Niet alleen horeca-eigenaren hebben moeite met QR-codes. Ook de overheid wil het ‘politieagentje spelen’ laten

Handhavers De buitengewoon opsporingsambtenaren moeten strenger controleren. „We zullen niet overal even vriendelijk worden ontvangen.”

De treinen zitten dit najaar weer vol forenzen. Op de persconferentie werd dinsdagavond het thuiswerken gepropageerd om het stijgende aantal besmettingen tegen te gaan.
De treinen zitten dit najaar weer vol forenzen. Op de persconferentie werd dinsdagavond het thuiswerken gepropageerd om het stijgende aantal besmettingen tegen te gaan. Foto Ilvy Njiokiktjien

„Mag ik uw QR-code even zien?” De vraag stellen blijft ongemakkelijk – al is elke horecagelegenheid het sinds september verplicht te doen en staat de corona-app bij de meeste Nederlanders op hun telefoon.

En niet alleen restaurant- en café-eigenaren hebben er moeite mee. Ook de overheid zelf lijkt het ‘politieagentje spelen’ liever te laten. „We zullen niet actief handhaven”, beloofden gemeenten zoals Amsterdam tot voor kort hun horeca-eigenaren, „behalve bij excessen”. Er zijn in heel Nederland nauwelijks sancties opgelegd voor het niet-vragen naar de coronapas.

Maar nu de besmettingen toenemen, wil het kabinet strenger zijn. Wél handhaven, en boetes of zelfs sluitingen opleggen aan weigerende ondernemers. Ook het aantal plekken waar het tonen van de coronapas verplicht is, wordt fors uitgebreid, maakte demissionair premier Mark Rutte dinsdagavond bekend op een persconferentie.

Lees ook de analyse over de persconferentie: Kabinet leunt zwaar op de coronapas

De controle wordt grotendeels in handen gelegd van de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s); normaal ingezet bij foutparkeerders, jeugdoverlast, geluidsoverlast. En aanvankelijk, bij invoering van de coronapas, sputterden de vakbonden nog tegen, want dit beleid zou niet te handhaven zijn. Nu zegt de voorzitter van de Nederlandse Boa Bond, Ruud Kuin: „Het is ingewikkeld, maar het kán.”

Alleen, wel met zachte hand. „We zullen niet overal even vriendelijk worden ontvangen”, zegt Kuin, die vreest voor agressieve reacties die boa’s te wachten staan. De boa’s zullen daarom vooral „op afstand” aanschouwen of een horecazaak bij de deur vraagt naar QR-codes. Ook zullen boa’s als mystery guests opduiken in horecazaken.

Dat gebeurt al voor controles op het schenken van alcohol aan minderjarigen, en zal nu ook worden gedaan om te constateren of er een QR-controle plaatsvindt. En als een café niet controleert op coronapassen, zegt Kuin, hoeven de boa’s daar gelukkig zelf niet tegen op te treden. „Dat scheelt weer bij het risico op confrontaties”. Ze rapporten hun bevindingen aan de gemeente, die vervolgens per brief een waarschuwing, dwangsom en uiteindelijk sluiting oplegt. Kuin: „Daar hoeven wij dan niet bij te zijn.”

‘Pragmacratie’

Het ongemak – om écht streng te zijn – past in een samenleving die zich laat omschrijven als een „pragmacratie”, zegt Hans Boutellier, hoogleraar Polarisatie en Veerkracht aan de VU Amsterdam. „Handelen naar bevind van zaken, effectief en efficiënt, dat is de Nederlandse bestuurscultuur.” Die cultuur, ontstaan na de verzuiling onder invloed van een sterk middenkader – met vakbonden en instituties – leunt sterk op pragmatisme. Een zachte bestuursstijl met veel overleg, niet geleid door grote ideologieën of verhalen, noch door strenge regels, maar door concrete problemen.

