Foto Sake Elzinga

Interview

Fotografe Saskia Boelsums: ‘De wind over je wangen, dat voelt als geluk’

Wat maakt het leven de moeite waard? Saskia Boelsums (61) maakt foto’s van Hollandse landschappen, weids land onder hoge luchten. De foto’s doen denken aan schilderijen, maar dat zijn ze niet.

Fotograaf Saskia Boelsums: „We gaan vaak samen op stap.” Tekstschrijver Peter Veen, haar partner: „Want je kunt niet rijden en kijken tegelijk.”

Saskia: „In het begin zei ik: zou je hier even willen stoppen, ik zag net een landschap dat ik graag wil hebben. Maar dan waren we er allang weer voorbij.”

Peter: „Dus heb ik haar gevraagd om ho!te roepen. Dan trap ik op de rem en dan stoppen we op de goeie plek.”

Saskia: „Onze tochten zijn meestal gepland. Ik heb dan bijvoorbeeld gelezen dat ergens spreeuwen aan het zwermen zijn. Of ik heb een mooi meanderend stroompje gezien maar het licht was te hard. Dan gaan we terug op een moment dat het weer wel goed is. Het kan ook zijn dat er storm wordt aangekondigd. Dan kijken we hoe de wind staat en gaan we naar een plek waar de wolken je tegemoet komen. Het kan gebeuren dat we daarvoor anderhalf uur rijden en dat het tegenvalt, een grijze lucht boven grauwe golven. Maar dan ga ik toch naar buiten om dat te observeren. Soms breekt ineens de zon door en verkleuren de golven, dan ga ik als een gek fotograferen. Ik heb geen statief, alleen maar een toestel en een lens. Ik wil rond kunnen rennen: voor een goede hoek of een mooie compositie moet je vaak van standpunt veranderen. De ene keer ga je door je knieën, de andere keer voor meer overzicht juist een dijkje op.”

Saskia Boelsums (61) maakt foto’s die eruitzien als schilderijen van oude meesters, soms idyllische, dan weer overdonderende landschappen. Ze drukt ze groot af, op tentoonstellingen met haar werk hangen doeken van een meter bij een meter, soms zelfs van anderhalve meter. NRC scheef eerder lovend over haar: „Zij doet niet anders dan wat schilders doen die met hun penselen laten zien wat ze willen. Ze schept beelden die we als schilderij direct aannemen maar die we als foto niet kunnen geloven. Daardoor zijn ze anders dan die schilderijen, ook al doen ze eraan denken.”

Een wolkenlucht is iets groots waar je je aan over moet geven

We hebben afgesproken bij haar thuis. Saskia Boelsums en Peter Veen (69) wonen sinds 2008 in ‘de Wilmsboo’ in Nieuw-Schoonebeek (Drenthe). De boo – ooit een stal voor het vee, met een klein keukentje voor de boerenknecht die er woonde – is verbouwd tot woon- en werkhuis, door een enorm raam zie je het landschap zoals ze dat fotografeert: weids en leeg, laag land onder een hoge lucht.

We zitten aan de eettafel bij dat raam, Saskia, Peter en de verslaggever. „Peter kan dingen beter onder woorden brengen”, zegt ze. „Ik ben niet voor niks beeldend kunstenaar geworden en hij schrijver.” In een hoek van de werkruimte staat een computer met een groot scherm, aan het plafond erboven een zwart gordijn dat ze dichttrekt als ze gaat zitten werken. Een soort donkere kamer wordt het dan, waar ze haar foto’s pixel voor pixel bewerkt.

Zoals de foto met koeien, die nu op een tentoonstelling hangt. Saskia: „Toen ik die nam was het vroeg in de ochtend, er lag nog rijp op het land. Maar die koeienlijven stonden te dampen in het veld. Het was tegelijk koud en warm, je rook de geur van koeien, het ochtendlicht was vaal. Zo’n atmosfeer ervaar ik op dat moment heel intens – en die moet daarna uit het beeld spreken.”

Je bewerkt de foto tot die het gevoel overbrengt dat jij had toen je hem nam?

„Ik neem tientallen foto’s, eerder honderd dan twintig. En thuis ga ik dan achter de computer zitten selecteren: waar ging het me om in dit landschap, wat raakte me hier. Daarna haal ik er één uit waar ik mee aan de slag ga: hoe valt het licht, wat zijn de kleuren, wat wil ik scherp, wat juist niet. De foto van de bloeiende boom met roze blaadjes bijvoorbeeld, heb ik gemaakt in de late avondzon. De blaadjes werden zo belicht dat het leek alsof het honderden lampjes waren. En dat wilde ik daarna tot uitdrukking brengen: mijn verwondering over die boom en dat licht. Aan die foto heb ik toen wel een jaar gewerkt. Niet de hele tijd natuurlijk, maar het heeft bijna een jaar geduurd voordat ik vond dat-ie goed was.”

