Bijna ongemerkt is de Belastingdienst na de commerciële banken een cruciale kredietgever geworden van Nederlandse bedrijven. Maar liefst 274.000 ondernemingen en ondernemers staan inmiddels voor 19,7 miljard euro in het krijt bij de fiscus. Van restaurants en winkels met een paar werknemers tot overheidsbedrijven en multinationals met tienduizenden werknemers.
De miljardensteun is de optelsom van een specifieke maatregel om de gevolgen van de coronapandemie te bestrijden. Ondernemingen konden tot oktober van dit jaar uitstel vragen van de betaling van alle rijksbelastingen. Van inkomstenbelasting en loonheffing tot en met binnenlandse accijnzen op bijvoorbeeld bier en wijn. Daardoor hielden zij extra geld in kas om andere schulden wél te voldoen, zoals betalingen aan hun leveranciers. Samen met de loonsubsidies voor werknemers (NOW-regeling) heeft de overheid met deze maatregel een regen aan faillissementen voorkomen.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2019/01/stellinga-marike-2-online-artikel.png)
Voor bedrijven kan belastinguitstel op korte termijn best aantrekkelijk zijn. Een ondernemer hoeft de fiscus geen zekerheden te geven dat hij het geld straks betaalt, zoals bij een bank gebruikelijk is. De rente is maar 0,01 procent. Bij banken is dat al snel een paar procent. En je krijgt ook niet, zoals bij een bank, een accountmanager aan de lijn die lastige vragen stelt over hoe goed of slecht het gaat.
Nee, bij de overheid gold: uitstel aanvragen was uitstel krijgen.
Zo groot als de bedragen zijn geworden, zo gering is de openbare informatie daarover. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het ministerie van Financiën hebben spaarzaam cijfers openbaar gemaakt over de opgelopen schulden. Vorig jaar liep het belastinguitstel rap op, blijkt uit die gegevens. Vervolgens zette een daling in. Een deel van de bedrijven loste zijn schuld snel weer af toen de economie zich herstelde.
Maar in de loop van dit jaar zijn de bedragen weer opgelopen. „Opvallend is dat er dit jaar minder wordt afgelost”, schreef demissionair staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën, D66) recent aan de Tweede Kamer.
Voor de vraag welke bedrijfstakken met deze schulden kampen, moet je bij ABN Amro zijn. De sectoreconomen van de bank zijn afgelopen mei op basis van gedetailleerde CBS-informatie per bedrijfstak diep in de cijfers gedoken. Deze maandag komen ze met nieuwe analyses van de hoogte van de schulden in sectoren en de aflossingscapaciteit van de betrokken bedrijven.
Keihard nodig
„Het is me opgevallen dat er in de laatste maand dat je uitstel kon vragen, in september, nog voor 1,4 miljard euro is aangevraagd”, zegt Franka Rolvink-Couzy, hoofd sector research van ABN Amro. De aanvragen kwamen vooral uit het midden- en kleinbedrijf. „Dat kan een voorzorgsmotief zijn, bedrijven nemen het zekere voor het onzekere, maar in sommige sectoren hebben ze het na de verschillende lockdowns keihard nodig.”
In de bedrijfstakken die toch al het meest gedupeerd waren is de situatie sinds het eerdere onderzoek in mei namelijk verder verslechterd. Dat geldt met name in de horeca en de detailhandel. Alle cafés met meer dan vijftig werknemers hebben bijvoorbeeld belastinguitstel aangevraagd.
De detailhandel is een grote branche, en sommige winkels, zoals supermarkten, gaat het voor de wind. Maar schoenen- en kledingwinkels maken op grote schaal gebruik van het belastinguitstel. Bij schoenenwinkels doet meer dan 50 procent mee, bij kleding 45 procent.
In de analyses van ABN Amro zie je ook dat deze sectoren de komende jaren een aanzienlijk deel van hun winst moeten gebruiken om de belastingschuld af te lossen. Aflossing is verplicht vanaf 1 oktober volgend jaar. Bedrijven mogen er 60 maanden over doen. Dat is een verruiming van 24 maanden ten opzichte van de eerdere deadline. In de horeca hebben bedrijven gemiddeld 20 maanden lang hun complete winst nodig om de schulden af te lossen. In de detailhandel is dat 16 maanden. Ervan uitgaande, zo zegt ABN Amro expliciet, dat de winsten zich herstellen tot het niveau van 2019.
Bedreigend?
Schulden, ook hoge schulden, hoeven geen probleem te zijn. „Voor de economie als geheel gaat van deze schulden geen bedreiging uit”, zegt Franka Rolvink-Couzy. De bank raamt robuuste economische groei in Nederland: dit jaar 4,4 procent, volgend jaar 3 procent. Maar voor sommige sectoren en individuele bedrijven kan de schuld wel een beletsel zijn. Geld dat nodig is voor aflossing van belastingschuld, wordt niet geïnvesteerd in het bedrijf. Er zijn ook meer kostenposten de afgelopen maanden bijgekomen: tekorten aan grondstoffen, oplopende energieprijzen en de krappe arbeidsmarkt die kan leiden tot hogere lonen. En er zijn meer schulden dan alleen belastingen. In de horeca is bijvoorbeeld ook sprake van hogere percentages huurachterstanden dan elders in het bedrijfsleven.
