Recensie

Recensie Muziek

November Music biedt boeiende staalkaart van ‘muziek van nu’

Hedendaags Festival voor nieuwe muziek November Music kende een divers en goed bezocht openingsweekend. Het traditionele Bosch Requiem was een van de hoogtepunten.

Dit jaar werd het Bosch Requiem geschreven door de Irakees-Nederlandse Hawar Tawfiq.
Dit jaar werd het Bosch Requiem geschreven door de Irakees-Nederlandse Hawar Tawfiq. Foto Jostijn Ligtvoet

Vorig jaar viel November Music op crue wijze in het water: pal voor de start van het festival moesten de theaters dicht, niet lang erna konden ze weer voorzichtig open. Dit jaar zaten de zalen in het openingsweekend goed vol voor een boeiende staalkaart van ‘muziek van nu’ in de breedste zin. November Music, op verschillende locaties in Den Bosch, duurt nog tot zondag 14 november, met onder meer muziek van festivalcomponisten Rebecca Saunders en Kaija Saariaho.

De opdracht voor het traditionele Bosch Requiem ging dit jaar naar de Irakees-Nederlandse Hawar Tawfiq Hij schreef een prachtig, eigenzinnig Requiem des fleurs et des nuages, dat eigenlijk geen requiem was: niet de doden werden herdacht, maar de Dood zelf, als een goedertieren spook, toonde zich aan de levenden. Tawfiq gebruikte in plaats van misteksten poëzie van o.a. Hans Andreus en de Koerdische dichter Bachtyar Ali, vertaald naar het Russisch of het Frans – alsof hij wilde benadrukken dat de ziel van zijn zinnelijke, fonkelend georkestreerde werk fluïde is en aardse grenzen overstijgt.

Lees ook dit interview met Tawfiq:‘Het eindige nodigt ons uit schoonheid te zoeken en te genieten’

Het werd uitstekend gespeeld door philharmonie zuidnederland en dirigent Ed Spanjaard, met bariton Thomas Oliemans als solist. Donker-glanzende akkoorden en een fraaie basklarinetsolo zetten de toon in het orkestrale openingsdeel. Oliemans blonk uit in de vier vocale delen, elk met een eigen signatuur, waarin hij een veelheid aan kleuren liet horen en zelfs zijn falset aanwendde. In het slot, met een lyrische, lichte toets, klonk een verwrongen echo van Mozarts ‘Lacrimosa’ door.

Première

Musikfabrik, misschien wel terecht aangekondigd als ‘het beste nieuwemuziekensemble ter wereld’, speelde een verlate wereldpremière van Richard Rijnvos. Riflesso sull’incontro staat in Rijnvos’ reeks ‘companion pieces’ bij klassieke composities, in dit geval Varèses Octandre. Het octet voor blazers en contrabas overtuigde als een landschap van pulserende en zwellende klanken, getoonzet in donkere timbres. In sterk contrast met Rijnvos’ minutieuze beknoptheid speelde Musikfabrik ook het nieuwste werk van dirigent Enno Poppe. Prozession bleek een werk van oceanische proporties, dynamische uitersten en vooral briljante, haast protserige instrumentatiekunst: knap gemaakt en voortreffelijk uitgevoerd, maar in zijn oeverloosheid ook wat vrijblijvend.

Het tienkoppige Doelenensemble bouwde een losse, relaxte groove op organische en niet-hiërarchische manier uit tot een vitale soundscape

Teleurstellend waren The freedom songs die Jacob ter Veldhuis schreef voor een internationaal kwartet rond trompettist Stephen Burns en zangeres Sophie Dunér. Ter Veldhuis heeft een gave voor ‘avantpop’ met slim gebruik van elektronica en soundbytes. Maar de beats en soundscapes die off-stage werden ingestart, aangevuld met live slagwerk en elektrische gitaar, vormden een voorspelbaar keuslijf en de veertien songs over vrijheid sleepten zich voort zonder een zinvolle eenheid te worden.

Ensemble Musikfabrik in de GroteKerk in Den Bosch Foto Jostijn Ligtvoet

Nee, dan Femenine (1974) van de Afro-Amerikaanse minimalist Julius Eastman: wat een zinderende vrijheidsviering. Het tienkoppige Doelenensemble bouwde een losse, relaxte groove op organische en niet-hiërarchische manier uit tot een vitale soundscape, met rijke harmonieën en complexe ritmes, maar zonder nadrukkelijke voorgrond: een collectief, radicaal hier en nu.

Eveneens bijzonder was het muziektheater Bloedkoraal van acteur Jack Wouterse en accordeonduo Toeac. De mooie, nogal plastische tekst was een hervertelling van Orfeus en Eurydice met actuele accenten: verkrachting, pedojagers. Wouterse bracht het ingetogen maar indringend. Toeac ondersteunde hem voortreffelijk met muziek van Anthony Fiumara, variërend van fijnzinnig contrapunt en sferische minimal tot kreunende, hijgende en bulderende geluiden.