De spierballentaal van burgemeesters en ordehandhavers leek meteen effect te hebben in het betaalde voetbal afgelopen weekend. Nauwelijks wangedrag op en rond de tribunes, tot zondag twee duels kort werden stilgelegd. Bij Feyenoord-AZ gooiden fans van de thuisclub voorwerpen naar de doelman van AZ; bij Vitesse-FC Utrecht gooiden supporters uit Utrecht met brandend vuurwerk. Per saldo toch goed nieuws, dat de voorgaande jaren geen nieuws was geweest, omdat het geweld was afgenomen.
Toch loog het persbericht van de KNVB er vrijdag niet om. Het was „overduidelijk” dat het huidige betaald voetbalseizoen is begonnen met „een toename van het aantal wanordelijkheden in en om de stadions”. Na amper een derde van het seizoen zijn al 354 stadionverboden opgelegd, ruim de helft meer dan het gemiddelde (600) de afgelopen seizoenen. Ook het aantal tuchtzaken stijgt, met nu al 87 vooronderzoeken ten opzichte van 70 tot 90 in voorbije jaren.
Voor de mensen die gewoon hun club steunen, levert dit imagoschade op
Het zijn cijfers waar een minderheid verantwoordelijk voor is. Toch, klinkt het verzuchtend vanuit supporterskringen, stralen ze ook af op de goedwillende supporter. Op die grote meerderheid van duizenden mannen en vrouwen, die je hooguit op wat gevloek kunt betrappen als het op het veld tegenzit. Treffen de autoriteiten zwaardere maatregelen, dan worden ook zij straks gedupeerd met strengere buscombi’s en drooggelegde stadions. Hoe voelt het dat de voetbalsupporter weer onder een vergrootglas ligt? Drie van hen vertellen erover.
Roland Willems
Columnist bij Supportersvereniging Roda JC
„Moeten de 95 procent goedwillenden boeten voor de kleine groep ongeïnteresseerden die denken dat ze voor een andere tak van sport naar het stadion komen?” Dat schreef Roland Willems vorige week in zijn 513de column voor de supportersvereniging van Roda JC Kerkrade. Willems, die al vijftien jaar voor zijn medesupporters schrijft, wijdde deze column aan de onlusten tijdens de gestaakte uitwedstrijd tegen MVV, waarvan de beelden tot landelijke verontwaardiging leidden. Zes agenten en twee stewards raakten buiten het stadion in Maastricht gewond. Tien personen werden aangehouden.
Willems, in 2011 nog verkozen tot Roda-supporter van het jaar nadat hij een kinderboek over de club had geschreven, was er die avond niet bij geweest. In de halve eeuw dat hij op de tribune zit, bezocht hij nooit de derby in Maastricht. „Ik zoek de ellende niet op”, zegt hij. „Daarom snap ik ook niet dat hooligans van MVV zo dicht bij die van Roda konden komen. Je kon dit best voorzien. In 2017 liep het ook totaal uit de hand. Had die groep supporters gewoon verplaatst en de gracht bij het uitvak ontoegankelijk gemaakt.”
Het gevolg, zegt hij, is dat dé voetbalsupporter in een slecht daglicht komt te staan. Politie, burgemeesters, clubs: vanuit alle hoeken klonk de roep om zero tolerance. Voor de duizenden mensen die gewoon hun club steunen, levert dit ook imagoschade op. Mensen als ik.”
Van rellen heeft hij de lol nooit ingezien. „Met ADO-supporters die veertig jaar geleden op ons vak kwamen staan, maakten we gewoon een praatje.” Toch zou hij het moeilijk vinden om tegen wangedrag in actie te komen. „Op de tribune denk ik weleens: dit wil ik niet accepteren. Maar om daadwerkelijk in actie te komen … Op straat is dat ook moeilijk. Ik zal niet de eerste zijn die in elkaar wordt gemept. Je staat al snel alleen tegenover een groep. Dus laat je het al snel aan stewards over. Die zijn ervoor opgeleid.”
In de ogen van Willems gooien de media soms olie op het vuur bij zogenoemde risicowedstrijden. „Limburgse zenders waren een week van tevoren al met de wedstrijd tegen MVV bezig. Als er maar geen rellen zouden komen, was de teneur. Indirect poken ze het sentiment op. Het is bijna een soort self-fulfilling prophecy.”
„Wat ik vreemd vind is dat jongens van de harde kern als échte supporters worden gezien. Ben ik dan geen echte, als ik gewoon al vijftig jaar op een positieve manier mijn club aanmoedig?”
Maarten van Tuinen
Voorzitter SCS Kern van Cambuur
„Net als andere clubs hebben we bij Cambuur last gehad van biergooiers dit seizoen. Zowel uit als thuis”, vertelt Maarten van Tuinen. „Tijdens de uitwedstrijd bij PSV was er een groep jochies continu aan het gooien. Zeventien, achttien jaar waren ze. Bij de supportersvereniging kregen we er boze mails over. We hebben ook meteen actie ondernomen. Op social media, met pamfletten in het supportershome, en gewoon van mond tot mond. Kappen, hebben we tegen die gasten gezegd. Bier moet je opdrinken.”
„Het zijn dit soort kleine groepjes die het kunnen verkloten voor de rest. Maar gelukkig weten we die in Leeuwarden goed in de kiem te smoren. En dat ziet de club ook. Er is veel onderling contact. Vroeger hebben we mindere jaren gekend, maar als er nu iets speelt, lossen we dat zelf op. Een soort zelfreinigend vermogen.”
