NAM en het Rijk bereiden zich voor op juridische strijd over rekening ‘Groningen’

Kostengeschil Het demissionaire kabinet en de NAM bereiden zich voor op een juridische strijd. Het gasbedrijf heeft de rekening voor de versterkingsoperatie in Groningen slechts gedeeltelijk betaald.

Hoofdkantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij in Assen.
Hoofdkantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij in Assen. Foto Kees van de Veen

Het conflict tussen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en het Rijk over de betaling van de versterkingsoperatie in Groningen loopt op. De NAM wil niet meer dan 60 procent van de kosten betalen, omdat de staat zich volgens de gaswinner niet aan de afspraken houdt. Het demissionaire kabinet en de NAM bereiden zich voor op een juridische strijd.

Dat blijkt uit een brief die demissionair ministers Stef Blok (Economische Zaken en Klimaat, VVD) en Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, D66) dinsdag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd en de schriftelijke reactie van de NAM die daarop volgde.

In het voorjaar werd duidelijk dat de NAM een rekening voor de versterkingsoperatie niet wil betalen. Het bedrijf vindt de kosten onvoldoende inzichtelijk. Nu blijkt dat de NAM slechts 60 procent van de rekening van het laatste kwartaal van vorig jaar en het eerste kwartaal van dit jaar heeft betaald.

Dat heeft volgens het demissionair kabinet gevolgen. „De mogelijkheid dat dit uitmondt in juridische procedures is reëel”, aldus de ministers. De NAM spreekt de wens uit in gesprek te gaan met de ministeries, maar sluit arbitrage niet uit.

Zware bevingen

In Groningen moeten vanwege de aardbevingen mogelijk 26.000 huizen worden versterkt, zodat mensen bij een zware beving in ieder geval veilig hun huis kunnen verlaten. De NAM betwist dit hoge aantal: omdat de gaskraan dichtgaat, zou de kans op zware bevingen – gevolg van de gaswinning – afnemen.

In een interview met NRC zei NAM-directeur Johan Atema dit voorjaar dat „volgens de laatste berekeningen minder dan vijftig huizen vanwege de veiligheid hoeven te worden versterkt” in Groningen. Hij zei later spijt te hebben van de onrust die zijn uitspraak had veroorzaakt, maar nam zijn woorden niet terug.

In datzelfde interview benadrukte Atema een juridische strijd over de rekening niet uit de weg te gaan. „Ik zou hierover wel objectieve arbitrage willen”, zei hij. Volgens hem waren de specificaties van de rekening te onduidelijk: „Zelfs in de supermarkt krijg je bij de boodschappen een bonnetje met wat je gekocht hebt, het aantal eenheden, de btw en het totaalbedrag.”

De NAM wil de kosten die ze geacht wordt te betalen gespecificeerd hebben op adresniveau. Economische Zaken vindt dat het die specificatie niet hoeft te geven, aldus een woordvoerder van het ministerie.

Uit de jongste reactie van de NAM blijkt dat het bedrijf ook druk zet op het aantal te versterken huizen in Groningen. Het ziet de afname van de gaswinning „niet gereflecteerd in de omvang van de versterkingsoperatie”. De NAM vindt dat zij alleen verantwoordelijk is voor „kosten die noodzakelijk zijn voor de veiligheid”.

De NAM, een joint venture van Shell en ExxonMobil, is niet direct betrokken bij de afhandeling van schade in Groningen en de versterkingsoperatie. Wel brengt de staat de kosten daarvan (grotendeels) in rekening bij de NAM. Volgens demissionair minister Blok ondervinden „bewoners in Groningen geen last van de discussies” met de NAM.

NAM-directeur Atema moet zich donderdag, samen met Shell en ExxonMobil, tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer verantwoorden voor zijn eerdere uitspraken in NRC over de versterkingsoperatie.

Lees ook dit interview met NAM-baas Johan Atema: ‘Wij kunnen niet alles betalen wat de overheid belooft’