Janarthanan Sundaram wil meer diversiteit binnen D66. Het ontbreekt de partij aan kansengelijkheid, zegt hij.

Foto Merlijn Doomernik

Interview

Het D66-voorzitterschap dat Sundaram voorstaat is bij voorkeur ‘atypisch’

Janarthanan Sundaram | Kandidaat-voorzitter D66

De twee kandidaat-voorzitters staan voor twee stijlen binnen D66. Janarthanan Sundaram gaat voor „nieuw voorzitterschap”.

Tamelijk geruisloos – om niet te zeggen nogal onzichtbaar – kunnen de leden van D66 de komende dagen online een nieuwe partijvoorzitter kiezen. Tot dinsdag was niet duidelijk op wie ze kunnen stemmen, terwijl donderdag de digitale stembus opengaat.

Pas bij een online ‘kennismakingsmoment’ dinsdagavond konden de partijleden zien wie zich kandidaat hebben gesteld. Dat blijken er twee te zijn. Eén van hen is de 40-jarige Janarthanan Sundaram uit Enschede. Hij neemt het op tegen de Amsterdamse wethouder Victor Everhardt (Financiën en Economische Zaken).

Alleen Sundaram maakte een paar weken geleden op sociale media bekend partijvoorzitter te willen worden. Hij verzamelde binnen twee dagen de benodigde honderd handtekeningen om zijn kandidatuur mogelijk te maken. Onder de slogan ‘Stem op Jan’ opende hij een bescheiden campagnesite.

Het gevecht om het voorzitterschap mag dan in relatieve stilte plaatsvinden, de verkiezing is geen formaliteit en staat voor veel meer dan een keuze tussen twee actieve D66’ers. Everhardt en Sundaram vertegenwoordigen twee verschillende geledingen en twee verschillende stijlen. Een ervaren bestuurder uit de Randstad – Everhardt was eerder wethouder in zijn woonplaats Utrecht – versus een ondernemer uit Twente die zich al jaren sterk maakt voor meer diversiteit binnen D66.

Degenen die dicht bij Den Haag zitten hebben gemakkelijker toegang tot partijfuncties dan degenen die wat verderaf zitten, zowel topografisch als in culturele zin

Volgens Sundaram is het tijd dat de veelgehoorde roep om een nieuwe bestuurscultuur niet alleen in Den Haag klinkt maar óók bij D66 zelf. De man, die op zijn vijfde met zijn ouders vanuit Sri Lanka naar Nederland vluchtte en opgroeide in Assen, zegt die nieuwe stijl te vertegenwoordigen.

Wat gaat u als voorzitter brengen?

„Het is tijd voor nieuw voorzitterschap. Ik merk bij de leden een toenemende vraag naar een open cultuur en een hechte, veilige vereniging met gelijke kansen voor iedereen.”

Dat klinkt als uw politiek leider, Sigrid Kaag. Kansengelijkheid is een van haar speerpunten. Ontbreekt het daar volgens u aan?

„Ja. Als het om baantjes binnen de partij gaat – wethouderschappen, plaatsen op kieslijsten – liggen er vooral kansen voor mensen die hun netwerk op orde hebben. En die passen in het profiel van de traditionele bestuurder: witte mannen van boven de vijftig met jarenlange bestuurservaring. Degenen die dicht bij Den Haag zitten hebben gemakkelijker toegang tot partijfuncties dan degenen die wat verderaf zitten, zowel topografisch als in culturele zin.”

Geldt dat dan ook voor mensen zoals u, met een migratieachtergrond?

„Als voorzitter van het diversiteitsnetwerk van D66 heb ik me vaak uitgelaten over kandidatenlijsten bij verkiezingen. Dat netwerk streeft naar een goede representatie: zo veel mogelijk diverse mensen in al onze vertegenwoordigingen. Na mijn kritiek op de Tweede Kamerlijst van 2017 beloofde het partijbestuur beterschap. De lijst voor de Europese verkiezingen [in 2019] was al een stuk diverser – ik had me er actief mee bemoeid. Maar over de lijst bij de laatste Kamerverkiezingen was mijn achterban in eerste instantie opnieuw niet tevreden.”

