Het lopende onderzoek naar binnenlandse adoptie tussen 1956 en 1984 wordt stopgezet en moet opnieuw. Dat heeft demissionair minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD), dinsdag bekendgemaakt. Het vertrouwen van betrokkenen in het lopende onderzoek was geschaad door problemen met onder meer een meldpunt waar gedupeerden zich konden aanmelden. Een nieuwe, onafhankelijke onderzoekscommissie moet het vertrouwen herstellen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data76650274-310c02.jpg)
Het onderzoek werd in 2019 ingesteld om meer duidelijkheid te krijgen over de omstandigheden waaronder zeker 13.000 alleenstaande moeder hun kinderen afstonden voor adoptie. Dit gebeurde lang niet altijd vrijwillig.
Na klachten van belanghebbenden verscheen deze zomer een rapport, waaruit bleek dat er van alles was misgegaan in onder meer de communicatie met betrokken afstandsmoeders, afstandskinderen en andere betrokkenen. Mensen die via het meldpunt hun verhaal kregen niet altijd hun gespreksverslag voorgelegd, en als dit wel gebeurde, bleken er in meerder gevallen grote fouten in te zitten. De belangenbehartigers van de betrokkenen schreven eind september een brief aan Tweede Kamerleden, waarin zij zeiden het vertrouwen in het onderzoek verloren te hebben.
Begin volgend jaar moet duidelijk zijn wie in de onderzoekscommissie plaats gaan nemen. Behalve met een nieuw onderzoek wil Dekker de betrokken moeders en afstandskinderen ook op andere manieren ondersteunen. Een van de opties is het expertisecentrum dat nu wordt opgezet voor buitenlandse adoptiekinderen op termijn uit te breiden, zodat ook mensen met vragen over hun binnenlandse adoptiegeschiedenis hier terecht kunnen. Verder komt er een lijst met instellingen en tehuizen waar sprake was van afstand en adoptie.