Recensie

Recensie

‘De Zwarte Panter’: een ijdele showkeeper die filmdiva Jayne Mansfield op de mond kuste

Biografie Frans de Munck Frans de Munck was zo ijdel, dat hij met een kammetje in zijn kontzak keepte. Geliefder bij de vrouwen dan bij zijn medespelers.

De pas verschenen biografie over Frans de Munckleest als een script van een naoorlogse Nederlandse roadmovie.
De pas verschenen biografie over Frans de Munckleest als een script van een naoorlogse Nederlandse roadmovie. Foto ANP/ Spaarnestad Photo

Hij was niet de beste Nederlandse doelman ooit, hij had wel de beroemdste bijnaam en zonder twijfel het mooiste levensverhaal van alle keepers die in Oranje onder de lat hebben gestaan.

De pas verschenen biografie Frans de Munck – De Zwarte Panter wordt door de uitgever aangeprezen als een waargebeurd jongensboek. Helaas wel eentje met de nodige taal- en tikfouten, maar de hoofdpersoon wordt kritisch tegen het licht gehouden. Het leest als een script van een naoorlogse Nederlandse roadmovie, De Munck verhuisde tot op latere leeftijd kriskras door het land. En overal waar hij kwam, sloegen de vrouwenharten op hol.

Een kus, vol op de mond

Frans de Munck (1922-2010) was een mooie jongen met gitzwart, keurig verzorgd haar – het kammetje ook op het veld in zijn kontzak. Zelfs Jayne Mansfield was schijnbaar onder de indruk, toen ze in 1957 tijdens een bezoek aan Nederland de aftrap verrichtte bij Sparta-DOS.

De Utrechtse aanvoerder Tonny van der Linden stelde zijn ploeggenoten blozend voor aan de Amerikaanse filmdiva, die doorging voor een sekssymbool. De meeste DOS-spelers gaven Mansfield een hand of zoen op de wang. De Munck kuste haar vol op de mond – een foto voor de eeuwigheid.

Dat DOS die middag met 7-1 won, had niet alleen met De Muncks solide keeperswerk te maken. De Spartaanse aanvoerder Rinus Terlouw was na een bijna net zo intieme kus volgens de overlevering zó van slag, dat hij geen bal goed raakte en mede debet was aan de grote thuisnederlaag. In de beleving van de DOS-spelers duurde De Muncks kus een minuut, schrijft biograaf Danny van der Linden, die eerder een boek schreef over de gevreesde Bunnikside, de harde supporterskern van FC Utrecht.

Deze fusieclub kwam in 1970 voort uit onder meer DOS, dat in 1958 dankzij of ondanks De Munck landskampioen was geworden. Hij maakte in een beslissend duel een opzichtige blunder, geruchten over omkoping deden de ronde.

Geldzucht loopt als een rode draad door het boek over de in Zeeland opgegroeide zoon van een Belgische binnenvaartschipper. Cor van der Hart, met wie hij in Geleen bij Fortuna ’54 en in het Nederlands elftal speelde, verwoordde het als volgt: „Frans gaf af en toe een corner weg, verder niks. Hij was een uitgesproken egoïst. Geen prettige jongen in de omgang.”

Watersnoodwedstrijd

Beiden speelden (onbetaald) de ‘Watersnoodwedstrijd’ van 1953 in Parijs. Als geboren Zeeuw kon De Munck niet weigeren geld te helpen inzamelen voor de nabestaanden en slachtoffers van de ramp. In het buitenland spelende profs – in Nederland was betaald voetbal nog verboden – wonnen in het Parc des Princes voor 8.000 meegereisde landgenoten mede dankzij een sterk keepende De Munck met 2-1 van het favoriete Frankrijk. De profs hadden in anderhalf uur een heldenstatus verworven. De KNVB ging een jaar later alsnog overstag: betaald voetbal in Nederland.

De Munck verruilde daarop FC Köln voor Fortuna ’54. In vier seizoenen Duitsland was Der Schwarze Kater ook buiten het veld zo bekend, dat hij voor 5.000 D-Mark gevraagd werd voor een rol in de B-film Das ideale Brautpaar. Frans de Munck op het witte doek: zijn sterrenstatus reikte verder dan het voetbalveld.

De Munck was een showman én een showkeeper. Hij blonk uit in volle stadions en had voor lege tribunes nog wel eens een offday. Bij FC Köln stond in zijn contract dat hij niet op gravelvelden hoefde te spelen. Een modderveld was ook uit den boze. „Hij wilde niet het risico lopen naar de verkeerde hoek te duiken”, verklaarde-DOS-ploeggenoot en collega-international Hans Kraay senior.

„Die vernedering wilde hij niet ondergaan. Vergeet niet dat Frans best wel ijdel was”, aldus Kraay met gevoel voor understatement. Oud-international Joop Stoffelen: „Frans had het alleen maar over geld, vrouwen en mooie kostuums.”

Aan zijn turbulente privéleven wijdt de biograaf verschillende hoofdstukken. Twee keer getrouwd, kinderen bij beide echtgenotes. En een eindeloze reeks buitenechtelijke affaires. Of zoals zoon Ronald, als twee druppels lijkend op zijn vader, het verwoordt: „Het zou me niet verbazen als er nog ergens halfbroers of zussen van me rondlopen.”