Soedans generaals plegen coup maar hebben geen plan

Staatsgreep Vrees voor invloedverlies en zakelijke belangen zetten de militaire leiders in Soedan aan tot een staatsgreep. Maar nu ze de macht weer geheel in handen hebben, lijken hun mogelijkheden beperkt. De economie hangt al in de touwen.

Jongeren in Khartoum protesteren tegen de coup van de militairen.
Jongeren in Khartoum protesteren tegen de coup van de militairen. Foto AFP

Wie een beetje oplette, zag de staatsgreep die zich in de vroege uren van maandagochtend in Soedan voltrok al maanden aankomen. Twee jaar lang strompelde de overgangsregering die na de val van de dictator Omar Al-Bashir in 2019 tussen militairen en burgerbeweging werd gevormd naar dit moment.

Vanaf het eerste uur was dit een ongemakkelijke samenwerking: de militairen en militieleiders die 30 jaar lang Bashir in het zadel hielden met een meedogenloze onderdrukking van talloze bevolkingsgroepen, samen aan tafel met de ongewapende vertegenwoordigers van hun slachtoffers: het volk van Soedan.

Lees ook Twintig jaar na het geweld wacht Darfur nog op gerechtigheid

In november zou die samenwerking ten einde komen. Het hoofd van de overgangsraad, generaal Abdel Fattah al Burhan, zou dan de leiding over het land moeten overdragen aan een vertegenwoordiger van de burgerbeweging. Dat idee maakte generaal Burhan nerveus. Tot dan toe was hij er in geslaagd de meest bedreigende hervormingen voor de militairen tegen te houden. Zoals vervolging van de oorlogsmisdaden, die onder Bashir werden gepleegd. Zoals ook uitlevering van Bashir aan het Internationaal Strafhof, talloze malen beloofd door de civiele leiders in de overgangsregering.

Geen toegang tot staatskas

Maar de grootste bedreiging voor de generaals en de militieleiders was wel dat ze vanaf november niet langer ongestoord toegang zouden hebben tot de staatskas, de staatsbedrijven en lucratieve contracten. Geld, daar was de revolutie in 2019 tenslotte om begonnen.

De reden voor de straatprotesten twee jaar geleden, was de instortende economie en almaar stijgende broodprijzen. Tijdens een reis van de hoofdstad Khartoem naar Port Soedan in 2018 was dat alles wat ik van Soedanezen hoorde, van de handelaren in de grote stad, de boeren op de akkers, en de passagiers in de trein van de hoofdstad naar het noorden : het leven was onbetaalbaar geworden. Bashir had in 2018 een jarenlange subsidie om broodprijzen laag te houden opgegeven. Dat besluit kostte hem zijn almacht.

Lees ook Soedanezen staan dronken van vrijheid op straat

Juist de hoop dat met de val van de bejaarde leider Omar Al-Bashir er weer geld uit het buitenland naar Soedan zou stromen, bracht de generaals ertoe zich achter de straatprotesten van toen te scharen. In april 2019 zag ik een uitzinnige jeugd joelen en applaudisseren voor de Landcruisers vol gemaskerde mannen van de Rapid Support Forces, de voormalige Janjaweed die jarenlang in Darfur huishield. Het was een tegenstelling van jewelste: dit waren de slachtoffers van de oorlogsmisdaden in Darfur die wekenlang bivakkeerden voor het militaire hoofdkwartier en de val van Bashir eisten, die nu hun voormalige beulen aan hun zijde vonden.

Het geld kwam, althans: de belofte van geld. De Europese Unie stelde 250 miljoen euro ontwikkelingshulp in het vooruitzicht. Afzonderlijke landen deden er nog wat extra’s bij, zoals Zweden (160 miljoen euro) en Duitsland (80 miljoen).

Van de sanctielijst

De Verenigde Staten die de leiders in Khartoem decennialang verweten in de jaren negentig onderdak te hebben gegeven aan Osama bin Laden, haalden Soedan vorig jaar van de sanctielijst. Een cruciale beslissing. Zolang een land op die sanctielijst staat, mogen Amerikaanse bedrijven er niet investeren. Het staat ook programma’s voor schuldverlichting in de weg.

In juni beloofden de Amerikanen 50 miljard dollar aan schulden kwijt te schelden, onder één voorwaarde. President Joe Biden stuurde een speciale vertegenwoordiger, Jeffrey Feltman, naar Khartoem om de militaire leiders te overtuigen in november netjes het stokje over te dragen aan een civiele leider, en volgend jaar verkiezingen uit te schrijven.

Afgelopen weekend zat Feltman nog aan de thee met Burhan en de andere generaals om ze vast te pinnen op hun beloften. Feltman vertrok en drie uur later begon de staatsgreep. Soldaten omsingelden het huis van de civiele premier Abdalla Hamdok, en arresteerden ministers en tal van andere civiele leiders. Maandagmiddag nam Burhan het woord op de staatstelevisie beloofde „een nieuw Soedan”. Alleen de generaals konden het land van de afgrond redden.

Maar hoe dan? Het geld waar het ze om te doen is, is er niet. De Verenigde Staten bevroor onmiddellijk 700 miljoen dollar aan steun, die was bedoeld om de overgang naar een democratie te helpen. De Europese Unie waarschuwt ook voor het bevriezen van alle hulp. De Afrikaanse Unie schortte Soedans lidmaatschap op.

Generaal Abdel Fattah al-Burhan, hoofd van de overgangsregering.

Foto Ashraf Shazly/AFP

Geen water uit de kraan

De economie die generaal Burhan erft hangt al in de touwen. In het jaar na de val van president Bashir, kromp de economie van Soedan met 20 procent. De inflatie is bijna 400 procent. Broodprijzen zijn nog veel hoger dan in de tijden van Bashir. Op veel plekken in Soedan komt geen water meer uit de kraan. Soedan lonkte al naar andere geldschieters, zoals Rusland, China, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, maar die bleven het afgelopen etmaal muisstil.

Nu de straten van Khartoem en andere grote steden opnieuw vollopen met demonstranten en het buitenland opnieuw Soedan de rug toekeert is er volgens ingewijden maar één scenario mogelijk: ruzie in de tent. „De rivaliteiten tussen alle verschillende facties binnen het leger en de veiligheidsdiensten zullen alleen maar erger worden’’, voorspelt de goed ingelichte publicatie Africa Confidential.

Generaal Burhan is nu het boegbeeld van de coup. Achter zijn rug, goed gedekt, laat zijn grootste rivaal hem nu de kastanjes uit het vuur halen. Zijn naam is Mohamed Hamdan Dagalo, beter bekend als Hemeti, de commandant van de voormalige Janjaweed-militie. Generaal Burhan dacht zijn toekomst veilig te stellen door de leiders van de burgerbeweging op te sluiten en de regie in handen te nemen. Maar het Soedan dat hij nu mag regeren had al reanimatie nodig. Nu heeft hij de artsen ook nog weggejaagd.

Lees ook: In Soedan is alleen de kop van het monster afgehakt