Met die bestuursstijl leidt Rutte, „de vleesgeworden pragmacratie”, het land door de coronacrisis. En in het begin met succes, zegt Boutellier. Telkens wat maatregelen erbij en wat eraf, „de schuif meer en minder open- gezet”. Maar nu corona heeft geleid tot „langdurige ontwrichting” raakt de bestuursstijl „wat sleets”, constateert de hoogleraar. „Het gaat in de persconferenties telkens over regels erbij, regels eraf. Het grotere verhaal ontbreekt. En het lijkt nu alsof de burger zegt: het is te weinig.” Zo blijkt uit een deze week gepubliceerd onderzoek van de Erasmus Universiteit dat het vertrouwen in de overheid nog nooit zó laag was, gedaald van 70 procent in april 2020 tot 30 procent in september 2021.

De rem erop

Nu een deel van het volk – de ziekenhuismedewerkers, de gevaccineerden – haast sméékt om zijn eigen disciplinering, door controle op de coronapas, groeit het ongemak bij bestuurders, ziet Boutellier. „De rem erop, zo is het met handhaving in Nederland altijd gegaan; heel anders dan in bijvoorbeeld Frankrijk. De overheid durft het niet, want het past niet bij de pragmatische bestuursstijl die we altijd hebben gekend. Bovendien is er angst, voor het deel van de bevolking dat zich al verzet tegen het coronabeleid. Dat zijn de krachten die op dit moment spelen.”

Extra controles: zelfs al durft de overheid het aan, dan nog is het de vraag of dat ook tot betere naleving van de regels leidt. Marc Hertogh, hoogleraar rechtssociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, denkt van niet. „Het is een misvatting dat mensen regels beter gaan naleven als er meer boetes en controles worden opgelegd. Dat is een aantrekkelijk idee voor beleidsmakers, omdat het zou betekenen dat je vanuit Den Haag wel heel eenvoudig het gedrag van burgers kunt sturen, maar wetenschappelijk gezien is daar geen enkel bewijs voor.”

Jarenlang is de burger verteld dat hij zelfredzaam moet zijn. Lees ook: In de coronacrisis maakt de doe-het-zelf-burger plaats voor de doe-het-samen-burger

Volgens Hertogh wordt het naleven van regels grotendeels bepaald door de mate waarin mensen die regels rechtvaardig vinden en het beoogde doel ervan ondersteunen. „Dat draagvlak is een ontzettend belangrijke factor en was in het begin van de pandemie breed aanwezig, waardoor mensen zich aan de regels hielden. Nu is dat draagvlak een stuk minder groot. Denken dat burgers weer gaan gehoorzamen als je maar stevig genoeg handhaaft, is een illusie.”

Hertogh denkt dat het eerder contraproductief zal werken. „Als je nu alle kroegbazen gaat controleren, geef je daar een belangrijk signaal mee af: wij vertrouwen jou niet, daarom controleren we je. Tegelijkertijd doet de overheid juist een beroep op de burger om vrijwillig mee te werken: ‘alleen samen krijgen we corona onder controle’. Maar als de overheid steeds meer uitstraalt dat ze de burger niet vertrouwt, moet je er niet van opkijken als de burger jou ook niet meer vertrouwt.”

Bij eerder onderzoek naar handhaving door de sociale dienst, kwam Hertogh diezelfde dynamiek tegen. „Ook daar dacht men dat strenger handhaven zou leiden tot meer naleving van de regels. Het tegendeel bleek waar: veruit de meeste mensen wáren bereid de regels na te leven, maar nadat ze als potentiële fraudeurs werden bejegend, nam die bereidheid af.”

Het kabinet zou hier lessen uit moeten trekken voor de handhaving van de coronapas, zegt rechtssocioloog Hertogh: „Probeer het draagvlak te vergroten onder horecaondernemers die het beleid moeten uitvoeren. Zij moeten hun klanten controleren, hén heb je nodig. Ga je ze nodeloos controleren, dan verspeel je je krediet.”