Een half miljoen kinderen kregen begin november een week lang een gezond ontbijt op school. Dat is al jarenlang een mooie traditie. Voor al te veel Nederlandse kinderen blijft dat echter een druppel op een gloeiende plaat. Bijna 75.000 kinderen gaan elke dag zonder ontbijt naar school. En van de 600.000 leerlingen uit achterstandswijken krijgen vele een broodtrommeltje mee dat gevuld is met een koud stuk pizza, een restje hamburger of wat snoepgoed.
Dat kan en moet beter. We weten bovendien dat inspanningen op dit terrein hoog renderen. De uitkomsten van een vierjarig experiment op basisscholen in Zuid-Limburg lieten zien dat een gezonde schoollunch en een uur extra bewegen per dag niet alleen resulteerden in beter gezondheidsgerelateerd gedrag en verminderd pesten, maar ook in minder gewicht, in het bijzonder in minder buikvet – en verhoogd buikvet is nu juist een belangrijke voorspeller voor diabetes en hart- en vaatziekten. De Universiteit Maastricht heeft laten zien dat deze interventie kosteneffectief is. Blijkens een doorrekening van het RIVM zijn er op termijn grote positieve gezondheidseffecten.
Er is veel enthousiasme onder scholen in Limburg om een zogenaamde Gezonde Basisschool van de Toekomst te worden, waar deze twee voorzieningen standaard beschikbaar zullen zijn. Ook is er toenemende belangstelling voor dit initiatief bij de landelijke overheid. Zo hebben VVD en D66 een passage over gezonde voeding op basisscholen (vooral voor kinderen in achterstandswijken) opgenomen in het stuk dat diende als aanzet tot de lopende coalitiebesprekingen.
Geld beschikbaar
Recent is daar een interessante kans bijgekomen. Scholen zullen in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) de komende twee jaar in totaal 8,5 miljard euro krijgen, om de ontwikkelingsachterstanden van de coronacrisis in te lopen. Van dat bedrag krijgen gemeenten 300 miljoen euro. De scholen zijn nu aan zet om de cognitieve kant van de achterstanden aan te pakken; gemeenten dienen aanvullend in te zetten op sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van sport en cultuur.
Aan dat laatste mag gezondheid als doelstelling toegevoegd worden. In recent overleg tussen wethouders en het ministerie van Onderwijs bleek namelijk dat met de juiste onderbouwing gemeenten die 300 miljoen mogen aanwenden om de gezondheid van kinderen op scholen te verbeteren om zo sneller en beter een ontwikkelingsachterstand in te lopen. Het gaat hierbij niet alleen om de grote steden, maar om elke gemeente met achterstandswijken.
Dat biedt een geweldige mogelijkheid om een pijnlijke Nederlandse achterstand weg te werken. In de meeste landen om ons heen is het verstrekken van maaltijden op school al een oude traditie. President Macron heeft in Frankrijk scholen in achterstandswijken opgedragen om leerlingen ook van een goed ontbijt te voorzien. Een verantwoorde schoolmaaltijd zal zowel de gezondheid van vele Nederlandse kinderen als de gelijkheid van hun maatschappelijke kansen zeer positief beïnvloeden.
Er is alle reden voor zo’n initiatief. Het verschijnsel van overgewicht heeft in Nederland inmiddels een epidemische omvang aangenomen: bijna de helft van alle Nederlanders is te zwaar.
Dat probleem kan niet alleen door de landelijke overheid aangepakt worden; het is een verantwoordelijkheid voor alle partijen. Te vaak zien we in Nederland dat bij grote problemen onmiddellijk naar het Rijk wordt gekeken dat alles maar moet oplossen. Dat deden bijvoorbeeld Lisette Cleyndert en Lester du Perron in hun opinieartikel Leefstijlinterventie vraagt van mensen het onmogelijke in NRC (11/10). Zij vonden dat zorgverleners terecht terughoudend zijn bij het voorschrijven van gecombineerde leefstijlinterventies. Leefstijlziekten zoals diabetes en hart-en vaatziekten moeten volgens hen niet bestreden worden door artsen, maar door de landelijke overheid die in de publieke ruimtes het aanbieden van ongezonde voeding en de aanleg van roltrappen moet verbieden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/web-1109culkinderenweb-1.jpg)
Ook zorgverleners
Dat is al te gemakkelijk. Natuurlijk is het belangrijk dat de overheid zijn verantwoordelijkheid neemt. Bijvoorbeeld door het invoeren van een suikertaks. Maar ook zorgverleners moeten hun gezag inzetten om hun patiënten aan te zetten tot een verstandiger leefstijl. Door bijvoorbeeld te verwijzen naar een leefstijlcoach, fysiotherapeut of diëtist. En dus niet alleen chirurgische maagverkleiningen uitvoeren bij morbide obesitas. Dat is dweilen met de kraan open.
Natuurlijk is het belangrijk dat supermarkten nu eindelijk eens doen wat ze bij de start van het Preventieakkoord al jaren geleden beloofd hebben, en dat niet slechts 13 procent van hun aanbod uit gezonde voeding bestaat, zoals onderzoek vorige week liet zien.
Álle partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen in de aanpak van overgewicht. En door een versnelde invoering van de Gezonde School op gemeenteniveau, met de middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs, zouden gemeenten en scholen gezamenlijk een grote stap in de goede richting zetten. Het geld is beschikbaar. Laat die kans niet voorbijgaan.