield ze altijd haar voet bij de rem, nu mag ze vol gas voor zichzelf gaan.