Landscape#109
Foto Saskia Boelsums
Landscape#144.

Wat doe je dan?

„Ik leg nooit een filter over een foto. Dan krijgt alles opeens dezelfde kleur en zo is het niet. In de avondzon zijn ook alle grassprietjes aan de ene kant geel gekleurd, maar niet aan de andere kant. Het kan zijn dat ik dan denk: alle grassprietjes aan die ene kant moeten toch net iets lichter. Dan ben ik een week bezig om dat sprietje voor sprietje te doen. En dan denk ik daarna: nee, zo was het toch niet. En dan begin ik opnieuw.”

Saskia Boelsums’ vader werkte als technisch ingenieur voor KLM. Het gezin woonde in Iran en op Curaçao, ze kwamen terug toen zij twaalf was en naar de middelbare school ging. Op de kunstacademie volgde ze de opleiding grafische en ruimtelijke vormgeving. Een vroege herinnering: „Soms stak er een zandstorm op, dan gingen we naar buiten en zag je een enorme donkere lucht aankomen, helemaal rooiig van het zand. Dat vond ik zo mooi: iets groots dat je niet tegen kan houden en waar je je aan over moet geven. Dat gevoel heb ik nog altijd met een wolkenlucht.

Wat ook een rol speelt: „Nederland is een beetje het beloofde land als je in het buitenland woont. Daar praten ze mijn taal, daar hoor ik thuis: zo’n soort gevoel had ik als kind. We gingen zo nu en dan terug en dan bezochten we mijn opa en oma. Langs de dijk lopen, de duinen zien: dat herinner ik me. En het rook ook anders dan in het buitenland, naar gemaaid gras en naar regen. Ik vond het hier heel speciaal, ik verheugde me er altijd op het allemaal weer te zien. Ik vind het nog steeds bijzonder dat ik hier mag wonen.”

Het is een fijn gevoel, een mooie wereld om je heen

Saskia en Peter ontmoetten elkaar 22 jaar geleden. Sinds die tijd werken ze vaak samen, ze maakten tal van ruimtelijke installaties. Met fotograferen begon ze acht jaar geleden.

Waarom toen pas?

„Het is gekomen door waar we nu wonen. Eerst denk je: wat is het hier saai, er gebeurt hier he-le-maal niks. Maar als je hier altijd bent – je maakt de seizoenen mee, je gaat wandelen met de hond – dan weet je eigenlijk niet wat je ziet aan luchten en aan schoonheid. Ik raakte daar diep van onder de indruk. Dat je ’s nachts opstaat en een vos ziet rennen. Of het maanlicht: soms drijven er losse wolken voor de maan langs, dan is het net of iemand steeds het licht aan en uit doet. Je kan hier ook uren lopen zonder iemand tegen te komen. Een beetje in die stemming, vol van wat ik allemaal om me heen zag – ja, het klinkt wat overdreven maar het ging echt zo – ging ik op een dag boodschappen doen en werd ik gegrepen door de schoonheid van een granaatappel. Dit óók alweer dacht ik, wat is dit mooi, die glans en die geur, die vorm en dat kroontje. Die granaatappel heb ik gekocht en toen dacht ik: het moet toch mogelijk zijn om dat gevoel over te brengen, bijvoorbeeld in fotografie. Ik fotografeerde wel, maar zoals iedereen dat doet. Heel praktisch, onze installaties bijvoorbeeld. Ik dacht: ik geef mezelf vier jaar de tijd om het onder de knie te krijgen.”

Je begon bij nul, zeg maar?

„Ik dacht eerst nog: zal ik realistisch gaan schilderen? Maar ik vind het altijd leuk om iets nieuws te proberen, dus ben ik als een dolle gaan fotograferen. Eerst stillevens: fruit en groente. Ik improviseerde een studio op de deel want ik moest het allemaal leren: hoe stel ik eigenlijk scherp, waarom is dit licht niet mooi. Als je begint dan leer je heel veel. En wat ik maakte, postte ik dagelijks op sociale media. Ik vond: mensen mogen best weten dat ik aan het leren ben. En het was ook een goeie stok achter de deur, elke dag een foto moeten laten zien.”