„Mooi voorbeeld zijn de hekken achter het doel die zijn verwijderd, vier jaar geleden. Cambuur wilde dat eerst niet, maar wij bleven volhouden. Vervolgens zijn we met de leiders van drie supportersgroepen het gesprek met de club aangegaan. Cambuur ging toen akkoord, op voorwaarde dat wij zelf zouden optreden als er rottigheid wordt uitgehaald. Dus dat doen we. Wanneer een paar brede gasten van dertig, veertig jaar iemand tot de orde roepen, werkt dat toch beter dan wanneer een steward dat doet.”
„Als supportersvereniging schuiven we ook aan bij veiligheidsoverleggen met de club en de politie. In april nog, voor de kampioenswedstrijd. Wat doe je als duizend mensen de spelersbus opwachten met vuurwerk? De burgemeester wil dat liever niet natuurlijk, maar daar wordt dan toch over gesproken. Praten leidt tot wederzijds begrip. Een knieval naar supporters? Ik snap die gedachte, maar wie dat zegt, staat verder van een voetbalclub af. Cambuur betekent in maatschappelijk opzicht heel veel voor de stad. Er zitten tienduizend mensen op de tribune, nog meer zijn er fan. Daar heb je als bestuurder mee te dealen, hoe moeilijk dat ook kan zijn.”
„Als ik naar de huidige problemen kijk, denk ik dat het voor een deel komt door de nieuwe aanwas die zich roert. De Instagram-generatie. Zij delen beelden van fanatieke supportersvakken op social media, wat weer leidt tot supporters die elkaar imiteren. Ze staan ineens allemaal arm in arm met de rug naar het veld, hangen met één been over de hekken van het uitvak. Maar: het gaat dan om vijf procent van alle supporters op de tribune. Wij hebben die hier in het vizier en betrekken ze erbij. Hier is het relatief gezien heel rustig.”
„Het valt me op dat sommige politici behoorlijke populistische uitspraken doen. Paul Depla van Breda hoorde ik een paar jaar geleden nog op een bijeenkomst zeggen dat hij de eerste burgemeester was die geen politie hoefde in te zetten bij een wedstrijd. Normalisatie was het toverwoord. Nu hoor ik hem pleiten voor strafpunten en gesloten vakken. Ongenuanceerde uitspraken, die kunnen leiden tot ongenuanceerde acties.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78339899-9325af.jpg|//images.nrc.nl/3l-dntGpW3tlInTXaBj_0DqdxvA=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78339899-9325af.jpg)
Jeroen Rengers: „Soms werken alternatieve straffen beter.” Foto Merlin Daleman
Jeroen Rengers
Voorzitter Supportersvereniging NEC
Gaat het weer over de derby tegen Vitesse? Jeroen Rengers twijfelt even of hij zin heeft om te praten. Het is alweer drie weken geleden dat het na afloop misging rond stadion De Goffert. Waarom zou hij zich als goedwillende supporter steeds weer moeten verantwoorden voor een groep relschoppers die de politie heeft aangevallen? „Ik ken ze ook niet. Ik weet alleen uit de rechtbankverslagen dat ze allemaal spijt hebben, en dat ze die dag niet zichzelf waren. Drank, drugs …”
Helaas, verzucht Rengers, straalt dat geweld af op alle supporters van NEC. „Die dag stortte ook een deel van het uitvak in. Daardoor moeten we een tijdje elders spelen. VVV en De Graafschap wilden ons wel helpen, maar de politie daar zit niet op NEC te wachten. AZ kon daarentegen overal terecht toen daar het dak instortte. Die hadden een hogere gunfactor dan wij. Voor mij voelt het alsof we tien stappen terug zijn gegaan.”
„Gelukkig waren de media er vorige week ook toen onze supporters buiten het stadion op een groot scherm naar de wedstrijd kwamen kijken. Zagen ze een opa van in de tachtig gezellig meezingen. Dat steunen vanachter de hekken gaf veel positieve publiciteit. Toch weer twee stapjes vooruit.”
Hoewel het logischer zou kunnen zijn ze te veroordelen, gaat de supportersvereniging ook in gesprek met overtreders, hoewel het dan vooral gaat om zaken waarbij geen geweld is gepleegd. „Soms wil je weten waarom ze zo hebben gehandeld. Je kunt meteen stadionverboden opleggen, maar soms werken alternatieve straffen beter. Denk aan het verkeer regelen bij thuiswedstrijden, of na afloop de tribunes opruimen. Ik herinner me nog een jongen van vijftien die een stadionverbod dreigde te krijgen. Zijn ouders waren gescheiden. Of de club de brief niet naar zijn vader wilde sturen, vroeg hij, want dan zou hij nooit meer naar NEC mogen. Dus ging de brief naar zijn moeder. Hij is op het rechte pad gebleven. Zit nu op de universiteit.”
Rengers vindt het belangrijk dat supporters een eerlijk proces krijgen. Fout gedrag is fout gedrag, maar autoriteiten moeten wel onderscheid maken. „Iemand die een rookbom gooit … moet je die vijf jaar de toegang ontzeggen?” Voor zulke supporters is er juridisch advies. „Misschien niet de taak van een supportersvereniging, maar elk jaar helpen we daar toch wel vijf mensen bij. Soms krijgt iemand dan niet twee maar één jaar stadionverbod. Een dadergerichte aanpak. Daar heeft het voetbal de meeste baat bij. Waarom zou je het stadion een wedstrijd leeg laten? Bij opstootjes in een café sluit je toch ook niet gelijk de zaak?”