In een video zit een man te roken. Wanneer ik de ruimte binnenstap, schudt hij zijn hoofd heen en weer en maakt hij van zijn armen een kruis. Hij wijst naar de telefoon die ik in mijn hand geklemd heb. Verbouwereerd laat ik mijn hand met het toestel zakken. Nogmaals schudt de man zijn hoofd. Ik moet het toestel in mijn tas opbergen gebaart hij. ‘Goed geprogrammeerd’ denk ik dan nog.
Tijdens het Impakt Festival dat dit jaar in het teken stond van ‘Modern Love’ werd gekeken hoe technologie en media onze beleving van liefde, seksualiteit en intimiteit hebben veranderd. Het werk dat eruit sprong, was dat van Dries Verhoeven, dat in het Centraal Museum te zien was. In zijn Guilty Landscapes / episode IV richt hij de blik op Sri Lanka, de Filippijnen en Thailand waar steeds meer sekswerkers in toeristische gebieden zijn overgestapt op webcamseks, om zo de behoefte aan intimiteit in het westen te bevredigen. Verhoeven bekijkt de relatie tussen een Aziatische online sekswerker en de toeschouwer en stelt met zijn video-installatie de vraag of we ons gelijkwaardig tot elkaar kunnen verhouden, nu we ook onze behoeftebevrediging uitbesteden aan de Global South.
In slechts een onderbroek en witte sportsokken danst de man op de muur voor mij. Hij staat in een vervallen ruimte. Een ventilator draait rondjes aan het plafond. De grote balie op de achtergrond doet vermoeden dat de ruimte ooit druk bezocht werd. Her en der liggen matrassen. Soms kijkt hij mij aan. „Is dit live?” vraag ik me af. De man trekt zijn onderbroek uit en danst bloot verder op de muziek die uit de gettoblaster naast hem knalt. Hij gebaart dat ik mijn schoenen uit moet doen. Ik trek één schoen uit maar haper bij de tweede. Waar ben ik mee bezig? Ik schud van nee. De man haalt zijn schouders op en wacht op mijn beweging zodat hij mij kan spiegelen. Bekijk ik hem of hij mij? Pas wanneer de man is verdwenen ontdek ik in het midden van de muur een klein gat met daarin een camera. Ik word inderdaad gefilmd.
Dries Verhoeven (1976) maakt werk op de grens tussen performance- en installatiekunst. Zijn werken zijn actief en nodigen de bezoeker doorgaans uit hun eigen ervaring te sturen, zo ook in de installatie Guilty Landscapes / episode IV. De video-installatie werkt verwarrend, ontwrichtend zelfs. Als toeschouwer weet je niet direct of je naar een video, geprogrammeerd op jouw beweging kijkt of dat er sprake is van een online live-verbinding.
Empathie en privacy
Het is knap hoe Verhoeven de toeschouwer slechts in enkele minuten aan het wankelen brengt en tegelijkertijd ook nog essentiële onderwerpen omtrent ons digitale-tijdperk weet te vangen. Zo dringt de vraag zich op of we nog over empathie beschikken wanneer er sprake is van een digitale afstand tussen twee mensen. En welke rol speelt privacy in een verstandhouding die berust is op intimiteit?
Bij de video-installatie zijn twee fragmenten te lezen van Susan Sontags Regarding the pain of Others (2002). Daarin verzet Sontag zich tegen het idee dat de overdaad aan onaangename beelden en misstanden in ons technologisch tijdperk ons gevoellozer zouden maken: „De gemoedstoestanden die men beschrijft als apathie, morele of emotionele verdoving, lopen over van de gevoelens.” Verhoeven vermeldt dat de toeschouwer de fragmenten niet moet lezen als uitleg van het werk maar moet zien als gedachtegoed. Precies die ongedwongen houding komt terug in Guilty Landscapes / episode IV zelf. Het werk nodigt vooral uit tot nadenken, maar neemt geen duidelijke stelling in.
Sterk aan het werk is dat je bij binnenkomst de rol van voyeur toegedicht krijgt, maar dat even later die verhouding voorzichtig kantelt. Alleen maar kijken lijkt geen optie, de man reageert namelijk ook op het gedrag van de toeschouwer. De video-installatie van Verhoeven werkt daarmee als een spiegel. Je moet haast wel je eigen gedrag onder de loep nemen.