Schrijver en journalist Jantine Jongebloed: „Als volwassen mensen moeten we erop hameren dat het maken van naaktfoto’s normaal is, maar dat de ongewenste verspreiding ervan niet normaal is.”

Foto Chiela van Meerwijk

Interview

Op haar zestiende werden naaktfoto’s van Jantine Jongebloed verspreid — ‘Sexting moet net zo normaal zijn als masturberen’

Jantine Jongebloed Toen ze 16 was werden er naaktfoto’s van Jantine Jongebloed verspreid. In haar nieuwe boek vertelt ze haar verhaal aan jongeren. „Hoe normaler het wordt te praten over sexting en seksualiteit, hoe minder boeiend het is om anderen belachelijk te maken.”


In haar boek Wie zette mijn naaktfoto’s online? Een spannende detective over sexting, schuld en sukkels voel je de wanhoop van de 16-jarige Jantine Jongebloed wier naakte lichaam zonder toestemming wordt bekeken en gekeurd door anderen. Wanneer zij na de verspreiding van haar naaktfoto’s door de gangen van haar school loopt, voelt het als „die nachtmerrie waarin je naakt over straat gaat”, schrijft ze. In diezelfde school heeft iemand de foto’s tot haar afgrijzen op de muren gehangen. Ze is bloot op GeenStijl te zien en in de inboxen van schoolgenoten.

Het versturen van seksueel getinte berichten, foto’s en filmpjes zou volgens de schrijver en journalist net zo normaal moeten zijn als masturberen. „Als sexting bij je past, kan het een heel leuk onderdeel zijn van je seksuele ontdekkingstocht”, vertelt Jongebloed. Volgens haar gaat seksuele voorlichting nog te veel over de maker van de naaktfoto’s. Dat moet anders: „We moeten de focus leggen op de ontvanger. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de ontvanger een naaktfoto veilig op te slaan.”

Schoolvoorlichters en politie-agenten adviseren vaak dat als je naaktfoto’s verstuurt, je dat beter zonder je gezicht erop kan doen. Maar volgens Jongebloed – en onderzoek laat dit ook zien – voelen de verspreiders van deze foto’s zich gesteund door deze manier van denken. „Als de maker van de foto dit niet op een veilige manier doet, dan denken de daders dat zij daar misbruik van mogen maken”, aldus Jongebloed. Het slachtoffer zal zich bovendien door deze manier van denken schuldig en beschaamd voelen, in plaats van de dader.

Geen enkele schuld

En dat is ook hoe Jongebloed zich zeventien jaar geleden voelde. Inmiddels kijkt ze er heel anders op terug. „Ik voel nu heel sterk dat ik als slachtoffer geen enkele schuld heb. Degenen die mijn foto’s verspreidden zijn schuldig en het is rechtvaardig als zij gestraft worden.”

Als het haar vandaag de dag was overkomen, had ze meteen aangifte gedaan. In 2004 wist ze niet eens dat dat kon. Sinds 1 januari 2020 is het strafbaar om seksueel beeldmateriaal online te delen zonder toestemming van de afgebeelde persoon. Deze nieuwe wet maakt het ongewenst verspreiden van naaktfoto’s beter te vervolgen. Voorheen was je alleen strafbaar als je foto’s verspreidde met de intentie om iemand schade toe te brengen.

Haar boek komt met een lesbrief en gastles voor middelbare scholen, waarin ze de nadruk legt op positieve sekseducatie. Hoe kun je met veel plezier je seksualiteit ontdekken? Hoe ontdek je je grenzen en wensen en geef je deze aan? Een positievere sekseducatie kan bijdragen aan het voorkomen van sexting-misbruik, denkt Jongebloed. Als het taboe verdwijnt, zal er immers ook minder reden zijn om mensen ermee te pesten.

Bij voorlichting over naaktfoto’s moet de focus komen te liggen op de ontvanger

En stel dat het fout gaat en je staat bloot op de mobieltjes van anderen, dan spelen omstanders, zoals klasgenoten, of mensen die de foto’s ontvangen hebben, een belangrijke rol in de periode die volgt voor het slachtoffer. Toen ze onlangs voor het eerst haar boek presenteerde op een middelbare school in Gorinchem, deelde Jongebloed leerlingen op in groepjes van vier en kregen ze de rol van een personage uit het boek toegewezen. Het viel haar op dat de leerlingen die de omstanders speelden Jantine bijzonder goed steunden. De leerlingen veroordeelden de dader en kwamen op voor het slachtoffer. Ze gingen met Jantine mee naar de docent en riepen in de klas dat kinderen moesten stoppen met het verspreiden van de foto’s en haar niet uit moesten lachen.

„Twintig á dertig jaar geleden friemelden jongeren met elkaar in het fietsenhok. Nu doen ze eigenlijk hetzelfde, maar dan online”, zo citeert Jongebloed Marijke Naezer, onderzoeker naar jongeren en seksualiteit. Jongebloed wil ermee zeggen dat sexting hoort bij de gezonde ontwikkeling. Online friemelen moet genormaliseerd worden, vindt ze. „Als volwassen mensen moeten we erop hameren dat het maken van naaktfoto’s normaal is, maar dat de ongewenste verspreiding ervan niet normaal is. Hoe normaler het wordt te praten over sexting en seksualiteit, hoe minder boeiend het is om anderen belachelijk te maken.”