NCTV: sprake van terreurdreiging, maar geen verhoging risiconiveau

Onderzoek De NCTV handhaaft het risiconiveau 3, al noemen de onderzoekers het „voorstelbaar” dat rechts-extremisten of jihadisten een aanslag zullen plegen in Nederland.
Het dreigingsniveau blijft gehandhaafd op 3 van de 5.
Het dreigingsniveau blijft gehandhaafd op 3 van de 5. Foto Sem van de Wal/ANP

In Nederland is sprake van terroristische dreiging uit rechts-extremistische of jihadistische hoek, maar er zijn geen concrete signalen dat een aanslag op handen is. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) handhaaft daarom het dreigingsniveau op 3 van de 5, zo blijkt uit een dinsdag gepubliceerde analyse. Volgens de NCTV blijft het „voorstelbaar” dat terroristen de nationale veiligheid bedreigen met een terreuraanslag. Deze dreiging komt voornamelijk van jihadisten en rechts-extremistische jongeren die zich online uiten op internationale fora.

De onderzoekers schrijven dat een mogelijke aanslag uit rechts-extremistische hoek gebaseerd is op de betrokkenheid van „jonge Nederlandse mannen bij internationale, online accelerationistische netwerken”. De NCTV beschrijft het accelerationisme als een „rechts-extremistische ideologie” die circuleert op online platformen. De aanhangers daarvan „verheerlijken en rechtvaardigen terroristisch geweld om versneld een rassenoorlog te ontketenen”, aldus de onderzoekers. In Nederland zou het gaan om een groep van een paar honderd jongeren van twaalf tot twintig jaar die veelal online actief zijn en uit zouden zijn op chaos in de samenleving en uiteindelijk streven naar een „witte (nationaal-socialistische) etnostaat”.

De NCTV beschouwt jihadistisch gevaar als de „grootste terroristische dreiging”. De onderzoekers spreken van een gefragmenteerde beweging, „zowel sociaal als ideologisch”. Daardoor is sprake van verdeeldheid en „nauwelijks sprake van mobilisatie of groei van de beweging”. Als voorbeeld van mogelijk gevaar noemt de NCTV gedetineerden die gevangen zijn gezet vanwege betrokkenheid bij Islamitische Staat (IS) in Syrië en Irak. Ook noemen de onderzoekers de arrestaties van negen verdachten in Eindhoven vorige maand. Volgens justitie zouden deze negen IS steunen en aan het trainen zijn voor een mogelijke aanslag.

Dinsdag schrijven demissionair ministers Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) en Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) aan de Tweede Kamer dat 5 procent van de veroordeelde terroristen na hun vrijlating opnieuw wordt veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Een grotere groep – zo’n 25 procent – van de ex-gedetineerden op de terrorismeafdeling pleegt opnieuw een misdrijf, maar niet met terroristisch oogmerk. De onderzoekers hebben de periode tussen 2006 en 2020 geanalyseerd. In die periode kwamen 180 gevangenen vrij nadat ze werden veroordeeld voor een terroristisch misdrijf.