Altijd in donker pak, het kapsel in een kaarsrechte scheiding, strak gezicht dat heel soms een olijke blik toeliet. Wie Bas van der Vlies zag, zag de ouderling; zag de Staatkundig Gereformeerde Partij. En wie zijn licht galmende stem hoorde, hoorde de SGP. Een stem die in de Tweede Kamer sprak: „Dat is de kern: eenvoudig knielen voor God. Alleen zo wordt het kwaad in de mens getemd, dat door het optimistische mensbeeld van de Verlichting maar niet aan banden te krijgen blijkt te zijn.” Preken. Moest kunnen in de Tweede Kamer, vond hij zelf. „Als het katheder nooit eens kansel wordt, moet je je afvragen of je het wel goed doet”.
Met zijn 29 dienstjaren was de op 79-jarige leeftijd overleden Bas van der Vlies (geboren 29 juni 1942, in Sliedrecht) het langstzittende naoorlogse Tweede Kamerlid toen hij in 2010 de actieve politiek verliet. Een vooralsnog ongebroken record. „Hij was jarenlang ‘het gezicht’ van de SGP en straalde daarbij ook uit hoe hij zelf was: constructief en betrouwbaar”, laat SGP-voorman Kees van der Staaij weten in een reactie op het overlijden van Van der Vlies.
Het waren voor Van der Vlies, als streng protestants politicus (niet verzekerd, niet ingeënt, geen televisie, lidmaat van de orthodoxe Hersteld Hervormde Kerk) vaak zware jaren in het parlement. Hij was leider van een drie- en later tweekoppige fractie van de oudste partij van Nederland (opgericht in 1918). In 2009, bij naar later bleek zijn laatste Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer, hekelde hij „de seculiere klopjacht op alles wat orthodox is”. Er was een „verstikkende deken van het gelijkheidsdenken over Nederland uitgerold”, zei hij acht maanden later in een afscheidsinterview met het Nederlands Dagblad. „Eigenlijk word je gedwongen tot aanpassing aan de meerderheid. Dat staat haaks op de Nederlandse traditie.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data76249353-5c2ffc.jpg)
Streng maar geen scherpslijper
Actief in de marge met het zwaar christelijk geluid. Alom gerespecteerd, maar in de alledaagse politieke praktijk van het Binnenhof veelal genegeerd. De positie van Van der Vlies was wat dat betreft niet anders dan die van zijn voorgangers. Eén keer kreeg Van der Vlies de voor zijn partij unieke gelegenheid om voor heel even betrokken te worden bij een kabinetsformatie. Dat was in 2003 toen CDA en VVD op zoek waren naar een derde partij om over een meerderheid in het parlement te kunnen beschikken. Maar de afstand tot de SGP bleek voor de liberale VVD toch te groot.
De ingenieur, leraar wiskunde aan een Utrechtse middelbare school, kwam in 1981 in de Tweede Kamer. Vijf jaar later droeg het hoofdbestuur van de SGP Van der Vlies voor als fractievoorzitter. Dit was tegen de zin van hoofdbestuurslid dominee Abma, van 1971 tot 1981 zelf fractievoorzitter. Zijn weerstand had alles te maken met de in protestantse kring soms zeer heftige kerkstrijd. Van der Vlies kwam voort uit Het Gekrookte Riet, een orthodoxe stroming binnen de gereformeerde beweging die later opging in de Hersteld Hervormde Kerk. Abma had voorkeur voor Van der Vlies’ minder ‘zware’ fractiegenoot Cor van Dis, maar kreeg geen gehoor en stapte uit het bestuur. De strijd ziekte niet echt door. Van der Vlies was weliswaar streng in de leer, maar geen scherpslijper. Hij wist al vrij snel het interne vertrouwen binnen de partij te herstellen.
In de Tweede Kamer hanteerde Van der Vlies een brede taakopvatting en voerde over diverse onderwerpen het woord. Het accent lag altijd op ethische kwesties en gezinspolitiek. Ongebruikelijke coalities ging hij niet uit de weg. Zo maakte hij in 2006 samen met het SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen een initiatiefwet om de zondagopenstelling van winkels te beperken. De wet haalde het niet.
Soms lijkt het wel of Kamerleden rechtstreeks van de camping komen
Bas van der Vlies
Schaamte voor verruwing
Als nestor van het parlement groeide Bas van der Vlies uit tot het ‘geweten’ van de Kamer. Iemand die moeite had met de manier waarop sommige van zijn collega’s zich meenden te moeten kleden („Soms lijkt het wel of Kamerleden rechtstreeks van de camping komen”), maar zich vooral zorgen maakte over de verruwing van de omgangsvormen in het parlement. Nadat Kamerlid Rita Verdonk (Trots op Nederland) minister Bos (Financiën, PvdA) van leugens had beticht, zei Van der Vlies: „Als dit de stijl wordt van dit parlement, kunnen wij het vergeten om nog enig gezag te behouden in de samenleving. Ik schaam mij daarvoor.”
Hoewel hij zelf niet over een televisietoestel beschikte, het medium dat toegang verschaft tot het kwaad, was Van der Vlies wel de eerste SGP-leider die zich op de televisie liet interviewen. Hij verscheen zelfs in de talkshow Pauw en Witteman. De SGP kon de realiteit niet ontkennen.
Van der Vlies ging er op zijn geheel eigen manier mee om. Een verslaggever van de NOS hield hem in de Tweede Kamer eens met draaiende camera staande. De SGP-voorman keerde terug van een beraad achter gesloten deuren met enkele leden van het kabinet. Of hij kon vertellen wat er was besproken, wilde de verslaggever weten. Van der Vlies boog zich naar hem toe en vroeg op samenzweerderige toon: „Kunt u een geheim bewaren?” „Ja”, antwoordde de verslaggever gretig. „Ik ook”, zei Bas van der Vlies en beende weg.
/s3/tark/images/NH/201011/20/1416470.jpg)