Medewerkers verwijderden afgelopen september stickers voor het Stedelijk Museum Amsterdam. Doordat de anderhalvemeterregel verviel hoefden bezoekers zich hier niet meer aan te houden.

Foto Koen van Weel/ANP

Interview

Deze twee adviseurs hopen dat het kabinet nu wél hun scenario’s volgt

Coronabeleid De WRR en de KNAW waarschuwden in de zomer dat corona waarschijnlijk nog jaren een probleem blijft. Maar de politiek denkt niet na over die lange termijn, zien zij ook nu weer.

Vijf scenario’s waren er gemaakt, van terug naar het oude normaal tot een worstcasescenario waarin er niet tegen een nieuwe mutatie van het coronavirus op te vaccineren is. In vier van de vijf scenario’s bleven coronamaatregelen nodig – dat werd afgelopen zomer gezien als wel erg pessimistisch. Maar inmiddels is het advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) actueler dan ooit.

Navigeren en anticiperen in onzekere tijden kwam begin september uit, toen het demissionaire kabinet bezig was met het voorbereiden van wat de laatste coronapersconferentie moet worden. De boodschap daarin werd: omdat veel Nederlanders zijn gevaccineerd, zijn we uit de problemen en kunnen we van de meeste maatregelen af.

Twee maanden later is de situatie radicaal anders. Een nieuwe coronagolf overspoelt Nederland: al een week lang zit Nederland rond de tienduizend positieve tests per dag, Limburgse ziekenhuizen luidden dinsdag de noodklok dat zij de toestroom van coronapatiënten niet meer aankunnen. Het kabinet beslist vrijdag of er extra coronamaatregelen moeten komen bovenop de mondkapjesplicht en het afstands- en thuiswerkadvies die sinds vorige week weer gelden.

Lees ook dit stuk van april vorig jaar: ‘Ik zag de eerste resultaten, en ik dacht: holy fuck, die tijdlijn’

Niet voor het eerst deze pandemie lijkt het kabinet door de snelheid en grilligheid van het virus verrast. Terwijl de WRR en KNAW begin september waarschuwden dat de politiek zich op verschillende, ook minder positieve, scenario’s moet voorbereiden „om te voorkomen dat overheid en samenleving worden overvallen en ad hoc belangrijke besluiten moeten nemen”. Nederland en de rest van de wereld moeten waarschijnlijk nog jarenlang met corona en de gevolgen daarvan leven, waarschuwden zij.

De hoofdauteurs van het advies, hoogleraar huisartsgeneeskunde en oud-WRR-voorzitter André Knottnerus, en hoogleraar sociologie Tanja van der Lippe (Universiteit Utrecht), doen nu opnieuw een pleidooi voor een goed doordachte langetermijnstrategie. Zij hopen dat de politiek meer in scenario’s gaat denken.

Hoe kwamen jullie op het idee dit advies te schrijven?

Van der Lippe: „Dat was dit voorjaar, toen we ook al merkten dat de overheid en burgers vaak verrast werden door wat er met het virus gebeurde. Het was toen al duidelijk dat we nog jaren met Covid-19 te maken hebben en dat dit grote gevolgen heeft voor de zorg, maar ook voor veel andere beleidsterreinen. Juist als het onzeker is waar het precies naartoe gaat zijn scenario’s een mooi middel om te kunnen anticiperen.”

Lees ook: Vijf scenario’s voor de toekomst van corona: het ‘oude normaal’ lijkt uit zicht

Knottnerus: „Ik vergelijk het altijd met schaken: je kunt niet voorspellen wat de tegenstander – in dit geval het virus – precies doet, maar je kunt wel zijn mogelijke zetten nagaan en daarop anticiperen. Dan ben je een betere schaker. In het voorjaar spraken we ook wel collega-wetenschappers die zeiden: komen jullie met dit advies straks niet te laat? Toen klonk soms ook: na de zomer is dit allemaal wel voorbij. Wij dachten toen al van niet en zijn stug doorgegaan. Het rapport is nu veel actueler dan velen misschien hadden gedacht.”

Is het kabinet consequent te optimistisch geweest over het einde van deze crisis?

Van der Lippe: „Ja, de besluitvorming gaat steeds te veel uit van het idee: we hebben nog een laatste hobbel te nemen en dan zijn we hier uit. De afgelopen maanden was dat zo met de vaccinatiegraad: als die hoog genoeg was, zou het klaar zijn. Nu blijkt van niet. Op de vorige persconferentie was de boodschap: als we ons gedrag verbeteren, komt het goed.

