Bouwmaterialen van een glazenwasser? Dat vond de bank moeilijk te geloven

Een bedrijf uit Zaandam houdt zich bezig met bouw en afbouw van horeca-, winkel- en kantoorpanden. Het heeft een zakelijke bankrekening bij ING. De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme verplicht de bank verdachte transacties op te sporen. Bij controle van de rekening van het bouwbedrijf stuit ING op 39 spoedbetalingen op één dag in 2019, voor samen 1,9 miljoen euro, van een gelieerd autobedrijf. Datzelfde bedrag stortte het bouwbedrijf diezelfde dag door naar een holding. De rest van het jaar is er nauwelijks betalingsverkeer op de rekening.

ING stelt vragen over de transacties en de bedrijfsactiviteiten. Als het bedrijf aangeeft in de bouw en afbouw actief te zijn, vraagt de bank bonnen en facturen. De bank krijgt drie facturen te zien, maar wil meer weten: waarom lijken er geen salarisbetalingen en inkoop te zijn, waarom zijn er in 2020 vrijwel alleen transacties in februari en maart, waarom allemaal met dochterondernemingen?

Bij de uitleg van het bedrijf zit onder andere een factuur van een glazenwasser voor „leveren van bouwmateriaal en diverse apparatuur conform offerte” en corona is de verklaring voor de ‘stilte’ op de rekening na maart.

ING blokkeert de rekening omdat de bank een stromanconstructie vermoedt. Ook ziet ze nauwelijks betalingsverkeer. En dat een glazenwasser bouwmateriaal levert, vindt de bank moeilijk te geloven. Ze beëindigt de bankrelatie met het bouwbedrijf, omdat ze te weinig van de gevraagde informatie heeft gekregen.

Het bedrijf wil de beslissing via de rechtbank Amsterdam terugdraaien, maar krijgt nul op het rekest. De rechter vindt dat het bedrijf onvoldoende openheid gaf om uit te sluiten dat sprake is van criminele risico’s. Bovendien is sluiting van de bankrekening hier niet onredelijk verstrekkend, omdat er toch nauwelijks gebruik van werd gemaakt.