Een klein deel van de grotere bedrijven (meer dan 50 werknemers) heeft uitstel gevraagd, maar samen hebben ze wel het grootste aandeel in de schuld: 42 procent.
Zes clusters
Wie zijn zij? Voor de NOW-steun is er een openbaar register. Voor belastingschuld niet. De Belastingdienst heeft een geheimhoudingsplicht over individuele belastingplichtigen.
Wie namen zoekt, is aangewezen op informatie van de grote bedrijven die een jaarrekening deponeren bij de Kamer van Koophandel. De openheid over de belastingschuld verschilt. Op basis van hun verslagen en de analyses van ABN Amro kun je zes clusters onderscheiden.
De eerste bestaat uit publieksbedrijven. Wie het grote publiek als klant heeft en de afgelopen anderhalf jaar eenmaal of vaker moest sluiten, was blij met de mogelijkheid van belastinguitstel. PSV: ruim 23 miljoen euro. Het RAI-congrescentrum: bijna 11 miljoen euro.
De tweede cluster is horeca en evenementen. De sluitingen werken door in de hele keten, van leveranciers tot uitzendbureaus. Bij Sligro, een groothandel voor horeca en bedrijfskantines, waren de uitgestelde belastingen medio 2021 opgelopen tot 34 miljoen euro. „Ons bedrijf werd bijzonder hard getroffen door de covid-19-maatregelen”, zegt een woordvoerder. „Inmiddels ligt dat achter ons en hebben wij, zo snel als het in onze ogen weer verantwoord kon, alles ingelopen.”
Heineken, ook een grote horecaleverancier, liet de belastingschuld vorig jaar oplopen tot 98 miljoen euro. Maar dat was niet in Nederland, laat een woordvoerder weten. Heineken heeft gebruikgemaakt van vergelijkbare regelingen in andere, vooral Europese landen.
Nog een gevolg van de horeca- en winkelsluitingen: minder emplooi voor uitzendbureaus. Olympia Uitzendbureau bijvoorbeeld had eind 2020 voor 43 miljoen belastinguitstel. Ook bedrijfstakken waar je niet meteen aan denkt, zijn geraakt, ziet Franka Rolvink-Couzy. „De grafische industrie is er zo een. Minder evenementen, minder drukwerk.”
Derde cluster: bouwers, industrie en de advieswereld. Bodemonderzoeker Fugro had eind 2020 voor bijna 20 miljoen euro uitstel. Adviesfirma Arcadis voor 47 miljoen euro, met name in de VS en het Verenigd Koninkrijk. Scheepswerf Damen: ongeveer 40 miljoen per eind 2020. Bouwbedrijf BAM had medio 2021 voor 189 miljoen euro schuld bij belastingdiensten in verschillende landen, waaronder Nederland, zegt een woordvoerder. In het eerste halfjaar heeft de bouwer al ongeveer 35 miljoen terugbetaald.
Cluster vier is de detailhandel. Kledingbedrijf Suitsupply: bijna 10 miljoen euro eind 2020. Warenhuis HEMA is een van de grotere klanten van de ‘belastingbank’. Eind 2020 ging het om 49,9 miljoen euro, leert het jaarverslag. HEMA wil geen vragen beantwoorden omdat het concern naast het jaarverslag geen tussentijdse financiële informatie geeft.
Cluster vijf is openbaar vervoer en overheidsbedrijven. Holland Casino had eind 2020 143 miljoen euro belastingschuld. Bij het Rotterdamse vervoerbedrijf RET liep de uitgestelde loonheffing met 35 miljoen euro op tot 47 miljoen. Regionaal vervoerder Keolis/Syntus: 10 miljoen euro uitstel van belastingbetaling.
De zesde cluster zijn bedrijven op en rond Schiphol. Beveiligingsbedrijf ICTS had bijvoorbeeld eind maart een schuld van bijna 21 miljoen euro. Touroperator Corendon per 31 oktober 2020: 5,5 miljoen euro. Koploper is KLM: medio 2021 is de belastingschuld opgelopen tot 1,37 miljard euro. Omdat er naast KLM weinig luchtvaartmaatschappijen in Nederland werken, krijgt de sector geen aparte vermelding in de CBS-statistiek. Dan zouden de cijfers te gemakkelijk tot een specifiek bedrijf zijn te herleiden en dat mag niet. KLM gaf de cijfers desgevraagd zelf.
De hamvraag is: hoeveel van de 274.000 bedrijven blijven in gebreke met het terugbetalen? De overheid neemt de tijd. Eerst een terugbetalingspauze tot oktober 2022. Dan heeft een bedrijf 60 maanden om in termijnen af te lossen. Pas als de laatste termijn afloopt, in september 2027, zal blijken of de huidige raming van de stroppen (1,5 miljard euro) realiteit wordt. Je ziet aan alles, zoals de verlengde terugbetalingstermijn, dat de fiscus hier kampioen soepelheid wil zijn.