„De gedachte lijkt steeds: we moeten nog heel even alles op alles zetten en dat is dan genoeg om het virus te overwinnen. Terwijl onze scenario’s laten zien dat het virus nog heel lang onder ons kan zijn. De kans op een snelle terugkeer naar het ‘oude normaal’ lijkt heel gering. De politiek moet dus sterk rekening houden met minder positieve scenario’s en bijbehorende maatschappelijke opgaven.”

Het kabinet heeft steeds gezegd: we willen de samenleving perspectief bieden.

Knottnerus: „De neiging tot optimisme is helemaal niet verkeerd, maar doe dat dan wel met een realistisch perspectief vanuit de verschillende onzekerheden. Vanuit scenariodenken is te veel optimisme onverstandig. Het gevaar van het simplisme van ‘nog even volhouden’ is dat er steeds tegenvallers zijn en dit mensen uitput. Zij gaan zich afvragen: waarom hebben we ons zo ingespannen, door ons te vaccineren en aan de regels te houden? Want nu zijn we er toch nog niet. Het is buitengewoon belangrijk dat je communicatief aangeeft: het is niet simpel, er komen onverwachte ontwikkelingen. Daar is onvoldoende alertheid voor.”

De ziekenhuizen zijn nu alweer in de problemen, terwijl in meerdere scenario’s Covid-19 ’s winters terugkeert en een grotere zorgcapaciteit nodig is. Heeft dit voldoende prioriteit voor de politiek?

Knottnerus: „Je ziet nu dat een opschaling niet zomaar te doen is. Als we onderkennen dat dit nog een paar jaar kan duren moet je gaan werken aan de schokbestendigheid van de zorg. Dan moet je snel een plan maken en beginnen met serieuze investeringen, om te voorkomen dat je volgend jaar in dezelfde situatie belandt en weer reguliere zorg moet uitstellen. Je moet je voorbereiden, niet pas de discussie voeren als de storm opsteekt.”

Als de crisis zolang duurt, zijn ingrijpende maatregelen dan nog wel te rechtvaardigen?

Knottnerus: „Indringende interventies kunnen nodig zijn, maar je moet ze goed voorbereiden. Eén van de aspecten is: hoe ga je om met de spanningsvelden rond grondrechten, en hoelang kun je die spanningsvelden volhouden als het langer gaat duren? Stel, je zou zeggen: het coronatoegangsbewijs wordt een eis om op je werk te mogen komen. Dat heeft grote gevolgen voor ongevaccineerden, je kunt dat niet zomaar even snel invoeren. Het is ook waarschijnlijk dat zo’n maatregel volgend jaar weer terugkomt als er dan nieuwe golfjes ontstaan. Wat je nu beslist heeft langetermijnimpact.”

Van der Lippe: „Je weet dat die discussies gaan komen, je moet er eigenlijk al mee beginnen als je met vaccineren begint. In omringende landen wordt er zelfs al in afkortingen gesproken: 2G [waarbij een QR-code alleen geldt voor gevaccineerde of genezen mensen], 3G [waarbij ook geteste mensen toegang krijgen]. Daar wordt al iets opgebouwd. In Nederland zie je vaak een discussie waarvan je denkt: die had eerder en meer gevoerd moeten worden. De afwegingen waar we voor staan zijn ongemakkelijk en ingewikkeld.”

Waarom lukt het maar niet om verder vooruit te kijken? Afgelopen week werd een debat over de langetermijnstrategie rond corona verplaatst om over de laatste maatregelen te debatteren.

Van der Lippe: „Ik denk dat de overheid en mensen in het algemeen op de korte termijn zijn gericht. Als de maatregelen werken doe je dat en daarna ga je weer verder met je leven. Daarom heb je een overheid nodig die zegt: dat gedrag is belangrijk, was je handen nou, houd nou afstand.”

NRC sprak mensen die in de zorg werken. Lees ook: ‘We stevenen rechtstreeks af op een zorginfarct en het hele systeem loopt vast’

Knottnerus: „Dit is het dilemma waar de politiek over het algemeen mee worstelt. De urgentie van vandaag en morgen neemt nog weleens de tijd voor reflectie van de lange termijn weg. De lange termijn is nu urgent aan het worden, daarom hoort het op de agenda. Ik zie ook wel dat de politiek en de overheid daar meer toe bereid zijn. Ik hoorde Gert-Jan Segers van de ChristenUnie afgelopen week zeggen: ‘We moeten niet alleen over de maatregelen van nu spreken, we moeten ook vooruitblikken.’ Dat zijn geluiden die je gelukkig steeds vaker hoort.”