Kritiek omdat kabinet verklaring fossiele energie niet ondertekent

Klimaattop Glasgow Nederland haakt niet aan bij landen die stoppen met publieke steun voor fossiele energieprojecten. In de Tweede Kamer en daarbuiten klinkt kritiek.

Premier Mark Rutte tijdens de opening van de COP26, de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties.
Premier Mark Rutte tijdens de opening van de COP26, de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties. Foto Remko de Waal / ANP

Onbegrip en verontwaardiging bij de klimaatbeweging: Nederland heeft de mond vol van plannen om de financiële steun aan fossiele projecten elders ter wereld te staken, maar als het erop aankomt, geeft het kabinet niet thuis. Zo bezien althans verschillende actiegroepen, waaronder Milieudefensie, de weigering van Nederland om tijdens de klimaattop in Glasgow een verklaring te ondertekenen waarin ruim twintig landen de intentie uitspreken dat ze vanaf eind volgend jaar een einde maken aan publieke steun voor fossiele energieprojecten.

Onder die landen bevinden zich de VS en Canada en enkele EU-lidstaten, waaronder Italië, Denemarken en Portugal. Milieudefensie noemt de terughoudendheid van Nederland „bizar” en de roep om actie tegen klimaatverandering van demissionair premier Rutte, in Glasgow, „een lege huls” nu Nederland „niet onmiddellijk stopt met fossiele exportsteun”.

De reden dat Nederland niet heeft getekend, is volgens het kabinet eenvoudig: het is demissionair en ondertekening zou een beleidswijziging inhouden waarover alleen een volgend kabinet zou mogen besluiten. Een deel van de Tweede Kamer neemt met deze uitleg geen genoegen. Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks) benadrukte dat inmiddels 25 partijen de intentieverklaring steunen. Ook de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, waarin de Staat een belang heeft van 51 procent, behoort tot de ondertekenaars.

Motie

Van der Lee diende een motie in waarin hij het kabinet oproept de verklaring alsnog te tekenen. De motie komt dinsdag in stemming en op verzoek van het Kamerlid komt het kabinet voorafgaand aan die stemming met een schriftelijke uitleg over het standpunt. „Ik wil daarover best met mijn collega van Financiën spreken”, zei staatssecretaris Dilan Yesilgöz (Klimaat en Energie, VVD), maar zij ontraadde de Kamer de motie te steunen.

Lees ook over de klimaathulp aan arme landen: Doet Nederland genoeg?

De Nederlandse terughoudendheid valt ook te verklaren uit de grote belangen die voor Nederlandse bedrijven op het spel staan. Exportkredietverzekeraar Atradius staat als private onderneming namens de Nederlandse staat jaarlijks garant voor projecten waar bedrijven als Shell en ook Van Oord, Boskalis en Heerema doorgaans intensief bij betrokken zijn, projecten die bij particuliere verzekeraars lastig te verzekeren zijn. „Nederland zat traditioneel heel grof in fossiel”, zegt onderzoeker Louise van Schaik van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Ook Nederlandse banken hebben daarin veel belangen, zegt Van Schaik.

Eerder dit jaar nam Nederland naar eigen zeggen „het voortouw” om exportfinanciering voor klimaatvriendelijke en duurzame projecten te stimuleren en voor fossiele sectoren te beperken. Nederland organiseert daartoe eind deze maand een top van landen die zich de Export Finance for Future (E3F) noemen. Er ligt ook een „verkenning” van staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën, D66) waarin een gefaseerd einde aan investeringen in fossiele energie wordt voorgesteld. Welke ambities Nederland daarbij heeft is volgens de verkenning „aan een volgend kabinet om te bepalen”.

Lees ook dit interview met de Franse milieuminister Barbara Pompili: 'Glasgow is niet de top van de laatste kans. Het is nooit te laat'

Hoewel sommigen binnen de klimaatbeweging de verklaring van Glasgow „baanbrekend” noemen, is er discussie over de reikwijdte ervan. De verklaring maakt niet duidelijk of steun voor fossiele projecten wellicht toch mogelijk blijft, bijvoorbeeld als CO2 kan worden opgevangen. „Dat kun je zien als loophole”, stelt onderzoeker Van Schaik van Clingendael.

Nederlandse klimaathulp pagina 6-7