Terwijl investeringen in olie en gas ter discussie staan op de klimaattop in Glasgow, vult SBM Offshore onverstoorbaar zijn orderboek. De realiteit is nu eenmaal dat wereldwijd de vraag naar fossiele brandstof onverminderd groot is. De olieprijs verdubbelde ten opzichte van een jaar eerder: een vat Brent kost weer rond de 80 dollar (69 euro).
SBM Offshore, een van origine Schiedams bedrijf, maakt installaties voor de productie en opslag van olie en gas. Onlangs werd een recordbedrag aan projectfinanciering (1,6 miljard dollar) opgehaald voor een drijvend boorplatform in Brazilië. Het contract hiervoor zal, vanaf de ingebruikname van het vaartuig die wordt verwacht in 2022, liefst 23 jaar lopen.
Analisten zijn positief over het aandeel SBM, met koersdoelen tot 25 euro per aandeel. Desondanks blijft de prijs van het aandeel schommelen rond 14 euro. „De markt wil niet, beleggers zijn niet enthousiast”, zegt Quirijn Mulder, analist bij ING. „Kijk bijvoorbeeld naar een partij als ABP, die nu als belegger uit de fossiele markt stapt.”
Ook analist Henk Veerman, van Kempen, merkt die drempel bij zijn klanten. „Een analist kijkt naar de intrinsieke waarde van het bedrijf, maar een deel van de beleggers zegt inmiddels ‘ik mag maar een klein deel van mijn portefeuille in olie en gas beleggen’.”
Met die intrinsieke waarde van SBM zit het dus eigenlijk heel goed, zeggen beide analisten. De vraag naar de schepen die SBM Offshore bouwt, blijft groot, bijvoorbeeld in Latijns-Amerika. De zogeheten FPSO’s van SBM zijn drijvende opslag- en productieplatformen, waarmee in zee naar olie en gas kan worden geboord. Bedrijven kunnen deze schepen kopen of leasen – dat laatste gebeurt vaak voor periodes van 20 tot 30 jaar. Tot de klanten van SBM horen reuzen als Petrobras en ExxonMobil.
Vanwege de grote portefeuille met langetermijncontracten voor de lease van schepen heeft SBM Offshore een hele constante en voorspelbare kasstroom. „Die backlog, het orderboek, had bijvoorbeeld in het eerste halfjaar van 2021 een waarde van 30 miljard dollar, waarvan 25 miljard dollar aan leases”, zegt Veerman. Dat is dus geld dat in de toekomst naar het bedrijf toevloeit; de contracten zijn gesloten, de schepen liggen er al. „Zelfs als de olieprijs weer in elkaar zakt, is er voor SBM geen direct risico dat het geld niet binnenkomt”, zegt Mulder.
Vanwege de voorspelbaarheid zijn kwartaalcijfers, die aanstaande donderdag bekend worden, niet zo spannend, zeggen beide analisten. Interessanter is wat het bedrijf eventueel meedeelt over de ingezette diversificatie.
Want het ontgaat SBM Offshore natuurlijk niet dat de fossiele industrie in toenemende mate onder druk komt te staan. Daarom is het ook in duurzame energie gestapt. Zo ontwikkelde SBM een wave energy converter, een techniek om bewegingsenergie van golven om te zetten in elektriciteit. Daarnaast is floating wind solutions een pilot waarmee SBM recentelijk is begonnen: drijvende windparken op zee, bij zeedieptes van meer dan 50 meter.
Instappen in renewables is een slimme zet, vinden de analisten. „Al vraag ik me wel af hoe concurrerend SBM kan zijn in die markt”, zegt Mulder. „Ze weten natuurlijk veel van offshore technologie, maar dit is een markt met andere klanten, zoals elektriciteitsbedrijven en bedrijven die zich toeleggen op productie van windmolens. De competitie is enorm.” Bovendien, de miljardenbusiness die SBM nu heeft, vervang je niet van de ene op de andere dag met duurzame projecten, zegt Mulder. SBM Offshore wil dat de duurzame tak in 2030 minstens een kwart van de omzet beslaat.