Van de stillevens stapte ze over op portretten. „Van Peter. Peter met een deeglap over zijn hoofd. Peter met een leeglopende ijszak. Peter met zijn hoofd onder water.” Peter: „Daar hebben we nog veel plezier aan beleefd. Ik heb mijn taak toen heel serieus opgevat, ik was ook bekend in die tijd.” Saskia: „Ja! In Foam! Daar hoorden we opeens achter ons: ‘Dat lijkt Peter wel! Dan moet dat Saskia zijn.’”

De binnenportretten werden buitenportretten, op de foto’s verschenen zon, wolken en beweging. „Toen las ik het boek Zo is het genoeg, over het laatste levensjaar van Jan Wolkers op Texel. Er stond in dat hij ’s morgens vroeg een lange wandeling maakte door de slufter, daar liet hij zich helemaal vollopen met natuur en met dat gevoel ging hij zijn atelier in. Dat vond ik zo mooi, ik dacht: dat wil ik ook. Ik heb toen een huisje gehuurd bij de slufter en daar heb ik mijn eerste landschapsfoto’s gemaakt. Waar ik meteen heel veel reacties op kreeg. Meer dan op de andere foto’s.”

Ruiken, kijken, horen, voelen: die ervaringen maken het leven de moeite waard

Hoe verklaar je dat?

„Ik weet het eigenlijk niet zo goed. Je laat natuurlijk schoonheid zien. En misschien is het ook wel troostend. Het is een fijn gevoel, een mooie wereld om je heen. Ik sta er niet zo bij stil hoor, waarom mensen het waarderen. Maar ik ben wel ontroerd als… Ik merk vaak dat als mensen mijn werk zien, ze bereid zijn zich helemaal open te stellen. Er staan soms mensen voor mijn werk te huilen. Of dat ze zeggen: dit is een jeugdherinnering. Dat mensen zich laten raken, dat ze daartoe bereid zijn, dat vind ik fantastisch.”

Peter: „Ik denk dat het bij jezelf ook aangeslagen is: dit is het voor mij.”

Saskia: „In deze foto’s komt alles samen wat ik ooit geleerd en gedaan heb, mijn ervaring met kleuren en compositie, wat ik allemaal weet over kunstgeschiedenis. Maar ook mijn buitenzijn: lege landschappen zonder mensen.”

Je werk wordt vergeleken met dat van schilders. Turner. Constable. Hollandse Meesters.

„Die bewonder ik zeer. En ik vind het een eer dat ik in een traditie word gezet.”

En dat je daarmee wordt vergeleken?

„Ik fotografeer natuurlijk deels hetzelfde landschap, met dezelfde lichtval en dezelfde wolkenluchten. Dus je werkt met dezelfde elementen. Maar ik werk anders, ik gebruik totaal andere technieken en ik ga ook in het landschap volledig mijn eigen gang.”

Je noemt jezelf geen fotograaf meer?

„Ik noem mezelf liever beeldend kunstenaar met een fototoestel.”

De foto’s lijken abstracter te worden.

„Misschien word ik vrijer. En ontwikkelt mijn techniek zich ook, waardoor ik meer aandurf. Ik denk ook… Ik denk dat mijn kijk verandert. Ik geloof dat ik mijzelf steeds meer – ik durf het bijna niet te zeggen, want dit wordt een moeilijke vraag – dat ik mijzelf steeds meer laat zien in mijn landschappen.”

Dat is nu inderdaad de vraag: wat maakt jouw leven de moeite waard?

„Ik heb daar voor dit interview natuurlijk over nagedacht. Ik heb er geen kant-en-klaar antwoord op, maar ik weet wel dat het bij mij voor honderd procent zit in de zintuigen: ruiken, kijken, horen, voelen. Het zijn altijd ervaringen die het leven voor mij de moeite waard maken. Dat het helemaal stil is. Of dat je de wind voelt. Ik kan ook zomaar, ik zeg maar wat, van de vuilnisbak buiten weer terug de keuken in lopen, en dan even een enorm geluk ervaren: de zwaartekracht in mijn spieren, de wind over mijn wangen. Ik dacht ook, toen ik bezig was met die vraag: als kind was ik heel blij dat ik geboren was, dat is een gevoel dat ik me kan herinneren. En dat heb ik eigenlijk nog, het is een wonder hoe alles eruitziet – dat ik dat allemaal mee mag maken. Ik vind het fantastisch dat ik even op deze aarde mag zijn.”

Werk van Saskia Boelsums is te zien in Galerie Zerp in Rotterdam en t/m 9 jan. in Stadsmuseum Harderwijk.