U maakt zich ook zorgen over veiligheid. Is D66 nu een onveilige partij?

„Er zijn bepaalde incidenten geweest die niet hebben bijgedragen aan het veiligheidsgevoel.”

Sundaram doelt op recente conflicten bij een aantal lokale D66-afdelingen waarbij mensen met een niet-westerse achtergrond betrokken waren. Zoals in de gemeenteraadsfractie van Dordrecht, waar twee Turkse Nederlanders met voorkeurstemmen in de raad kwamen, en zich vervolgens door collega-partijleden voelden buitengesloten en gediscrimineerd.

Lees ook: ‘Bij D66 in Dordrecht moet iets veranderen’

Wat is daar dan misgegaan?

„De partij heeft er niet adequaat op gereageerd. De eerste reactie bij dit soort zaken is bij D66 altijd op het imago van de partij gericht in plaats op van het oplossen van het probleem. Hoe langer conflicten duren, hoe onveiliger het voelt voor de betrokkenen. Je moet er als bestuur bovenop zitten. De meeste conflicten zijn ook gewoon op te lossen met een gesprek, met béíde partijen. Trek het land in, ga met iedereen praten. Het is net als bij gezinnen: als kinderen onderling vechten om het speelgoed, dan is het aan de ouders om hen uit elkaar te trekken.”

Vindt u dat de politieke leiding hierin ook een rol heeft?

„Met Sigrid Kaag en Rob Jetten hebben we nu gelukkig twee atypische mensen in de top. Daardoor wordt er nu al anders gekeken naar incidenten. Er zit beweging in en dat is goed voor de sociale veiligheid. Het moet alleen nog beter.”

Wat bedoelt u met atypisch?

„Een vrouw die vooral in het buitenland gewerkt heeft en een lhbtqi-plusser uit Nijmegen. Twee atypische bestuurders is alleen niet voldoende. Laten we er drie van maken.”

Hoe kijkt u aan tegen het formatieproces? D66 zit nu tóch aan tafel met de ChristenUnie. En hoe geloofwaardig is het om na de motie van afkeuring van 1 april opnieuw met Mark Rutte te gaan regeren?

„Als ik straks voorzitter ben, maakt het me niet uit wat er in het politieke gremium gebeurt. Ik mag er wel een mening over hebben, maar dat is niet mijn primaire verantwoordelijkheid. Voor de leden is het ingewikkeld. Kaag heeft inderdaad gezegd het allemaal anders te willen doen. En nu zitten we weer met dezelfde mensen aan tafel als in de afgelopen vier jaar. Dat is heel moeilijk om uit te leggen. Maar Kaag en Jetten hebben dat op een aantal momenten uitputtend en goed gedaan – wat ze willen en wat ze niet willen. De leden van D66 wachten nu het resultaat af. Dat is namelijk óók D66: we zijn niet zo radicaal dat we na een eerste tegenslag meteen weglopen.”

D66 is óók: niet na de eerste tegenslag meteen weglopen

Uw partijleider heeft ook links losgelaten. Is dat een juiste keuze?

Sundaram is even stil, denkt diep na en zegt dan met een zucht: „Links… Kijk, hier hadden de partijvoorzitters van de drie partijen een grotere rol moeten pakken om de strategie voor een zo progressief mogelijke coalitie voor elkaar te krijgen. Nu hebben alleen GroenLinks en de PvdA afgesproken dat ze aan elkaar blijven hangen. Als de partijbesturen op tijd met elkaar waren gaan praten, dan hadden we de politieke impasse kunnen doorbreken en een groter links bolwerk kunnen vormen.”

Dat kan nog altijd. Vindt u dat Kaag alsnog voor een linkse coalitie moet gaan?

„Dat is zeker nog een optie. Gelet op de huidige stemming binnen de partij is het misschien ook wel een betere optie dan waar we nu zijn beland.”