Behalve met mijn hond die uit Spanje komt, ben ik bevriend met nog een in Nederland wonende Spanjaard en precies die kwam zaterdag naar Amsterdam voor de klimaatmars. Op het Centraal Station zouden we koffie drinken. Ik wilde wel meemarcheren, maar ik moest sport kijken om daarover hier iets te melden te hebben. Het klimaat moest wijken voor sport en werk, ook in mijn leven. In mijzelf teleurgesteld, keek ik naar Manchester United-Manchester City. Dat Donny van de Beek mocht spelen bood geen troost. Ook niet toen de commentator zei dat Donny vader zou worden en dat betekende dat Dennis Bergkamp opa werd. Kennelijk doet Donny het met de dochter van Bergkamp. Wist ik niet. Ik wist ook niet dat de grens tussen roddelrubriek en sportcommentaar was opgeheven.
De klimaatmars bereikte het Westerpark toen Celta de Vigo-FC Barcelona begon. Binnen vijf minuten scoorde Ansu Fati. De supporters zongen en sloegen op panelen en herinnerden me aan de supporters in Nederland. Als verklaring voor het welig tierend supportersgeweld, las ik her en der dat het door corona zou komen. Corona krijgt ook overal de schuld van tegenwoordig. Italië en Spanje hebben het veel zwaarder gehad qua lockdowns en doden, maar daarvandaan komen geen berichten over gewelddadiger wordende supporters. Sergio Busquets maakte de 0-2. Even later scoorde Memphis Depay: 0-3.
De Spanjaard stuurde een bericht. Het Centraal Station was dichtgeslibd met klimaatdemonstranten die terug naar huis gingen. Of hij dat even bij mij thuis kon komen uitzitten. „Moet je wel Celta de Vigo-Barça kijken”, antwoordde ik. Hij stuurde een kotsende emoji. Even later belde hij aan en zei: „Ik heb in Vigo gestudeerd. De doelpunten kon ik vanaf mijn kamer horen.” Ik zei dat ze met 3-0 achterstonden. De tweede helft was begonnen. We keken naar Spaans voetbal met Nederlands commentaar. De Spanjaard zei: „Vigo was in de jaren negentig echt zo’n stad in crisis. Gesloten scheepswerven, hoge werkloosheid, veel verslaafden op straat. Zo sukkelden ze daar voorwaarts, maar toen de club gedwongen moest degraderen omdat ze hun huishoudboekje niet op orde hadden, kwamen ze ineens wel in opstand.”
„En toen?”
„Toen is die degradatie niet doorgegaan.”
Celta scoorde: 1-3. Ik vroeg of supporters in Spanje zich tegenwoordig gewelddadiger gedroegen dan normaal. Daar had hij niks over gehoord. Ik vertelde hem over de misdragingen van Nederlandse supporters. Celta scoorde weer: 2-3. Zo neutraal mogelijk zei ik: „Mensen zouden gefrustreerd zijn vanwege de coronamaatregelen en dat omzetten in agressie.” De Spanjaard antwoordde: „Ze zijn hier gewoon verwend. Nederlanders kunnen totaal niet met tegenslag omgaan.”
In de 95ste minuut maakte Celta gelijk: 3-3. Toen de Spanjaard naar huis was, zocht ik op internet naar geweld van Barça-supporters in Vigo. Dat vond ik niet. Wel kwam ik politieke leiders tegen die vanuit Glasgow in voetbalmetaforen over klimaatverandering spraken. Binnenkort gaan ze ons vertellen dat je net als Celta in de blessuretijd heus nog wel gelijk kunt spelen tegen de opwarming van de aarde. Op klimaatgebied verbergt elke voetbalmetafoor een leugen, tegen gassen kun je niet spelen.